De “inktpot” van de tandheelkunde : de consultatie (301011)
Art. 6 § 1 van de nomenclatuur stelt : In het honorarium voor raadpleging zijn begrepen, onderzoek van depatiënt en mogelijk voorschrijven van geneesmiddelen. Honorarium voor raadpleging in de spreekkamer van een tandheelkundige, mag nooit samengevoegd worden met het honorarium voor een verstrekking inzaketandverzorging, met uitzondering van de radiografieën opgenomen in artikel 5 en de verstrekking 301254-301265.
Deze richtlijn werpt meerder interpretatievragen op :
a) een patiënt bij wie een prothese wordt vervaardigd consulteert zijn tandarts : mag deze een consultatie attesteren, NGV-code 301011 ? Deze vraag heeft de TTR op 1 november 2007 alzo beantwoordt : ” indien de consultatie van de patiënt niet samenviel met een zittijd voor het vervaardigen van een prothese of een zorg die cumul verbiedt, mag de consultatie worden geattesteerd.”
b) een patiënt consulteert zijn tandarts en deze consultatie mondt uit in de realisatie van een technische prestatie die niet terugbetaald wordt door het RIZIV (bijv. brugwerk) of een gratis ingreep (een niet terugbetaalde extractie) : mag de tandarts in dit geval de consultatie attesteren vermits geen enkele technische ingreep werd geattesteerd ? Het antwoord op deze vraag zou negatief moeten zijn… Inderdaad, het RIZIV heeft op 11 juli 2005 een rondschrijven gericht aan de ‘beoefenaars van de kunst der tandheelkunde’ die onder de rubriek “consultaties” stipuleert :
– Consultaties mogen niet gecombineerd worden met technische prestaties van de tandheelkundige nomenclatuur ;
– De technische prestaties mogen niet geattesteerd worden als zijnde consultaties (bijv : extracties, voorlopige vullingen…).
Deze laatste zin lijkt af te wijken van hetgeen art. 6 § 1 hierboven beoogt maar het tegenovergestelde beweren komt erop neer te zeggen dat alle niet terugbetaalbare tandheelkundige prestaties als consultaties mogen geattesteerd worden, dwz definitief terugbetaald worden, zelfs partieel !