Onnodige oogoperaties kosten overheid miljoenen
(Belga) Oogartsen kiezen steeds meer voor dure operaties om een al bij al eenvoudig kwaaltje de wereld uit te helpen. Dat levert artsen en patiënten meer op. Die evolutie gaat gepaard met een grote kostenstijging (84 procent) voor de overheid, tot 55 miljoen euro. Dat schrijft De Tijd.
Het leesbrilletje verliest snel aan belang in België. Terwijl het kleinood lang de oplossing bij uitstek was voor verziendheid, kiezen oogartsen meer en meer voor een operatie zodat patiënten opnieuw helder kunnen zien. Patiënten hebben daarbij verschillende opties. Ten eerste kan je presbyopie de wereld uithelpen via een operatie aan het hoornvlies. Maar het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsuitkering (RIZIV) ziet die operatie als een esthetische ingreep voor wie liever geen bril wil dragen. Het instituut betaalt die operatie niet terug. Er bestaat een tweede optie, in de vorm van een operatie die eigenlijk voor patiënten met cataract (staar) is bedoeld. Bij die ingreep wordt de ooglens vervangen door een kunstlens, iets wat ook voor presbyopie een oplossing is. Hoewel de ingreep dezelfde bedoeling heeft als de eerste wordt die operatie wel terugbetaald door het RIZIV. Voor de artsen zelf is zo’n operatie een goudmijn. De ingreep kost 440,97 euro. Dat is het zeventienvoudige van wat oogartsen verdienen met een consultatie om een bril voor te schrijven. Ook voor de patiënt is de constructie dus financieel aantrekkelijk omdat de operatie gewoon wordt terugbetaald. Het alternatief is een dure leesbril, die om de paar jaar vervangen moet worden. Zo’n bril wordt in de overgrote meerderheid van de gevallen niet terugbetaald door het RIZIV. Het mag volgens De Tijd niet verbazen dat het aantal ingrepen om een ooglens door een kunstlens te vervangen sterk is gestegen de voorbije jaren. Terwijl in 2003 nog 77.955 gevallen werden geregistreerd, waren dat er vorig jaar al 122.867. De voorbije tien jaar ondergingen 995.430 Belgen dit soort operatie. Dat vertaalt zich in stijgende kosten voor de staat. Het RIZIV betaalde in 2003 nog 29,6 miljoen euro terug voor dat soort ingrepen, vorig jaar was dat al 54,6 miljoen. Dat is omgerekend een stijging van meer dan 84 procent.