Kanaalvullingen : « zichtbare » en « afgebeelde » kanalen…
Geduld overwint alles…
Onze doorgewinterde lezers zullen zich eraan herinneren dat wij — op 2 april 2012 — aan de Tandheelkundig technische raad (TTR) gevraagd hebben hoe art. 6 § 4 van de Nomenclatuur te interpreteren is :
« K.B. 11.12.2000 » (in voege 1.3.2001)
« § 4 De verzekeringstegemoetkoming voor de behandeling en vulling van één of meerdere wortelkanalen van éénzelfde tand, ongeacht het aantal tijdens de behandeling gevulde kanalen, is slechts verschuldigd indien een radiografie, welke door de practicus in het dossier van de patiënt wordt bewaard en door de adviserend geneesheer ter inzage kan worden opgevraagd, aantoont dat voor een definitieve tand, elk zichtbaar kanaal ten minste tot 2 mm van de apex is gevuld en dat voor een melktand, elk zichtbaar kanaal over ten minste een derde van de lengte is gevuld.
“K.B.. 11.12.2000″ (in voege 1.3.2001) + “K.B. 22.11.2006″ (in voege 1.1.2007)
« Het honorarium voor deze behandeling en vulling omvat alle peroperatief gebruikte diagnostische hulpmiddelen met het oog op het bepalen van de wortellengte en de controleradiografie. »
Deze vraag figureert in extenso aan ons News van 2 april 2012 met de titel : Vraag aan de TTR betreffende de kanaalvullingen : strikte of teleologische interpretatie ?
De TTR heeft onlangs deze vraag beantwoord (zie PDF hieronder) :
Beftreft : artikel 6, §4 van de nomenclatuur
Tijdens zijn zitting van 21 juni 2012 heeft de Tandheelkundig technische raad uw vraag onderzocht betreffende de wortelkanaalbehandelingen.
In antwoord hierop wenst de Raad het volgende punt te verduidelijken : een nomenclatuurcode voor een behandeling van een wortelkanaal mag enkel geattesteerd worden indien elk zichtbaar kanaal van een tand behandeld werd en dat alle kanalen die conform aan de nomenclatuur gevuld werden afgebeeld zijn op de controleradiografie(ën).
Het aantal behandelde kanalen bepaalt het nomenclatuurnummer dat geattesteerd mag worden.
Dit standpunt werd bevestigd tijdens de goedkeuring van het proces-verbaal tijdens de zitting van de Tandheelkundig technische raad van 27 september 2012.
De « zichtbaarheid » van het kanaal waarnaar art. 6, § 4 refereert moet dus klinisch geïnterpreteerd worden, tijdens de wortelkanaalbehandeling en niet radiologisch aan de hand van de controleradiografie : het kanaal is « zichtbaar » tijdens de behandeling en « afgebeeld » op de radiografie…
Inderdaad, zoals we schreven in ons News van 2 april, hoewel er slecht zichtbare kanalen bestaan, of onzichtbare, zijn de wortels en de vullingen het steeds ; het is de overlapping van twee wortels die voor problemen zorgt op de radiografie.
De tandarts die drie kanalen « ziet » en vult, maar er niet in slaagt om één of meerdere controleradiografieën te maken om drie kanaalvullingen te objectiveren mag dus niet de code « behandeling en vulling van drie wortelkanalen van éénzelfde tand » (NGV codes 374555 – 3047555) attesteren en zal zich moeten genoegen met het attesteren van 374533 – 304533 (twee kanalen).
Was het niet eenvoudiger geweest om het woord « zichtbaar » weg te laten in de reglementaire tekst ?
Download : Advies TTR.pdf