Verduidelijkingen aangaande de cardiale echografieën (art. 17 quater)
Hieronder kan men de NGV codes, de libellés alsook de relatieve waarden van de verschillende cardiale echografieën terugvinden, waarbij de meest geattesteerde ongetwijfeld 469814 – 469825 en zijn herhalingen 469630 – 469641 (art. 17 quater) in het zelfde kalenderjaar zijn.
De §9 van art. 17 quater bevestigt dat een VI de terugbetaling van de verstrekking 469814 – 469825 niet kan weigeren met als motief dat deze reeds geattesteerd werd in het kalenderjaar (en dat men bijgevolg de herhalingscode dient te attesteren).
Inderdaad, de herhaling begrijpt zich per « groep verstrekkers die gewoonlijk op georganiseerde wijze samenwerken », in essentie een ziekenhuisdienst of een polikliniek.
Echter, de VI kennen niet altijd de band onder de verschillende geneesheren, in het bijzondere de ambulante, wat aanleiding kan zijn voor het weigeren van terugbetaling.
Wat doen in geval van onterechte verwerping ? Herindienen met een woordje uitleg (met verwijzing naar §9 van art.17 quater) gevoegd aan het GVVH.
Laat ons trouwens verduidelijken dat de reëvaluatiecodes (A1, A2, enz.) niet op het GVVH hoeven voor te komen.
« K.B. 26.3.2003 » [in werking 1.4.2003 (« K.B. 22.4.2003 » + Erratum B.S. 29.4.2003)]
« § 9. Elke verstrekker die cardiale echografieën aanrekent moet hiervan een lijst opstellen met de aantallen van de verschillende indicaties, in volgorde zoals in de omschrijving. Deze lijst moet ter beschikking gehouden worden van de Dienst voor geneeskundige evaluatie en controle van het RIZIV en van de Belgische Vereniging voor cardiologie.
Voor de cardiale echografie moeten de termen « herhaling-herevaluatie binnen het jaar » begrepen worden per groep verstrekkers die gewoonlijk op georganiseerde wijze samenwerken. »
469814 469825
Volledig transthoracaal echografisch bilan van het hart, waarbij bidimensionele beelden bekomen worden in minstens drie verschillende snedevlakken, en kleuren-Doppler signalen en in spectraal mode ter hoogte van minstens drie klepopeningen. De opname en archivering van het onderzoek op magneetband of digitale drager is vereist, evenals een gedetailleerd protocol N 104
469630 469641
Herhaling binnen het kalenderjaar van de verstrekking 469814 – 469825 of 460456 – 460460 voor één van de volgende indicaties. De opname en archivering van het onderzoek op magneetband of digitale drager is vereist, evenals een gedetailleerd protocol en het bijhouden van een register van de herhalingsonderzoeken N 104
Herevaluatie op indicatie, binnen het jaar:
-bij optreden van:
A1. een nieuwe klinische symptomatologie of nieuwe klinische tekenen bij een patiënt zonder gekende cardiale pathologie;
A2. wijzigingen van functionele tekenen of van het klinisch onderzoek, of bij optreden van verwikkelingen, bij een patiënt met voordien aangetoond hartlijden.
-met het oog op de diagnose van één van volgende klinische toestanden:
B1. acuut myocardinfarct
B2. hartdecompensatie
B3. pericarduitstorting, pericarditis constrictiva of hemopericard
B4. vermoed of bewezen hartgezwel
B5. bacteriële endocarditis
B6. aortadissectie
B7. longembolie
B8. arteriële pulmonaire hypertensie
B9. thoraxtrauma
B10. gebruik van cardiotoxische medicatie
B11. cardioversie van een voorkameraritmie
-vóór heelkunde buiten het hart met matig of hoog risico of cardiovasculaire heelkunde wanneer het vorig echocardiografisch-Doppler onderzoek minder dan een jaar geleden is, in geval van:
C1. matig ernstig asymptomatisch aorta- of mitraalkleplijden
C2. vermoed of bewezen ischemisch hartlijden
C3. gekende cardiomyopathie of hartdecompensatie
C4. niet of onvolledig gecorrigeerd aangeboren hartlijden
-voor evaluatie van de resultaten van een therapeutische ingreep na:
D1. klepchirurgie, correctie van aangeboren hartlijden of wegname van een cardiaal gezwel
D2. percutane mitralis commissurotomie
D3. radiofrequentie-ablatie van een aritmie
D4. verzwaren van de anticoagulantiabehandeling of thrombolyse in geval van kunstklep thrombose
D5. een episode van hartdecompensatie
D6. pericardocentese
D7. behandeling van arteriële pulmonaire hypertensie.
-Systematische herevaluatie binnen het jaar om het verloop te volgen van volgende aandoeningen:
E1. matige asymptomatische aortastenose om de evolutiesnelheid te beoordelen (éénmaal)
E2. ernstig aorta- of mitraliskleplijden (max. 2 maal per jaar)
E3. matig of ernstig aorta- of mitraliskleplijden, asymptomatisch of met kunstklep, plastie, autogreffe of homogreffe tijdens de zwangerschap (max 2 maal per zwangerschap)
E4. dilatatie van de aorta ascendens (maximun 2 maal per jaar)
E5. sekwellen van bacteriële endocarditis
E6. acuut myocardinfarct (1maal tijdens de hospitalisatie en 1 maal tijdens het eerste jaar in afwezigheid van verwikkelingen)
E7. aortadissectie
E8. harttransplantatie.
469652 469663
Beperkt transthoracaal echografisch bilan van het hart, waarbij bidimensionele beelden bekomen worden, en
Doppler signalen in spectraal mode. De opname en archivering van het onderzoek is vereist, evenals een
beknopte beschrijving die een antwoord geeft op het klinisch probleem N 60
469836 469840
Volledig transoesofagaal echografisch bilan van het hart, waarbij bidimensionele beelden bekomen worden in
minstens drie verschillende snedevlakken, en kleuren-Doppler signalen ter hoogte van minstens 3 klepopeningen. De opname en archivering van het onderzoek op magneetband of digitale drager is vereist, evenals een
gedetailleerd protocol N 175
469674 469685
Beperkt transoesofagaal echografisch bilan van het hart, waarbij bidimensionele beelden bekomen worden, en kleuren-Doppler signalen in spectraal mode. De opname en archivering van het onderzoek is vereist, evenals een beknopte beschrijving die een antwoord geeft op het klinisch probleem N 90 «