Securimed derde betaler
  • Eerste tariferingsdienst van derde-betaler voor geneesheer-specialisten en tandartsen
  • Nazicht van de verzekerbaarheid van patiënten
  • Juridische bijstand in geval van vervolging door de DGEC (Dienst voor Geneeskundige Controle van het RIZIV)
  • Opvolging van betalingen door de VI

Het nationaal akkoord geneesheren-ziekenfondsen van 13 december 2010 werd ruimschoots aanvaard !

25/02/2011 by admin

De uiterste datum van weigering om toe te treden tot het NAGZ was 17 februari 2011, met name één maand na de publicatie ervan in het Belgisch Staatsblad.

Volgens de eerste door het RIZIV uitgevoerde tellingen werd het NAGZ van 13 december 2010 ruimschoots goedgekeurd, zowel door de HA als door de specialisten : het aantal niet geconventioneerden is zelfs in daling vergeleken met 2010 !

Het medisch corps heeft dus blijk gegeven van een groot verantwoordelijkheidsgevoel door rekening te houden met de economische crisis die zwaar op de bevolking weegt.

Er dient te worden opgemerkt dat een minderheid HA – meer bepaald het « SVH » – campagne voerde tegen het NAGZ 2011.

Het derde-betaler stelsel wordt dus verplicht voor alle raadplegingen van HA bij RVV-OMNIO patiënten !

No Comments »

Protégé : De noodlottige neerwaartse spiraal van de « medische pers »

25/02/2011 by admin

Cette publication est protégée par un mot de passe. Pour la voir, veuillez saisir votre mot de passe ci-dessous :

Saisissez votre mot de passe pour accéder aux commentaires.

Herinnering : maximum één echografie per dag

19/02/2011 by Dr R. BOURGUIGNON

Men mag maar een enkele echografie per dag attesteren bij de zelfde patiënt, behalve in de uitdrukkelijk voorziene uitzonderingen.

De logica van deze beschikking is moeilijk te vatten, maar de gevolgen zijn gemakkelijk te overzien : de patiënt zal zich vaker moeten verplaatsen.

Dit is tevens van toepassing op de nieuwe unieke code voor echografie van het kleine bekken uitgevoerd door een gynaecoloog (469291-469302), die niet op dezelfde dag gecumuleerd zal kunnen worden met een echografie van de borst (469394 469405) bijvoorbeeld.

« K.B. 26.3.2003 » [in werking 1.4.2003 (« K.B. 22.4.2003 » + Erratum B.S. 29.4.2003)]
« § 2. Per dag en per patiënt mag slechts één enkele van de verstrekkingen uit § 1 van dit artikel [17quater] en uit § 1 van artikel 17bis in rekening gebracht worden. Deze beperking geldt zowel voor de individuele geneesheer als voor de verschillende geneesheren van een zelfde specialisme.
Uitzondering op deze cumulregel vormen de verstrekkingen nrs. 460644,460585, 461263, 469766, 469840 en 469685 die twee maal in de loop van eenzelfde dag mogen worden aangerekend voor een ziekenhuispatiënt van wie de bloedsomloop zo verslechterd is dat er een onmiddellijk vitaal probleem rijst.
In geval de verstrekking beschreven in de omschrijving van het nummer 460460 of 469825 meermaals op dezelfde dag wordt uitgevoerd in de omstandigheden beschreven in de vorige alinea, mag slechts één enkele
herhaling worden geattesteerd onder het nummer 461226, 461241, 469641 of 469663 naargelang het geval. »

1 Comment »

De zaak « Risc Group »: alleen de geneesheer riskeert !

19/02/2011 by Dr R. BOURGUIGNON

Het advies van de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer (CBPL) werd zopas bekend gemaakt : alleen de geneesheer die zijn gegevens aan Risc Group toevertrouwt is « verantwoordelijk voor de bewaring », Risc group treedt enkel op als « onderaannemer » !

Er dient een onderscheid gemaakt te worden tussen de verantwoordelijke voor de gegevensbewaring en de onderaannemer. In het geval dat u aanbelangt, zijn de geneesheren die een contract met de maatschappij Risc Group afgesloten hebben verantwoordelijk voor de gegevensbewaring van hun patiënten en dienen ze te dezen titel de verschillende verplichtingen van de privacywet na te leven.

Door de afsluiting van een contract met de maatschappij Risc Group, met als onderwerp de backup van gegevens van hun patiënten in een stockagecentrum van deze maatschappij waar de gegevens beveiligd zullen worden, sluit de geneesheer (verantwoordelijke voor de gegevensbewaring) een onderaannemingsovereenkomst af met Risc Group.

Inderdaad, de geneesheer blijft de persoon die de finaliteit en de handhavingsmiddelen bepaalt van de gegevensbehandeling en die beroep doet op Risc Group als onderaannemer met de bedoeling om deze gegevens te beveiligen (en dat overeenkomstig de verplichting tot beveiliging van de bewaring opgelegd door artikel 16 van de privacywet).

Het is daarenboven aan de geneesheer om zich ervan te vergewissen dat zijn onderaannemer voldoende waarborgen kan aanbrengen, en dat overeenkomstig artikel 16, §1 van de privacywet. Ter herinnering, de uiteindelijke verantwoordelijkheid blijft altijd in hoofde van de verantwoordelijke van de gegevensbehandeling.

De Medische deontologische code gaat zelfs verder in artikel 173 §1 :

§1. Elke overeenkomst tussen artsen of artsen-vennootschappen en niet-artsen en die een invloed kan hebben op de deontologische aspecten van de beroepsuitoefening van de arts dient schriftelijk vastgelegd te worden en mag slechts ondertekend worden nadat het ontwerp ervan op deontologisch vlak goedgekeurd werd door de bevoegde provinciale raad. Hetzelfde geldt voor elke wijziging van een dergelijke overeenkomst.

Ter afsluiting van deze zaak ziet men dat de geneesheer uit eigen hoofde aansprakelijk is voor het merendeel van de wettelijke en de volledigheid van de deontologische verplichtingen : hij stelt zich aan grote risico’s bloot als hij lichtzinnig de bewaring van zijn medische gegevens aan derden toevertrouwt !

Het aandeel van Risc Group op haar beurt, werd verhandeld aan 0.23 euro op de beurs van Parijs…
________________
* Art. 16. § 1. Indien de verwerking wordt toevertrouwd aan een verwerker, moet de verantwoordelijke voor de verwerking, en in voorkomend geval zijn vertegenwoordiger in België :
1° een verwerker kiezen die voldoende waarborgen biedt ten aanzien van de technische en organisatorische beveiligingsmaatregelen met betrekking tot de te verrichten verwerking;
2° toezien op de naleving van die maatregelen, met name door ze vast te leggen in contractuele bepalingen;
3° de aansprakelijkheid van de verwerker ten aanzien van de verantwoordelijke voor de verwerking vaststellen in de overeenkomst;
4° met de verwerker overeenkomen dat de verwerker slechts handelt in opdracht van de verantwoordelijke voor de verwerking en dat de verwerker is gebonden door dezelfde verplichtingen als deze die waartoe de verantwoordelijke in toepassing van paragraaf 3 is gehouden;
5° in een geschrift of op een elektronische drager de elementen van de overeenkomst met betrekking tot de bescherming van de gegevens en de eisen met betrekking tot de maatregelen bedoeld in paragraaf 3 vaststellen.

No Comments »

Eigenaardig…

18/02/2011 by admin

Op de site « pro » van @dvice vindt men het volgende onder het icoontje « Regulatory » (*) :

Taak van de stuurgroep

De @dvice stuurgroep vertegenwoordigt de artsen-gebruikers van het @dvice-platform tegenover dienstverlener Challenger Group.

Dr Jean-Luc Gallez
-Gespecialiseerde arts in klinische biologie en in «in vitro» nucleaire geneeskunde
-Effectieve leden (sic) van het  raad van beroep van het Orde van geneesheren

Evelyne Demartin
-Advocaat aan de Brusselse Balie sinds 1988
-Gespecialiseerd in verantwoordelijkheidsrecht

Is het normaal om de Orde van geneesheren te betrekken bij een project dat eminent commercieel opgezet is, bestemd om de verkoop van geneesmiddelen van Big Pharma te bevorderen ?

En hoe is het gesteld met de therapeutische vrijheid ?
____________
* URL http://www.advice.be/DOCNL/Regulatory.html

No Comments »

Tandprothesen, zelfs voor de doden…

18/02/2011 by Lth. D. HATZKEVICH

Wist u dat artikel 6, § 5 van de Nomenclatuur van de gezondheidsverstrekkingen het overlijden van de rechthebbende tijdens de vervaardiging van zijn uitneembare tandprothesen voorzien heeft ?

§ 5. Uitneembare partiële en volledige prothesen

1. Algemeen

1.3. Indien de rechthebbende, die voldoet aan de voorwaarden tot verzekeringstegemoetkoming voor een tandprothese, overlijdt tijdens de confectieperiode van zijn prothese, wordt de voorziene verzekeringstegemoetkoming herleid tot :
– 25 % indien de standaardafdrukken en de individuele afdrukken reeds genomen werden en de beetwallen gerealiseerd;
– 50 % indien bovendien de beetrelatiebepaling geschiedde en de prothese in pas is;
– 75 % na de afwerking, maar voor de plaatsing en controle.

Als bewijs moeten de gerealiseerde werken samen met de hogervermelde documenten aan de verzekeringsinstelling bezorgd worden.

Bij gelijkaardige (sic) gevallen kan de Technische tandheelkundige raad aan de hand van een omstandige aanvraag en onder dezelfde voorwaarden verzekeringstegemoetkoming verlenen.

Dit zou eventueel kunnen dienen als basis voor de berekening van het differentieel onverschuldigd bedrag* in geval dat een tandarts een prothese geattesteerd zou hebben zonder alle reglementaire zittijden te hebben doorlopen !
________________
* Cfr art. 142, § 1 van de ZIV wet, van toepassing vanaf 15-5-2007 :

Bij een inbreuk op de bepaling van artikel 73bis, 1° en 3°, slaat de terugbetaling op de volledige waarde van de verstrekkingen die ten onrechte aan de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging werden ten laste gelegd. In de gevallen voorzien in 2° en 4° van artikel 73bis komt de waarde van de terugbetaling overeen met de door de verzekering voor geneeskundige verzorging geleden financiële schade, zoals geraamd door de Dienst voor geneeskundige evaluatie en controle, op voorwaarde dat de schade nog niet werd vergoed op basis van een andere bepaling van deze wet.

No Comments »

Problemen met de nieuwe unieke code voor echografie van het kleine bekken uitgevoerd door een gynaecoloog (469291-469302)

18/02/2011 by Dr R. BOURGUIGNON

Met ingang van 1 juni 2010 werd een nieuwe unieke* code 469291- 469302 Echografie van het kleine bekken, ongeacht de toegangsweg, ongeacht de sonde, met of zonder kleurenduplex onderzoek van de pelvische bloedvaten, voorbehouden voor de gynaecologen N 50 ingevoerd ter vervanging van alle andere gynaecologische** codes voor echografie.

Een van de eigenschappen van de aldus gelibelleerde verstrekking is dat het zich handelt om een radiografie uitgevoerd buiten het toezicht op de zwangerschap, maar die echter in aanmerking komt voor de berekening van de periodiciteit van zwangerschapsegchografieën.

We hebben dit onderwerp*** reeds uitvoerig behandeld in onze vorige News van 4 mei 2010, 28 juni 2010, 12 juli 2010 en 6 januari 2011.

Er werd zelfs advies**** gevraagd aan de GTR betreffende de bijvoeging van een code met betrekking tot een verstrekking uitgevoerd op een niet zwangere patiënte in de berekening van het maximum aantal zwangerschapsechografieën.

We hebben ook de vraag gesteld : hoe kan een ziekenfonds weten wanneer een zwangerschap heeft aangevangen ? Laat ons aannemen dat verstrekking 469291 gerealiseerd wordt op 15 januari en dat de patiënte zwanger wordt op 2 februari,  waarbij een zwangerschapsechografie code 469895, uitgevoerd op 2 maart, deze toestand vastlegt.

Gezien we ons in het zelfde kalendertrimester bevinden, mag men beducht zijn dat indien de verstrekking 469895 ingevoerd werd in contante afrekening – zeer snel dus -, de later via RDB ingevoerde verstrekking 469291 verworpen zal worden… tenminste als de informatica van de ziekenfondsen niet goed ontworpen is.

Inmiddels is met de terugblik een andere, veel moeilijker vraag gerezen  : hoe kan het ziekenfonds weten dat de patiënte niet meer zwanger is en dat de teller van zwangerschapsechografieën dus terug op nul gezet mag worden ?

Natuurlijk, als de zwangerschap uitgedragen werd – drie kalendertrimesters vanuit ziekenfonds standpunt – of mochten een vrijwillige zwangerschapsonderbreking, een medische zwangerschapsonderbreking of een curettage tussenkomen, is het een makkelijke zaak, maar wat indien er geen aspiratie was en geen curettage… simpelweg doordat een spontane abortus zich heeft voorgedaan ?

Nochtans, dit scenario komt bijzonder vaak voor bij patiëntes onder eierstokstimulatie wegens onvruchtbaarheid !

Gezien patiëntes met een dergelijk profiel vaak de neiging hebben om van twee wallen te eten – een universitaire goeroe en een vertrouwde gynaecoloog bijvoorbeeld -, wordt de verstrekking 469291 die geattesteerd wordt na de beëindiging van de zwangerschap verworpen met als motief dat de verstrekking 469895 reeds geattesteerd werd door een andere gynaecoloog tijdens het zelfde kalendertrimester.

En dat kan zelfs het mooiste ziekenfondsprogramma niet weten ! Men zou dus idealiter een getuigschrift dienen te voegen aan het GVVH dat staaft dat de patiënte niet meer zwanger is op datum van de verstrekking 469291, uitgevoerd na de abortus.

Dit gezegd zijnde, tijdens deze eierstoktimulaties zou men bijna geneigd zijn om te suggereren – om elke discussie omtrent periodiciteit te mijden – enkel de code 469291 te gebruiken, zelfs in het prille begin van de zwangerschap… maar dat wordt in principe niet toegestaan omdat deze code te gebruiken is buiten de zwangerschap, ook al wordt hij meegerekend bij de zwangerschapsechografieën !

Gezien daarenboven de zwangerschapsecho 469895 – verbazend genoeg – minder goed terugbetaald wordt dan de unieke code 469291 (22.60 tegen 25.83 euro aan tarief 2011), is de verleiding nochtans groot…
_______________
* Koninklijk besluit van 6 april 2010 (BS van 27.4.2010) :

Artikel 1. In artikel 17bis, § 8, van de bijlage bij het koninklijk besluit van 14 september 1984 tot vaststelling van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 26 maart 2003 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 22 april 2003, worden de rangnummers « 469291-469302 » tussen de rangnummers « 469490 – 469501 » en « 469571 – 469582 » ingevoegd.
Art. 2. In artikel 17quater, van dezelfde bijlage, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 26 maart 2003 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 17 december 2009, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in § 1,
a) punt 1 wordt aangevuld als volgt :
« 469291-469302
Echografie van het kleine bekken, ongeacht de toegangsweg, ongeacht de sonde, met of zonder kleurenduplexonderzoek van de pelvische bloedvaten, voorbehouden voor de gynaecologen . . . . . N 40
De verstrekkingen 469490-469501, 469556-469560, 469571-469582, 469593-469604 en 469615-469626 mogen niet vergoed worden indien zij door een gynaecoloog uitgevoerd worden. »;
b) in punt 2, wordt de volgende toepassingsregel na de verstrekking 469755-469766 ingevoegd :
« De verstrekking 469755-469766 mag niet vergoed worden indien zij door een gynaecoloog uitgevoerd werd. »;
2° in § 8 worden de rangnummers « 469291-469302 » tussen de rangnummers « 469490 – 469501 » en « 469571 – 469582 » ingevoegd.
Art. 3. Dit besluit treedt in werking op de eerste dag van de tweede maand na die waarin het is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.

Vreemd genoeg heeft punt 1 van § 1 van art. 17 quater betrekking op echografieën buiten het toezicht op de zwangerschap, terwijl § 8 de zwangerschap betreft .

§ 8. In het kader van eenzelfde zwangerschap zonder ongewoon risico, mogen maximum drie van de verstrekkingen voorzien onder de nrs. 460515 – 460526, 460250 – 460261, 460493 – 460504, 469895 – 469906, 469490 – 469501 of 469571 – 469582 in rekening gebracht worden.

** 869490-469501 – echo van het vrouwelijk bekken – N 50 (29,93 % van de gevallen), 469-469560 – compleet urinair echo – N 60 (0,08 % van de gevallen), 469571-469582 – transrectaal echo – N 40 (0,04 % van de gevallen), 469755-469766 (duplex onderzoek van de diepe bloedvaten – N 94 (3,15 % van de gevallen)

*** Eigenaardig genoeg attesteren sommige gynaecologen nog steeds de oude codes !

**** Antwoord van de GTR gedateerd op 8 juli 2010 – zitting van 1 juli 2010 (de pertinente passages zijn blauw gemarkeerd) :

Artikel 17 quater van de nomenclatuur van de gezondheidsverstrekkingen bepaalt op duidelijke wijze, onder rubriek “3. Echografie van het abdomen en/of van het kleine bekken in het kader van het toezicht op een zelfde zwangerschap“, welke echografieën geattesteerd mogen worden voor het toezicht op een zwangerschap.

Artikel 17 quater, § 8 van de nomenclatuur voorziet bepaalde afwijkingen betreffende de keuze van het codenummer (aanvulling van codenummers).

Inderdaad, artikel 17 quater, § 8 preciseert dat : In het kader van een zelfde zwangerschap zonder ongewoon risico, maximum drie verstrekkingen voorzien onder de nummers 460515 – 460515, 460250 – 460261, 460493 – 460504, 469895 – 469906, 469490 – 469501, 469291 – 469302 of 469571 – 46958, in rekening gebracht mogen worden.“.

De aanwezigheid van een nieuw nummer in de regel van § 8, de code (469291-469302) opgenomen in rubriek “1. Echografieën buiten het toezicht op de zwangerschap” is niet nieuw vermits de codes 460250-460261, 460493-460504, 469490-469501 en 469571-469582 reeds voorkwamen.

De finaliteit van de regel van § 8 is niet de “gelijkschakeling” van de verstrekkingen 469291-469302, 460250-460261, 460493-460504, 469490-469501 en 469571-469582 met zwangerschapsechografieën, maar de beperking van het aantal radiografieën die geattesteerd mogen worden in het kader van een zelfde zwangerschap zonder ongewoon risico tot maximum 3 en te voorkomen dat deze grens overschreden wordt.

Inderdaad, na te hebben moeten vaststellen dat de regel van de beperking tot 3 zwangerschapsechografieën vaak omzeild werd, heeft men eens te meer de onmiskenbaarheid moeten hernemen, met name dat de “echografieën buiten de zwangerschap” niet geattesteerd mogen worden voor de opvolging van de zwangerschap, eens dat het aantal van 3 toegestane echografieën bereikt is door de attestering van 3 maal de specifieke verstrekking (469895-469906) die de enige conforme toegelaten verstrekking is.

In het voorbeeld dat u citeert, met name de verstrekking 469291-469302 Echografie van het kleine bekken… N 40, uitgevoerd bij een niet zwangere patiënte, is de regel van § 8 niet van toepassing. Dit voorbeeld kan enkel op een uitzonderlijke situatie doelen en de eerste zwangerschapsechografie zonder [on]gewoon risico* mag enkel geattesteerd worden onder het codenummer 469895-469906 Bidimensionele echografische zwangerschapsevaluatie met protocol en documenten, maximum één keer per kwartaal N 35.

No Comments »

Protégé : DGEC controle en procedures : de kapitale keuze van een verdediger

17/02/2011 by admin

Cette publication est protégée par un mot de passe. Pour la voir, veuillez saisir votre mot de passe ci-dessous :

Saisissez votre mot de passe pour accéder aux commentaires.

Nieuwe code 201375/86 voor monitoring door anesthesist tijdens de cataractoperatie

17/02/2011 by Dr R. BOURGUIGNON

We vinden hieronder de tekst terug van het KB van 25 januari 2011 gepubliceerd in het BS van 14 februari 2011* aldus een nieuwe NGV code scheppend – of beter gezegd een nieuwe verstrekking – op maat gesneden om de praktijk van ambulante cataractchirurgie  aan te moedigen – zie ons News van 26 oktober 2010 Jawel, een « cataractoperatie » mag buiten het ziekenhuis plaatsvinden :

« 201375-201386
Individueel toezicht op de vitale en niet-vitale functies van een patiënt, door de geneesheer-specialist voor anesthesie-reanimatie, bij de heelkundige verstrekkingen 246595-246606, 246912-246923 en 246610-246621 . . . . . K 72
De in voorkomend geval uitgevoerde sedatie of anesthesie (plaatselijke, regionale of algemene) is inbegrepen in verstrekking 201375-201386 en kan niet afzonderlijk worden aangerekend.
De verstrekking 201375-201386 kan niet worden gecumuleerd met de verstrekking 203313-203324.»

Deze aanpassing van de Nomenclatuur treedt in voege op 1 april 2011.
_________________
* 25 JANUARI 2011. – Koninklijk besluit tot wijziging van het artikel 12, §§ 1, a), en 3, van de bijlage bij het koninklijk besluit van 14 september 1984 tot vaststelling van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen

ALBERT II, Koning der Belgen,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, artikel 35, § 1, gewijzigd bij de wetten van 20 december 1995, 22 februari 1998, 24 december 1999, 10 augustus 2001, 22 augustus 2002, 5 augustus 2003, 22 december 2003, 9 juli 2004, 27 april 2005 en 27 december 2005, en § 2, gewijzigd bij de wet van 20 december 1995, bij het koninklijk besluit van 25 april 1997, bekrachtigd bij de wet van 12 december 1997, en bij de wet van 10 augustus 2001;
Gelet op de bijlage bij het koninklijk besluit van 14 september 1984 tot vaststelling van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen;
Gelet op het voorstel van de Technische geneeskundige raad, gedaan tijdens zijn vergadering van 15 december 2009;
Gelet op het advies van de Dienst voor geneeskundige evaluatie en controle van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering, gegeven op 15 december 2009;
Gelet op de beslissingen van de Nationale commissie geneesheren-ziekenfondsen van 18 januari 2010 en 14 juni 2010;
Gelet op het advies van de Commissie voor Begrotingscontrole, gegeven op 14 juli 2010;
Gelet op de beslissing van het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering van 26 juli 2010;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 3 november 2010;
Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Begroting van 18 november 2010;
Gelet op advies 48.957/2 van de Raad van State, gegeven op 13 december 2010, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op de voordracht van de Minister van Sociale Zaken,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1. In artikel 12 van de bijlage bij het koninklijk besluit van 14 september 1984 tot vaststelling van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 26 januari 2009, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in § 1, a), worden de volgende verstrekking en toepassingsregels na de verstrekking 201272-201283 ingevoegd :
« 201375-201386
Individueel toezicht op de vitale en niet-vitale functies van een patiënt, door de geneesheer-specialist voor anesthesie-reanimatie, bij de heelkundige verstrekkingen 246595-246606, 246912-246923 en 246610-246621 . . . . . K 72
De in voorkomend geval uitgevoerde sedatie of anesthesie (plaatselijke, regionale of algemene) is inbegrepen in verstrekking 201375-201386 en kan niet afzonderlijk worden aangerekend.
De verstrekking 201375-201386 kan niet worden gecumuleerd met de verstrekking 203313-203324.»;
2° in § 3, 7°, worden de termen « , oftalmologie (246595 – 246606, 246912 – 246923 en 246610 – 246621) » tussen de termen « verloskunde (423010 – 423021 en 424012 – 424023) » en de termen « en op de tandverzorging bedoeld in artikel 5 » ingevoegd.
Art. 2. Dit besluit treedt in werking op de eerste dag van de tweede maand na die waarin het is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.
Art. 3. De Minister bevoegd voor Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 25 januari 2011.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke Integratie,
Mevr. L. ONKELINX

No Comments »

OCMW van Sint-Jans-Molenbeek binnenkort voor de rechtbank !

16/02/2011 by Dr R. BOURGUIGNON

We hebben gezien dat het OCMW van Sint-Jans-Molenbeek eenzijdig de conventie heeft gewijzigd die haar aan bepaalde zorgverleners bond.

Aldus heeft een belangrijk sociaal tandheelkundig centrum dat zich bevindt op het grondgebied van deze Brusselse gemeente al haar getuigschriften teruggekregen met het motief dat de verzorging niet het onderwerp heeft uitgemaakt van een requisitorium komende van een erkend HA: nochtans handelde het om dringende en medisch noodzakelijke verzorging !

Een HA is niet altijd bekwaam inzake bucco-dentale gezondheid ; tevens dient te worden opgemerkt dat deze maatregel ook van toepassing is voor patiënten met hevige tandpijn, wat totaal onaanvaardbaar is op medisch vlak.

De schade bedraagt om en bij de 3.500,00 euro, waarvan de helft – ten titel van afdraging van erelonen – door het tandheelkundig centrum voorgeschoten diende te worden aan haar medewerkers.

Gezien het centrum over een verzekering « rechtsbijstand » beschikt die tevens de gevallen dekt waar zij zich  burgerlijke partij stelt, zal dit dossier doorgegeven worden aan het advocatenkantoor waar SECURIMED gewoonlijk mee samenwerkt.

We zullen zien wat de arbeidsrechtbank van Brussel erover denkt…
_______________
* Zie ons News van 13 december 2010 : Opgelet voor het OCMW van Sint-Jans-Molenbeek !

No Comments »

« Previous Entries Next Entries »