De Raad van State berispt alweer de Kamer van Beroep van het RIZIV
De trouwe lezers van onze News zullen zich herinneren dat wij, als eerste, het optreden van Philippe LAURENT, voorzitter van de Kamer van beroep van het RIZIV, gehekeld hebben.
Hij hield er een eenvoudige techniek op na : hij nam gedurende ettelijke maanden de zaak in beraad – vermoedelijk in de hoop dat de gedaagde ze volledig vergat -, en sprak dan een beslissing uit… die niets anders was dan een gewone copie/paste van de besluiten van de DGEC, inbegrepen de dactylofouten.
In zijn arrest n° 224.074 van 26 juni 2013 heeft de Raad van State zijn handelswijze in bijzonder strenge bewoordingen gestigmatiseerd, vermoedelijk in de meest vernietigende bewoordingen ooit:
Zoals aangegeven door de eiser [de door Philippe LAURENT veroordeelde geneesheer], blijkt uit het onderzoek van het administratief dossier, en in het bijzonder uit de vergelijking van de aangevochten beslissing van 1 maart 2012 van de kamer van beroep met de besluiten van 24 januari 2008 dat het RIZIV neergelegd heeft bij deze kamer, dat de aangevochten beslissing nagenoeg de volledigheid van de thesis van het RIZIV herneemt.
De kamer van beroep maakt geen melding van de nakomend neergelegde besluiten door de eiser.
Daarenboven, het feit dat de kamer van beroep geweigerd heeft om een prejudiciële vraag te stellen aan het grondwettelijk Hof met als opgegeven reden, ondermeer, dat er een verwijzing in voorkomt naar een niet toepasbare beschikking, hoewel de verwijzing naar deze beschikking speciaal gecorrigeerd was in de besluiten van de eiser, wijst erop dat de kamer van beroep geen rekening gehouden heeft met zijn argumenten.
Aldus blijkt dat de kamer van beroep verzaakt heeft in het tot uitvoering brengen van haar bekwaamheden. Hierdoor is het eerste middel gegrond.
Download : Arrest.pdf