Securimed derde betaler
  • Eerste tariferingsdienst van derde-betaler voor geneesheer-specialisten en tandartsen
  • Nazicht van de verzekerbaarheid van patiënten
  • Juridische bijstand in geval van vervolging door de DGEC (Dienst voor Geneeskundige Controle van het RIZIV)
  • Opvolging van betalingen door de VI

Raad van State maakt brandhout van de « extrapolaties » aangewend door de DGEC

18/05/2013 by Dr R. BOURGUIGNON

Met het arrest nr 223.425 van 7 mei 2013 (niet uitgegeven) maakt de Raad van State brandhout van de zogenaamde « extrapolaties » die de DGEC hanteert en die door bepaalde administratieve rechtscolleges van het RIZIV gewettigd worden.

Deze methode bestond uit – zogenaamd willekeurige – selecties onder het cliënteel van de zorgverstrekker, een patiëntensteekproef (en dus handelingen) die representatief zou zijn voor de praktijk.

Vervolgens extrapoleerde de DGEC de resultaten verkregen uit deze patiëntenselectie op het geheel van het profiel van de zorgverstrekker, of tenminste op de overeenkomstige handelingen.

Aldus, als bijvoorbeeld 50% van de patiënten uit de steekproef verklaarden dat ze niet hadden genoten van de geattesteerde verzorging werd van het volledig profiel 50% afgehouden ten titel van ten onrechte uitbetaalde verstrekkingen, met daarbovenop een proportionele boete berekend op basis van deze « geëxtrapoleerde » ten onrechte uitbetaalde verstrekkingen…

Met boetes die tot 200% kunnen oplopen mondde dit zeer snel uit in gigantische bedragen : soms meer dan een half miljoen euro !

Dit allemaal werd natuurlijk toegepast zonder de minste bekrachtiging door statistici of biostatistici, door inspecteurs die volslagen amateuristisch optraden, geregeld zelfs te kwader trouw (sommigen verwijderden zelfs – met de goedkeuring van hun provinciale directeur – de voordelige gevallen uit de selectie wat de resultaten nog meer vervalste).

Sommige administratieve rechtscolleges van het RIZIV onderschreven deze methode met het motief dat de DGEC controles onmogelijk zouden worden als de inspecteurs elke patiënt moeten ondervragen.

De meest geestdriftige aanhanger van deze methode was de befaamde Philippe LAURENT, wiens voornaamste talent eruit bestond om slaafs de besluiten van de DGEC te kopiëren, met inbegrip van de gedactylografeerde* fouten.

Wat zegt het arrest van de Raad van State ?

Het middel is daarentegen ontvankelijk en gegrond betreffende dit onderdeel in zover dat eiser de kamer van beroep verwijt dat zij zich heeft beroepen op een extrapolatie om daarvan af te leiden dat sommige handelingen waar geen onderzoek naar gevoerd werd (sic) niet door hem waren volbracht.

Het is met recht dat eiser de kamer van beroep verwijt zich uitgesproken te hebben over de redenering die gevolgd werd door tegenpartij die zich beroepen had op een extrapolatie en niet op behoorlijk vastgestelde materiële feiten bij de 214 patiënten bij wie de verstrekkingen van gingivectomie zogezegd niet waren uitgevoerd.

De kamer van beroep is overgegaan tot het omkeren van de bewijslast van de ten laste gelegde feiten zonder enige wettelijke of reglementaire beschikking die haar dat zou toelaten.

De beslissing van de kamer van beroep – dwz, van Philippe LAURENT – van 28 augustus 2012 werd dus gecasseerd door de Raad van State, en dit voor de tweede keer…

De motivering van het arrest is nogal laconiek en eerder gebaseerd op juridische overwegingen dan statistische : een extrapolatie is een redenering en geen materiële vaststelling : een quasi-evidentie

Dit brengt ons trouwens terug naar de discussie over de processen-verbaal van « vaststelling » van de inspecteurs van het RIZIV, waarbij deze laatsten hun persoonlijke theorieën uiteenzetten – die vreemd genoeg aangebracht worden als materiële feiten.

De draagwijdte van het arrest van de Raad van State is enorm : het betekent niet meer of minder dat de inspecteurs van de DGEC – tenzij er een wetgevende verandering zou plaatsvinden – voortaan geval per geval zullen moeten onderzoeken, en honderde patiënten ondervragen (van wie sommigen inmiddels gestorven, of verhuisd zijn naar het buitenland.

Vermits elk patiëntenverhoor al snel ettelijke uren werk betekent, zal het onderzoek – dat nu al langer dan een jaar duurt – uitbreiden naar jaren, en dat terwijl de termijn van verjaring zeer kort is : nauwelijks twee jaar !

Opgelet : bekentenissen (« Ik heb de helft van de gingivectomieën niet uitgevoerd ») of vaststellingen op stuk (afwezigheid van een FANC vergunning, verboden cumul, enz.) worden niet beoogd door de beslissing van de Raad van State.
________________
* Dit prachtig voorbeeld van onafhankelijkheid en van onpartijdigheid beschikte klaarblijkelijk over de USB sleutel van de DGEC… hij lijkt trouwens verwijderd te zijn daar de meeste van zijn beslissingen aangevochten werden bij de Raad van State.

Leave a Comment

Please note: Comment moderation is enabled and may delay your comment. There is no need to resubmit your comment.