De gemiddelde en de mediane tandarts…
« Dentisterie sociale » heeft getracht om de inkomsten van de gemiddelde tandarts en van de mediane tandarts te ramen op basis van door RIZIV gecommuniceerde of gepubliceerde statistieken.
De eerste reeks geeft het geheel van uitgaven weer ten laste van het RIZIV voor de zuiver tandheelkundige verstrekkingen (de stomatologische verstrekkingen alsook de supplementen voor urgenties worden « gedeeld » met de geneesheren, waardoor het onmogelijk is om deze als dusdanig over te nemen in de tabel).
De remgelden worden bepaald via de MAF (het gaat dus om de effectief betaalde remgelden en niet om de theoretische remgelden).
De uitgaven in overeenstemming met de kleine risico’s van zelfstandige werkers (vrije verzekering) zijn vòòr de 1ste januari 2008 niet opgenomen in deze tabel, hetgeen – gecombineerd met de invoering van het OMNIO statuut en de nieuwe leeftijdsbeperking van 15 jaar – de « sprong » verklaart van de RIZIV terugbetalingen in 2008.
De RIZIV uitgaven uitgevoerd in het van derde-betaler stelsel worden sinds 2005 afzonderlijk bijgehouden ; het percentage van het totaal dat ze vertegenwoordigen is te ontnemen aan de volgende lijn.
Verderop heeft men het totale aantal tandartsen beschikkend over een RIZIV erkenningsnummer, nadien dat van de « praktiserende » tandartsen alleen, dwz van diegenen die over een RIZIV-profiel beschikken (het verschil – namelijk het aantal tandartsen erkend door het RIZIV maar die buiten het RIZIV-systeem praktijk voeren – is vrij opmerkelijk…).
Om te eindigen geven de twee laatste rijen het gemiddelde zakencijfer weer per praktiserende tandarts, eerst via RIZIV-terugbetalingen, vervolgens in RIZIV-terugbetalingen met de remgelden daar bovenop. De ereloonsupplementen van niet-geconventioneerde tandartsen, de niet terugbetaalde verstrekkingen (extracties, kroon- en brugwerk, enz.), alsook de verstrekkingen die deel uitmaken van de stomatologische Nomenclatuur en de urgentiesupplementen zijn niet inbegrepen.
Onder deze omstandigheden, heeft de gemiddelde tandarts in 2006 een RIZIV zakencijfer, remgelden inbegrepen, van 83.878 euro gegenereerd en een RIZIV zakencijfer van 72.017 zonder remgelden. De mediane tandarts heeft in principe een iets lagere score behaald.
Steeds voor 2006, en indien men zich enkel baseert op de RIZIV terugbetalingen (dus excl. KR zelfstandigen en remgelden) :
1. de mediaan van het consumptiebedrag van verstrekkingen bedroeg : 61.583 euro ;
2. de mediaan, uitgedrukt in stuks, van de ratio tussen de knobbel- en kroonopbouwen en de vullingen van 1, 2 of 3 definitieve tandvlakken bedroeg : 0,24
Indien men tracht deze cijfers te extrapoleren op het aanslagjaar 2009 – daarbij de verschillende indexaties en de stomatologische verstrekkingen voegend – moet de mediane tandarts klaarblijkelijk een RIZIV zakencijfer (incl. KR zelfstandigen en remgelden) in de grootteorde van 100.000 euro ontwikkelen : welnu, dit laat toe om zich te situeren (het dubbele van het mediane zakencijfer zou dus ongeveer 200.000 euro moeten vertegenwoordigen) !