Het debat inflatie vs deflatie en de gezondheidszorg
Het is al lang geen geheim : we doorkruisen momenteel een economische recessie, die in 2007-2008 op gang gebracht werd door de zogeheten « subprime » crisis (de beruchte leningen toegestaan door Amerikaanse banken aan onsolvabele kredietnemers).
De weerslag van deze « subprime » crisis op de Europese banken die – bij wijze van « securitization » – schuldvorderingen in handen hielden was dramatisch.
Aldus ontsnapten eind 2008 Fortis en Dexia ternauwernood aan de ondergang, een scenario dat België zo goed als geruïneerd zou hebben (miljoenen Belgische particulieren en ondernemingen zouden zonder middelen komen te staan !).
De verschillende Staten – waaronder de Belgische – hebben dus moeten tussenbeide komen om de banken te steunen, terwijl de Europese Centrale Bank (ECB), evenals de Amerikaanse Fed, hun rentevoet lieten dalen : de les van 1929 had zijn vruchten afgeworpen !
De vraag die zich vandaag stelt – en het is een vraag van kapitaal belang – is te weten of wij ons begeven naar een langere periode van inflatie of deflatie.
Voor de inflatie spreken vooral de moeilijkheden die bepaalde Zuid-Europese landen ondervinden wiens publieke financiën rampzalig zijn, met Griekenland voorop : om te lenen moeten deze zeer zwaar verschuldigde landen met laag BNP hogere rentes aanbieden, om het toegenomen risico te compenseren.
Er is ook sprake van de « drukpers van papiergeld » te laten rollen : om de buitenlandse schuld te financieren, zou de Fed of de ECB de monetaire massa verhogen, aldus inflatie teweegbrengend…
Anderzijds, wordt de hypothese van deflatie geaccrediteerd door de economische recessie, de te voorspellen stijging van de belastingen en de belastingen bestemd om de Staatskas te spekken, het stijgend aantal werklozen (het volstaat om de loontrekkenden van Opel of Carrefour voor de geest te halen…), en nu de draconische maatregelen genomen door Griekenland inzake verloning van haar ambtenaren.
Het merendeel van de analisten privilegiëren momenteel het deflationistische scenario : aldus zou de koopkracht van geld mettertijd stijgen, « cash » zou in waarde toenemen !
Dit, in onze contreien ongeziene scenario heerst reeds 20 jaar in Japan : gezien geld in waarde stijgt, stellen de consumenten hun aankopen steeds maar uit, met al de gevolgen van dien voor de economie !
Voor de consument die erin slaagt om zijn baan te behouden, is het deflationistische scenario waarschijnlijk niet het einde van de wereld (zijn loon zal enkel een negatieve indexering ondergaan), maar voor de belegger of voor wie een onroerend goed wenst aan te kopen, schept dit een volledig nieuwe situatie.
Inderdaad, hoe zijn pensioen voorbereiden in tijden van deflatie ? Waarin zijn geld beleggen ? Welke formule verkiezen bij hypothecaire rentes ?
Gezien de deflatie zich definieert in termen van stijging van de koopkracht van de munteenheid (het omgekeerde van inflatie), zijn de gevolgen :
– een daling van de prijzen, inbegrepen die der grondstoffen ;
– een negatieve indexatie van de lonen (maar met behoud van koopkracht, vermits de prijzen dalen) ;
– de economische recessie en dus massale werkloosheid ;
– een daling van de beursindexen ;
– een zeer zwak rendement op obligaties en spaarrekeningen ;
De actuele voorliefde voor goud – die sommigen als de nieuwe speculatieve « bubbel » omschrijven – zou aldus te lijden kunnen hebben van een periode van deflatie…
Welke formule verdient de voorkeur voor wie een onroerend goed wenst te financieren in een deflationistische context ? Vaste rente, variabele of één der talrijke tussenvarianten ?
Het antwoord is niet makkelijk, omdat het merendeel van de hypothecaire leningen zich over 20 jaar of meer spreiden : de vraag is dan te weten wanneer we uit de deflatie* zullen komen.
Logischerwijs, als men zich aan een lange deflationistische periode verwacht, zou het volstaan om al zijn aandelen te verkopen en het alzo vrijgekomen geld te plaatsen op een spaarrekening**… het spreekt voor zich dat dit de economie niet zal stimuleren !
Bepaalde analisten, zoals Robert PRECHTER, gaan zelfs verder en voorspellen ronduit dat wij ons op de vooravond bevinden van een nieuwe economie, wiens aandrijving zich niet meer in het kapitalisme maar in « socionomic » fenomenen zal uitdrukken.
Nadat het geld – het kapitaal – gedurende decennia zijn wil heeft opgelegd aan de ondernemingen, de arbeiders en zelfs de consumenten zouden het nu de grote sociale bewegingen zijn die ze animeren : de voorbeelden van de islamitische financiering, van islamitische halal voeding, enz. zijn hierbij sprekend.
De gezondheidszorg stelt echter een bijzonder actiedomein voor, door het feit dat ze sterk gesubsidieerd wordt door de Overheid en dat het moeilijk is de terugbetaling ervan te koppelen aan de inkomsten van de patiënt.
Men kan echter de volgende voorspellingen maken zonder het risico te lopen zich te vergissen :
– een sterkere promotie van generische geneesmiddelen
– een grotere kloof tussen de rechten van RVV-OMNIO en de GV ;
– frequentere en diepergaande controles door de DGEC ;
– een duidelijkere trend naar « forfaits » per pathologie en/of periode ;
– een striktere echelonnering van de verzorging ;
– een verhoging van de pensioenleeftijd, met een impact op het statuut*** van de patiënt ;
– alle medische en sociale gevolgen eigen aan een grote toename van armoede…
Vermits het zich handelt om een markt die gesubsidieerd wordt door de Overheid, is het legitiem dat de aanpassing aan een nieuwe economische context – met name een langdurige inflatie – resulteert uit de beslissingen die genomen werden door dezelfde Overheid.
De controles en de controlemechanismen zullen versterkt, en de rol van de ziekenfondsen aangepast worden ; men kan zich ook verwachten aan een gevierendeelde geneeskunde tussen twee grote polen :
– een « proximiteitsgeneeskunde », met name de algemene geneeskunde, gewilliger toegepast in medische huizen aan forfait tarieven ;
– een stijgend « hospitalocentrisme », hetgeen betekent dat de gespecialiseerde ambulante geneeskunde stilaan zal verdwijnen ;
De evolutie naar deze twee grote medische polen blaast wind in de zeilen van diegenen die gescheiden medico-mutualistische akkoorden wensen te onderhandelen voor AG en GS, temeer dat men er – tenminste vanuit het oogpunt van de AG – de toepassing van de « socionomic » theorie van Robert PRECHTER in kan zien.
________________
* als men instemt met de theorie van beurscycli van 15 jaar, is het einde van de recessie te verwachten tegen 2015, de huidige neerwaartse cyclus is in 2000 begonnen met de uiteenspatting van de Internet bubbel !
** of een woning te kopen in een zeer gegeerde buurt…
*** een patiënt kan gedurende heel zijn actieve leven GV zijn en nadien RVV worden omwille van een te bescheiden pensioen.