Wet op de patiëntenrechten en RIZIV-controle
De wet van 22 augustus 2002 voorziet in zijn artikel 9 dat de zorgverstrekker verplicht is om aan de patiënt die erom vraagt zijn medisch dossier te mogen raadplegen dit toe te staan of hem aan kostprijs een copie ervan te bezorgen. Deze verordening beoogt alle documenten (protocols, tracés, labresultaten, radiografieën, enz.), van het medisch dossier met uitzondering de persoonlijke notities van de practicus of gegevens in verband met derden. Deze verordening is ook van toepassing op tandartsen.
Wat is het verband tussen de wet op de patiëntenrechten en de medische controle van het RIZIV ?
Daar waar voor de afkondiging van deze wet de practicus in veel gevallen het medisch geheim kon – en vaak zelfs moest – inroepen ten aanzien van de vraag om inzage in het medisch dossier door de patiënt, is deze nu een gemachtigde controleur geworden, ook al kennen in de praktijk weinig patiënten hun rechten en nog minder oefenen ze ook werkelijk uit…
Met betrekking tot de DGEC kunnen zich twee situaties voordoen :
a) de patiënt consulteert zijn dossier en vind er geen sporen in terug van de geattesteerde verzorging : hij kan dan de zorgverstrekker aangeven bij de DGEC : deze situatie komt zelden voor ;
b) de patiënt wordt gehinderd om zijn dossier in te zien vanwaar hij klacht neerlegt bij de DGEC die een onderzoek opstart : deze situatie is veel frequenter en dat soort klachten wordt zeer serieus genomen door de DGEC in de mate dat het een zware aanwijzing is dat aangerekende prestaties niet gerealiseerd werden;
Het is dus ten zeerste aangeraden om gezwind (de wet voorziet een termijn van 15 dagen) in te gaan op een vraag om raadpleging van het medisch dossier… vooral als de patiënt een paramedicus is !