De jacht op schijnzelfsandigen is open
Gezien de grote hoeveelheid aan teksten die nog voor de vakantie gestemd moeten worden valt er te vrezen dat dit wetsvoorstel gestemd zal worden zonder werkelijke discussie in het Parlement.
In zijn strijd tegen de schijnzelfstandigen, maar ook de schijnwerknemers heeft de regering een procedure ineengeflansd die « even simpel als efficiënt » zou zijn.
Acht criteria zullen thans van toepassing zijn, waaronder het ontbreken van financieel risico, het ontbreken van verantwoordelijkheid of beslissingsmacht, het feit om gewoonlijk voor één enkele contractant te werken of in lokalen waarvan men noch eigenaar noch huurder is.
Indien op minstens vijf van deze criteria het antwoord positief is, wordt de werkrelatie aanzien als uitgevoerd in het kader van een arbeidsovereenkomst.
De veronderstelling is weliswaar aanvechtbaar maar de tekst preciseert niet hoe het bewijs van het tegendeel aangevoerd mag worden, wat rechtsonzekerheid schept. Daarenboven kent de tekst wat te veel aanpassingssmacht toe aan de Koning, dwz de regering.
Drie sectoren worden thans geviseerd : de vastgoedsector, de kinderopvangdiensten en de transportbedrijven. Mag men hieruit afleiden dat de horeca en de schoonmaakbedrijven « propere » sectoren zijn ?