Securimed derde betaler
  • Eerste tariferingsdienst van derde-betaler voor geneesheer-specialisten en tandartsen
  • Nazicht van de verzekerbaarheid van patiënten
  • Juridische bijstand in geval van vervolging door de DGEC (Dienst voor Geneeskundige Controle van het RIZIV)
  • Opvolging van betalingen door de VI

Concluderen



Daar waar de procedures voor de leidend-ambtenaar de zorgverstrekker geen verplichting opleggen om zijn middelen van verdediging onder een bepaalde vorm of schema (deze akte kan dus de vorm van een eenvoudige gedateerde en ondertekende brief aannemen) voor te leggen, geldt dit principe niet voor de Kamers van hoger beroep.

Zowel de conclusies alsook de verzoekschriften voor hoger beroep dienen een bepaald minimum aantal inlichtingen te bevatten en te beantwoorden aan een genormaliseerd plan.

De conclusies zijn een procedurehandeling – het vaakst schriftelijk – die een uiteenzetting van de middelen van verdediging van de partij die ze neerlegt, alsook een inventaris van de stukken hernemen. Ze worden op de griffie van het aangestelde rechtscollege neergelegd.

Niet alleen stellen ze de partij die ze heeft neergelegd in staat om haar argumenten schriftelijk te « vast te leggen », maar ze geven de tegenpartij ook de mogelijkheid om deze in alle rust te bestuderen, en op haar beurt door middel van conclusies te beantwoorden.

De debatten voor de hogere rechtscolleges ingesteld bij het RIZIV (Kamers van eerste aanleg en Kamers van beroep) zijn dus tegenspreekbaar in dien mate dat elke partij kennis mag nemen van de middelen in feite en in rechte van zijn tegenstander en erop antwoorden.

Ten titel van « gelijkheid van wapens » bepalen de arresten van uitvoering van de GVU-wet zelfs de kalenders van het neerleggen van conclusies die ook voor de DGEC gelden (zie News van 20 augustus 2008 : KB van 9 mei 2008 dat de werking van de Kamers van eerste aanleg en Kamers van beroep regelt is verschenen in het BS van 20 juni 2008 ).

De klassieke sequentie voor een procedure opgestart bij de Kamer van eerste aanleg is dus :

– neerleggen van de klacht van de DGEC (= aanstelling van het rechtscollege) ;

– neerleggen van de hoofdconclusies voor de zorgverlener ;

– neerleggen van de hoofdconclusies voor de DGEC ;

– neerleggen van aanvullende conclusies als repliek voor de zorgverlener ;

In bepaalde, weinig frequente, gevallen blijft het neerleggen van aanvullende conclusies volgen (zie News van 20 augustus 2008 : DGEC en kwaliteit van prestaties, voorbeeld c) en .pdf in fine te downloaden).

We zien dat beide partijen een identiek aantal conclusies neerleggen, en dat in het voorbeeld hieronder de vervolgde zorgverstrekker het recht heeft om als laatste te conclueren… dwz, het « laatste woord » te hebben ».

Het neerleggen van deze verschillende conclusies laat het aangestelde rechtscollege tenslotte toe om over een geschreven basis te beschikken als zij de argumenten van de respectievelijke partijen zal afwegen : in de complexe gevallen – en de gevallen bij de rechtscolleges ingesteld bij het RIZIV zijn het met zekerheid – is het neerleggen van (geschreven) conclusies dus noodzakelijk, zelfs al bestaat er daartoe geen wettelijke verplichting.

Bij SECURIMED hechten wij dus het allergrootste belang aan « perfect » geredacteerde conclusies (centrale strategische idee, antecedenten, ontwikkelingen in feite en in rechte, referenties naar de adviezen van de GTR en TTR, de rechtspraak, enz.) aangevuld met een inventaris van genummerde stukken. Werkelijk elk pertinent document mag als stuk voor de rechtscolleges ingesteld bij het RIZIV voorgelegd worden (inbegrepen voor de leidend-ambtenaar) : geschreven getuigenis van een patiënt of confrater, mening van een academische autoriteit, vaststelling door deurwaarder, PV van strafrechterlijke klacht tegen een inspecteur van de DGEC, enz.).