02/06/2010 by Dr R. BOURGUIGNON
Niet makkelijk om Test-Gezondheid te vinden, het blad « waar iedereen het over heeft » : na tevergeefs vier dagbladhandelaars te hebben afgeschuimd, richtten wij ons tot tweemaal toe – vooralsnog tevergeefs – tot haar persdienst, om uiteindelijk één exemplaar te bemachtigen… op de hoofdzetel van Test-Aankoop/Test-Gezondheid zelf, in de Hollandsestraat, nabij het Zuidstation*.
Natuurlijk was het niet gratis : het 40 pagina’s tellende exemplaar kost 13,10 euro, of meer dan vijfhonderd oude Belgische franken.
Het artikel « waar iedereen het over heeft », is het vijf bladzijden tellende onderzoek naar de tarieven van tandartsen, met als provocerende titel S.O.S. transparantie (sic) – de slagzin is zelfs uitgesmeerd over de volledige omslag van het blad – en waarvan de redactie preciseert dat het uitgevoerd werd in samenwerking met de Socialistische mutualiteit Bond Moyson van West-Vlaanderen ». Zo ziet men waar Test-Gezondheid haar mosterd haalt…
Laat ons vooreerst opmerken dat het artikel zijn bekendheid dankt aan de discussie dat het teweegbrengt in de grote media en niet aan de reactie van haar lezers : het fenomeen is veelvoorkomend.
Aldus kopt Belga op 28 mei : De tarieven van de Belgische tandartsen zijn niet transparant en De Morgen citeert op 29 mei de koepel van Vlaamse tandartsen : ‘De tarieven zijn vrij’
Dit mediatieke ping-pong spel – wat denkt Test-Gezondheid van de tandartsen, en daarna wat denken de tandartsen van hetgeen Test-Gezondheid denkt over hen, enz. – is vooral profijtelijk voor de uitgevende maatschappij Test-Aankoop/Test-Gezondheid, maar doet misschien ook de parafernalia van de democratie vooruitgaan… laat ons haar hierin dan ook niet te fel bekritiseren.
En wat kan men zo buitengewoons terugvinden in dit artikel « waar iedereen het over heeft » ?
Niets wat een beoefenaar van een vrij beroep – of een op zijn minst wat ervaren patiënt – nog niet zou weten : de erelonen worden bepaald volgens de beschikking van de tandarts, behalve als deze geconventioneerd is ; sommige zorgverleners baseren zich hiervoor op een geheel van parameters (financiële middelen en tevredenheid van de patiënt, moeilijkheidsgraad, gebruikte materialen, enz.), terwijl andere berusten in de min of meer lineaire toepassing van een bepaald meervoud, zoals bijv. het dubbel van het RIZIV tarief, hetzij een supplement van 100%.
Men kan in deze omstandigheden best begrijpen dat met uitzondering van prothetische elementen, het niet eenvoudig is voor een patiënt om op voorhand te weten wat zijn tandarts hem zal kosten… temeer dat de aard van de verzorging op haar beurt onvoorspelbaar is bij aanvang ! Maar, « het systeem » werkt zo van oudsher, net als bij de geneesheren, de advocaten, enz.
En dan nog, niets staat de patiënt in de weg om een « bestek » op te vragen of tenminste een schatting van de prijs… zelfs al is het zo dat weinigen het wagen om van bij het begin deze vragen te stellen, zij het uit schroom of uit vrees om de tandarts te ergeren… en dus van minder toegewijde verzorging te genieten.
Bij het lezen van het artikel van Test-Gezondheid zou men bijna vergeten dat de tandarts een mens van vlees en bloed is, een soort ambachtsman, die de kwaliteit van zijn zorgen kan moduleren in functie van de erkenning van de patiënt – en deze erkenning drukt zich vaak uit in geld.
Betreffende de « supplementen » aangehaald door Test-Gezondheid, zo lijken deze niet buitengewoon, tenminste niet in absolute waarde.
Veel geblaat en weinig wol ?
Test-Gezondheid lijkt wel op zijn laurieren te rusten : haar studie mist spijtig genoeg zowel thesis als diepgang en zal geenszins een werkelijk « plus » aan informatie leveren, tenzij aan jonge, onervaren patiënten. Wat er overblijft is het buskruit, het geschimp, het pamflet,… dat wel.
De ogenschijnlijke thesis van Test-Gezondheid is dat men ervoor zou moeten streven dat patiënten een betere controle krijgen op de prijs van tandheelkundige verstrekkingen.
Deze mogelijkheid bestaat nochtans al lang : wie zich tot een geconventioneerde tandarts richt – er zijn er veel, en zeer goede zelfs ! – hoeft enkel nog via zijn ziekenfonds en op basis van het getuigschrift na te zien of het RIZIV tarief gehandhaafd werd.
Wie daarentegen zijn gebit toevertrouwt aan een niet geconventioneerde practicus, privilegieert simpelweg zijn eigen comfort of zijn subjectieve perceptie van een betere kwaliteit van verzorging : is het niet vergeefse moeite om de patiënt tegen zijn wil in trachten te behagen ? Talent heeft vaak een prijs, maar blijft moeilijk te kwantificeren !
Maar laat ons toch opmerken dat zelfs Test-Gezondheid zich positief uitspreekt over de veralgemening van de derde-betalersregeling voor de « patiënten met bescheiden inkomens » (terwijl haar partner in de studie, Bond Moyson, gestemd heeft voor de beruchte « maximum quota’s van noodlijdenden » in 2007 en nadien in 2009) en het – administratief verbazingwekkende – voorstel op tafel legt om een prestatiecode toe te kennen aan niet terugbetaalbare verstrekkingen om de patiënt toe te laten om… hun tarief te controleren**
_______________
*Inmiddels is de persdienst van Test-Gezondheid zo vriendelijk geweest om ons het artikel per Email te laten toekomen…
** De notie van officieel tarief is nauw vervlochten met de terugbetaling door het RIZIV, het is zeker niet deze laatste die codes zal toekennen aan verstrekkingen die hij niet erkent ; bovendien verliest Test-Gezondheid uit het oog dat een geconventioneerde tandarts over volledige tarifaire vrijheid beschikt voor de niet terugbetaalbare verstrekkingen (kroon- en brugwerk, bepaalde extracties, enz.)