Wees op Uw hoede voor CENEC IP 5 !
Vroeger gebruikte de DGEC een gespecialiseerd « huiseigen » programma om evidente inbreuken (bijv. verboden cumuls) geattesteerd door een zorgverstrekker op te sporen.
Dat programma liet de DGEC onder andere toe om mooie synoptische tabellen te maken, ten onrechte uitbetaalde bedragen te berekenen, enz. die men kon terugvinden in zijn processen-verbaal en andere synthesenota.
Maar dit nazicht door middel van informatica werd enkel uitgevoerd indien de zorgverstrekker reeds onderworpen was aan een onderzoek omwille van een andere reden (klacht, profiel, enz.) : het volstond om niet gecontroleerd te worden om te ontsnappen aan een geïnformatiseerde opsporing van inbreuken.
Heden maakt de DGEC in zijn synthesenota’s soms melding van de oorsprong* van het onderzoek – gestart in 2008 : « CENEC IP5 ».
Het zou zich hier handelen om een programma ontwikkeld (zeer discreet…) voor de gerechtelijke federale politie, meerbepaald voor de financiële onderzoeken, dat rond 2006 ter beschikking gesteld werd aan de agenten van de DGEC.
Dit computerprogramma is in staat om grote hoeveelheden gegevens te verwerken en er bepaalde uit te kiezen op basis van parameters die door de DGEC worden ingesteld.
Aldus, indien we het voorbeeld nemen van sensitieve geleidingssnelheid door opgewekte hersenpotentialen, kent de Nomenclatuur (art.20) drie verschillende codes, naargelang het aantal stimulaties (visueel, auditief of somesthetisch) :
– 477315/477326 K 75 : één van de onderzoeken
– 477330/477341 K115 : twee onderzoeken
– 477352/477363 K150 : de drie onderzoeken
Daar het – financieel – interessanter is om twee dezer onderzoeken op één datum te verrichten en het derde op een andere, dan ze alle drie ineens uit te voeren, laat CENEC IP 5 het toe om, hetgeen de DGEC noemt, « kunstmatige fractionering van de facturatie van prestaties verricht op een andere datum dan diegene die werd toegekend aan deze prestaties » op te sporen.
Eens dat de CENEC IP 5 een verdacht op kunstmatige fractionering vaststelt, zullen geneesheer-inspecteurs zorgverstrekkers, techniekers en patiënten ondervragen om de effectieve data van de onderzoeken te controleren…
De originaliteit van de CENEC IP 5 is dat hij grote hoeveelheden gegevens kan analyseren maar ook de mogelijkheid om de opzoekingen zeer fijn te parametreren : aldus, in het voorbeeld van hierboven, heeft de DGEC de « sequenties » van tien dagen bestudeerd.
Met andere woorden, telkenmale dat de CENEC IP 5 één van de drie codes tegenkomt, zal hij nakijken of de andere codes voorkomen in de daaropvolgende tien dagen ; buiten deze « sequentie » van tien dagen, is CENEP IP 5 zodanig geparametreerd dat er geen verdacht van kunstmatige fractionering bestaat.
CENEC IP 5 kan ook gebruikt worden in de opzoeking van overdreven voorschrijfgedrag of overconsumptie van technische verstrekkingen : zo hadden wij het in ons News van 12 januari 2009 « Kan de DGEC wel rekenen ? », het over een tandarts die geconfronteerd werd met een proces-verbaal dat mogelijks door een CENEC IP 5 werd geïnitieerd.
De DGEC had namelijk, voor een bepaalde periode het aantal herhaalde Nomenclatuurcodes bepaald, tijdens een jaar op dezelfde tand (gekarakteriseerd door zijn nummer)… een karwei die een mens maar al te graag aan een computer zou afstaan !
___________
* In het voorbeeld dat wij hebben kunnen bestuderen luidde de exacte tekst : « Aanleiding tot het onderzoek – CENEC IP 5 : gefractioneerde facturering van geëvoqueerde potentialen.” Het valt moeilijk te zeggen of deze woorden aan een specifieke of een « algemene » zoekopdracht beantwoorden.