Perdiodiciteit van het uitstrijkje van de baarmoederhals : gestelde vraag aan de GTR
Op 26 juni 2009 hebben we de volgende vraag gesteld aan de GTR (Werkgroep Interpretatie van de Nomenclatuur) :
VRAAG
Het KB van 4 mei 2009 (BS van 19 en 29 mei 2009) stipuleert dat te rekenen vanaf 1 juli 2009 de terugbetaling van het uitstrijkje van de baarmoederhals (NGV code 588350 – 588361) met het oog op kankeropsporing – behalve in bijzondere omstandigheden – voor de eerste verstrekking « maximaal een keer om de twee jaar kan worden toegestaan » en enkel « één keer per periode van twee kalenderjaren' » voor de tweede.
Dient men de reeds uitgevoerde uitstrijkjes en onderzoeken vóór 1 juli 2009 mee in acht nemen – dwz, vóór de datum van de inwerkstelling van het KB dat de toepassingsregels van deze verstrekking wijzigt – met het oog op de naleving van deze periodiciteit ?
Anders gezegd, kan een patiënte die reeds een dergelijk onderzoek heeft ondergaan in februari 2009 (of zelfs in februari 2008 !) hiervoor terugbetaling krijgen indien het opnieuw wordt toegepast in november 2009, buiten enige diagnostische of therapeutische opvolging om ?
Volgens de eerste mondelinge uitleg van het RIZIV zou het antwoord op de eerste vraag positief zijn, vermits indien een patiënte vóór juli 2009 meerdere uitstrijkjes heeft ondergaan, zij niet – retroaktief – de overtollige uitstrijkjes hoeft terug te betalen.
De WG Interpretatie zal zich ten vroegste september 2009 over deze vraag buigen.