Securimed derde betaler
  • Eerste tariferingsdienst van derde-betaler voor geneesheer-specialisten en tandartsen
  • Nazicht van de verzekerbaarheid van patiënten
  • Juridische bijstand in geval van vervolging door de DGEC (Dienst voor Geneeskundige Controle van het RIZIV)
  • Opvolging van betalingen door de VI

Kent U @dvice ?

28/05/2010 by Dr R. BOURGUIGNON

@dvice is een een « platform » project welk beoogt dat de geneesheer rechtstreeks zijn patiënten kan informeren over de voorgeschreven geneesmiddelen, via internet (of via SMS), om zodoende de behandelingstrouw te bevorderen.

De initiatiefnemer van dit zeer innovatief concept, Francis BRIES (Challenger), legt uit dat het wetenschappelijk aangetoond werd, dat hoe meer een patiënt geïnformeerd is over zijn behandeling des te beter hij ze opvolgt.

In principe zou elke actor zijn voordeel moeten vinden in @dvice : Big Pharma zal het wettelijk verbod kunnen omzeilen om het publiek de « informatie » (lees : reclame) te verstrekken over zijn geneesmiddelen onderhevig aan een voorschrift, de voorschrijvende geneesheer zal zijn tijd niet meer hoeven te verdoen met uitleg over de diverse farmacologische aspecten van de geneesmiddelen die hij heeft voorgeschreven… en de patiënt zal er tenslotte wel bij varen, omdat hij beter zijn behandeling zal volgen.

Maar hoe zullen de zaken zich in de praktijk afspelen ?

De theoretische link tussen informatie en behandelingstrouw kan volgens ons niet ongenuanceerd overgedragen worden naar het werkterrein, en nog minder als er sprake is van E-mail of SMS die min of meer « automatisch » door de geneesheer opgestuurd worden naar zijn patiënt.

Zal de geneesheer aanvaarden om zich te ontdoen van zijn tovenaarsaura – welke een zekere geheimzinnigheid veronderstelt ? Zal hij de gedeelde kennis ondersteunen inzake geneesmiddelen, terwijl het Internet reeds de irritante dialoog onder gelijken bevoordeelt : « Maar Dokter, ik heb nochtans op het internet gelezen dat… » ? Zal de patiënt niet afgeschrikt worden door het lezen van de angstaanjagende nevenwerkingen ? Volstaat de publieke bijsluiter* niet meer ? Is men de geneeskunde niet aan het mechaniseren ? Kan men zich werkelijk een patiënt inbeelden die jaren aan een stuk vier SMS per dag ontvangt die hem eraan herinneren om zijn geneesmiddelen in te nemen ? Zal Big Pharma willen volgen met zijn (stevige) budgetten ten tijde van beperkingen en dus van keuzes ? Zal de mits betaling ter beschikking gestelde « informatie » door het « systeem » niet per definitie onvolledig zijn en nog minder onbevooroordeeld… En, meer fundamenteel nog, zal de Overheid haar ogen sluiten ?

Het project @dvice heeft een officiële finaliteit – de behandelingstrouw bevorderen – en een verdoken doelstelling : de inschakeling van geneesheren voor de verspreiding van een nieuwe vorm van reclame voor geneesmiddelen bij patiënten. Het gaat dus om een tweeledig product met drie niveaus : in de hogere sferen, bevinden zich twee actieve, maar discrete actoren die aan de touwtjes trekken (de maatschappij die eigenaar is van @dvice en Big Pharma), terwijl men op de werkvloer de half actieve, half gemanipuleerde actoren zal kunnen terugvinden (de voorschrijvende geneesheren), en in de kelderverdiepingen het marionettenleger (de patiënten).

Men zal ons niet zonder reden antwoorden dat dit reeds de hiërarchische organisatie van de « farmaceutische marketing » is, maar de repliek – en het is er één van formaat – bevindt zich in de buitengewone mogelijkheid tot mechanisatie van de relatie geneesheer-zieke en dus de robotisering van deze laatste ! Tenminste kan men aan de extreme overkant zien dat – met behulp van het Internet – zich een bevrijding van de patiënt voordoet, een soort van boerenopstand van de patiënten.

En wij hebben zelfs nog niet de kwestie aangesneden van de publieke prijs van de geneesmiddelen tot in de hemel geprezen door het systeem @dvice : zal de patiënt bereid zijn te aanvaarden, niet zo zeer dat de geneesheer zich het recht toe-eigent om een dure specialiteit voor te schrijven terwijl er generieken en kopieën bestaan, als wel dat hij zich openstelt tot een soort indoctrinatie – van hem, de patiënt zelf – in de prijzigheid ?

En de geneesheer zelf, gedwangbuisd door de quota’s van « goedkope voorschriften », hoe zal hij reageren op een « platform » dat vermoedelijk** bestemd is om dure geneesmiddelen te promoten, of meer bepaald om hem – de geneesheer – om te vormen tot een voorvechter van deze dure geneesmiddelen naar zijn patiënten toe terwijl de recessie om gematigdheid roept ?

Anderzijds, een patiënt bij wijze van SMS telegeleiden in zijn inname van geneesmiddelen herinnert sterk aan het gebruik dat sommigen wensen te maken van de functie van de geolokalisatie van mobiele telefoons inzake buurthandel.

Kortom, zoals op de Beurs tegenwoordig, niemand kan de opeenvolging van de toekomstige gebeurtenissen nog voorspellen : alles wordt mogelijk in een dergelijke context !

Als een fundamenteel commercieel concept ingekleed wordt als een sociaal concept – in dit geval zelfs een ronduit medisch concept – dient men altijd op zijn hoede te zijn : opdat het zou werken, dient de onderlinge afhankelijkheid tussen de commerciële interesses en de sociale interesses perfect afgestemd te zijn. En deze perfectie wordt maar zelden bereikt.

Conceptuele producten zoals de maaltijdcheque zien niet vaak het daglicht : er bestaan tal van « voorwaarden » tal van subtiele afstellingen of delicate doseringen die nodig zijn opdat de « mayonaise zou pakken » en bijgevolg hangt de lancering van deze producten meer af van alchimie dan van rationele marketing. En het aantal mislukkingen is hoog !

Is @dvice een soort medische Facebook of Twitter ? Bestaat soortgelijks in andere landen ? Indien het concept slaagt zal het dan gekopieerd worden en door wie ? Komt deze rol niet toe aan de ziekenfondsen*** sinds de veranderingen in de GVU wet eind 2006 ?

Men kan zich vragen blijven stellen over dit oceaanlijner-project dat tenminste de verdienste heeft om het denkwerk te bevorderen inzake het Internetgebruik in de relaties tussen geneesheren en zieken… en de farmacologische bedrijven.

Misschien bestormt men met @dvice te veel zekerheden tegelijk… maar men dient altijd de moed van de vernieuwer te eren !
______________
* « Vereenvoudigen » van een wetenschappelijke bijsluiter om er een publieke bijsluiter van te maken is een duivels ingewikkelde oefening : en hoe staat het met de rest van de communicatie van @dvice naar de patiënt toe ?
** Men kan terecht geloven dat de producten die geïntegreerd zullen zijn in het systeem of in de database van @dvice diegene zullen zijn die het zich kunnen veroorloven op het gebied van hun winstmarge ; zeker, kopieën en generieken maken het voorwerp uit van talrijke aankondigen in de pers, maar deze reclames bezitten niet de mate aan verfijning die vereist is bij een telematisch communicatiesysteem tussen geneesheren en patiënten…
*** Merkwaardig genoeg lijkt één ziekenfonds achter dit project te staan, dat – in zijn huidige versie –  beoogt om de consumptie van geneesmiddelen aan te moedigen : mogelijk is ze zich niet bewust van wat er achter steekt !

No Comments »

De onontbeerlijke moralisering van tandheelkundige RDB

23/05/2010 by Dr R. BOURGUIGNON

Wij hebben vaak partij gekozen voor de tandartsen, vermits dat conform is aan onze rol van verdediging, maar de recente gebeurtenissen in de provincie Luik, eerst was er de zaak Eric NISOL in 2009 en nu de gigantische fraude die gisteren 21 mei aan het licht gekomen is, tonen dat er zich volstrekt schaamteloze praktijken afspelen.

Wij situeren ons hier niet meer in de « overfacturatie » of in de « fouten op de interpretatie van de Nomenclatuur », maar in de doelbewuste organisatie van systemen bestaande uit praktisch uitsluitend fictieve facturatie, zowel op gebied van de tandarts als van de patiënt.

De aldus verkregen gelden door oplichting zijn in de grootteorde van meerde honderdduizenden euro’s per jaar en per « verstrekker ».

We vrezen dat deze regelrechte zwendel ten nadele van de ziekte en invaliditeitsverzekering steeds vaker zullen voorkomen en pleiten dus voor de verplichte afrekening via een Tarificatiedienst RDB.

De reden voor de opflakkering van deze grote fraudes is veelvoudig : eerst is er de mobiliteit van de tandartsen binnen de Europese Unie. Dankzij de automatische evenwaardigheid van diploma’s, kan een Spaanse, Griekse of Roemeense tandarts, of zelfs een Duitse of een Franse, enz., zich in een recordtempo in België vestigen.

Het spreekt voor zich dat in geval van « problemen » met het RIZIV*, deze tandarts even vlug België zal verlaten om de sociale zekerheid van een andere Lidstaat te gaan plunderen.

De tweede reden ligt in het gebruik van GVHH mod. F : op dit ogenblik, kan om het even wie** zich deze model F verschaffen – liefst kettingformulieren om sneller te kunnen frauderen – en er om het even welke tandarts en diens RIZIV nr. op afdrukken, vermits de erelonen natuurlijk aan het « brein » van de zaak zullen toekomen.

De GVHH mod. F moeten dus beveiligd worden.

Derde reden : de Dienst gelast met de controle van de realiteit van de verstrekkingen is overbelast en reageert pas met veel vertraging.

Tenslotte is er een factor die iedereen kent, maar die men soms geneigd is te vergeten : gezien de centrale plaats van het geld in het leven van vandaag, heeft zich bij sommigen een zekere vorm van verslaving ontwikkeld, een soort toxicomanie voor het geld.

De toevloed van onverdiend geld leidt tot zware uitgaven (auto’s, huizen, reizen), wat de fraudeur verplicht nog meer te « verdienen » om de kredieten te kunnen afbetalen : hij « fabriceert » dus steeds meer valse GVVH – en dus geld – om zijn levensstijl te handhaven.

Al komt de reactie van de autoriteiten laat blijft ze soms brutaal : als er communicatie is naar het Parket of naar het Arbeidsauditoraat dan kan men zich enkele weken later al aan huiszoekingen verwachten tijdens de vroege ochtenduren, met aanhouding en opsluiting van de verantwoordelijke(n).

In dat geval, lijkt de DGEC de bal door te spelen naar Justitie en wordt de schade niet door de administratieve rechtscolleges van het RIZIV gerecupereerd, maar via strafrechtelijke procedures, nadat de tandarts of de prothesist « gekraakt » werd in de gevangenis en overgegaan is tot het afleggen van bekentenissen.

De schade die deze grote fraudes toebrengen aan het geheel van de tandheelkundige sector en aan diens imago is natuurlijk enorm.
__________________
* of met de Belgische fiscus, RSVZ, enz.
** men hoeft zelfs geen tandartsdiploma te hebben, maar vermits men toch een beetje wegwijs moet zijn, blijken vaak de prothesisten deze verdachte praktijken te runnen…

No Comments »

Vier tandartsen uit Luik lichten RIZIV op (Belga)

21/05/2010 by admin

(Belga) Drie tandartsen en een tandprothesist zouden verschillende jaren valse attesten opgesteld hebben en die doorgestuurd hebben naar het RIZIV. Op basis van de derdebetalersregeling lieten ze zich vergoeden voor diensten die ze niet uitgevoerd hadden.

In het gerechtsarrondissement Verviers loopt een soortgelijk onderzoek en in het kader daarvan kwam dit dossier aan het licht.

In de tandartspraktijken werden al verschillende huiszoekingen uitgevoerd. Een van de tandartsen biechtte de feiten al op, terwijl de drie anderen ontkennen.

Het « brein » van de bende zou… een technieker zijn, eigenaar van de praktijken en liefhebber van wilde fakturatie.

Spijtig genoeg, stellen deze schandalige handelingen heel het tandartsenkorps in een kwaad daglicht, meer bepaald de sociale tandartsen.
______________
* Het gaat hier niet om de praktijk van tandarts Pierre-Yves LOISEAU, maar om een nabijgelegen centrum, gerund door de voormalige technieker van de Voorzitter van de VZW Sociale Tandheelkunde…

No Comments »

Er vanaf komen met een eenvoudige verwittiging ?

15/05/2010 by admin

De medische pers maakt heden ten dage melding van een « Jaarrapport 2009 » uit welk naar voren komt dat de DGEC zich zou genoegen met een eenvoudige verwittiging indien de zorgverstrekker spontaan de berekende waarde van de niet-verschuldigde verstrekkingen terugbetaalt, en dat de vervolging voor de rechtscolleges van het RIZIV enkel in werking treedt in geval van weigering.

Het handelt zich hier om een schandalige misleiding, die we reeds aanhaalden in ons News van 18 juli 2008 : Aanvaarden om terug te betalen ?

De waarheid is dat de DGEC van dit middel gebruikt maakt om de zorgverstrekkers voor de gek te houden en zich zelf het leven te vergemakkelijken : deze spontane terugbetaling wordt altijd als een schuldbekentenis aanzien, en wordt vroeg of laat ongetwijfeld gevolgd door de beruchte Synthesenota !

Maar de oneerlijkheid van de DGEC gaat nog verder zelfs* : aldus hebben we in 2009 een dossier behandeld van twee neurologen, de eerste diensthoofd en Nederlandstalig, de tweede zijn Franstalige adjunct : beiden hebben aanvaard om spontaan hun respectievelijke waarde van niet-verschuldigde verstrekkingen terug te betalen.

Enkel de Nederlandstalige neuroloog had een Synthesenota ontvangen.

De Franstalige neuroloog toonde zich zeer tevreden, want in tegenstelling tot zijn « baas », had hij enkel een verwittiging gekregen : dit kon logisch lijken vermits hij niet de eerste verantwoordelijke was voor de onregelmatigheid.

SECURIMED heeft nooit geloof gehecht aan dergelijke mildheid vanwege de DGEC en inderdaad, enkele maanden later, kreeg de Franstalige neuroloog op zijn beurt een Synthesenota…

Waarom heeft de DGEC op deze wijze gemanoeuvreerd ?

Waarschijnlijk om te vermeiden dat de twee neurologen gezamenlijk front zouden vormen, en een gemeenschappelijke verdediging zouden opstellen : door het lot van de twee neurologen – provisorisch – te scheiden, vermeed de DGEC dat ze onderling zouden beraadslagen en zorgde hij ervoor dat de argumenten van het diensthoofd tegen zijn adjunct gekeerd kunnen worden.

Verdeel en heers, in feite !
______________
* Deze sluwheid gaat zelfs zover dat op het formulier met de verklaring van vrijwillige terugbetaling kleine administratieve vakjes aanwezig zijn « bestemd voor de DGEC » die ertoe dienen om de illusie te wekken dat de inspecteur de zaak kan klasseren na ontvangst van de gelden; het is een werkelijke schande, dat een dienst die afhangt van de overheid op dergelijke stratagema terugvalt !

No Comments »

De DGEC veroordeeld door Raad van State !

14/05/2010 by admin

Men kan hieronder, in downloadbare pdf, het tweede arrest van de Raad van State dd 12 mei 2010 nalezen in de zaak van de zogezegd « geschorste » tandarts door het RIZIV.

Het handelt zich eerst en vooral om een grote overwinning* voor de zorgverstrekker – hij heeft deze beproeving doorstaan -, nadien van SECURIMED, die hem bijgestaan heeft in het kader van haar « juridische waarborg DGEC », en tenslotte van de BVST wiens Voorzitter, Tandarts HATZKEVICH, tevens aanwezig was op de zitting om er de betroffen tandarts te steunen.

Men zal kunnen opmerken dat de surrealistische argumentatie van mevr. Sandrine HOLVOET – juriste van de DGEC – volledig van tafel werd geveegd door de Raad van State.

Alle VI dienen thans de beslissing van de Raad van State na te leven…

Dit gezegd zijnde, het blijft een verbijsteringwekkende vaststelling dat het RIZIV geen enkele wettelijke mogelijkheid heeft om GVVH te « blokkeren » die vals zijn of van wie een sterk vermoeden van valsheid bestaat !
_____________________
* Er dient echter opgemerkt te worden, dat het arrest zich geenszins uitspreekt over de grond van de zaak, daar deze tot de bevoegdheid hoort van de administratieve rechtscolleges van het RIZIV of de correctionele rechtbank…

Download : Arrest Raad van State.pdf

No Comments »

RIZIV voor de Raad van State : « ‘t is ikke niet, ‘t is hij! »

12/05/2010 by admin

Vermits geen enkele vertegenwoordiger van het RIZIV zich aangeboden heeft op de zitting van 4 mei, vond er een nieuwe zitting plaats op 10 mei 2010 voor de VIde Kamer van de Raad van State, afdeling bestuursrechtspraak, voorgezeten door Mevr. DAURMONT, effectieve voorzitster.

Het RIZIV werd er dit maal vertegenwoordigd door Mevr. Sandrine HOLVOET, juriste bij de DGEC.

Men verwachtte zich aan een zeer subtiele rechtvaardiging van de toepassing van artikel 153 van de GVU wet om een zorgverstrekker te « schorsen », men vroeg zich al af welk konijn de DGEC uit zijn hoed ging toveren… welnee !

Mevr. HOLVOET begon met het pleiten van de onbevoegdheid van de Raad van State… vermits het zich om subjectieve rechten handelt, beschikt artikel 167 van de GVU dat de betwisting tot de bevoegdheid van de arbeidsrechtbank* hoort.

Aangaande de auteur van de beslissing beweerde Mevr. HOLVOET – tegen alle duidelijkheid in – dat het niet de DGEC was die de terugbetaling van de verstrekkingen van de tandarts geschorst heeft maar… de geneesheren-adviseurs van de verschillende ziekenfondsen !

Nochtans was bij de stukken van het dossier een fax gevoegd van Dr VRANCKX, geneesheer-inspecteur generaal bij de DGEC, waarin hij alle VI opdraagt om de terugbetalingen te schorsen « voor een eerste periode van 3 (drie) maanden, zowel in rechtstreekse afrekening als in RDB ».

Maar volgens Mevr. HOLVOET, drukte deze brief enkel een eenvoudige suggestie uit aan de VI… gebaseerd op de beslissing van hun eigen geneesheer-inspecteurs** !

Welke beslissing ? Hoe en waar zouden tientallen geneesheren-adviseurs beraadslaagd hebben ? In naam van wat zou de DGEC tussengekomen zijn om deze zogeheten beslissing van de geneesheren-inspecteurs mee te delen… aan hun werkgevers, de VI ? Een raadsel…

Terwijl men zich kan verbazen dat de GVU wet geen enkele bepaling kent die uitdrukkelijk de DGEC zou toelaten om de terugbetalingen in geval van vermoeden op onregelmatigheden te « stoppen », heeft SECURIMED altijd de thesis ondersteund volgens welke art. 153 in werkelijkheid een controle « geval per geval » beoogt van de medische voorwaarden op terugbetaling (bijv. van een echografie of een geneesmiddel) en niet een algemene verbodsmaatregel.

Na deze verdediging die meer weg had van een uitwijkmanoeuvre heeft de auditeur van de Raad van State, de heer DELVAX, een schorsing van de zitting gevraagd om de wet nader te bestuderen.

Deze raadpleging duurde een twintigtal minuten, waarna auditeur DELVAX opmerkte dat het schrijven van de DGEC « onmiddellijk de stopzetting van terugbetalingen van GVVH vroeg bij de VI » aangaande de tandarts in kwestie.

Hij was van oordeel dat « art. 167 de bevoegdheid van de Raad van State » niet uitsloot en stelde aan de Raad van State voor om « de schorsing van de aangevochten beslissing te bevestigen » met het motief dat « het RIZIV niet bij machte was om dergelijke beslissingen te nemen ».

Waarschijnlijk zal de VIde Kamer het advies van de auditeur volgen…

Men kan zich enkel verbazen, dat in een Rechtstaat een publieke administratie een dergelijk foute lectuur doet en een danig verkeerd gebruik maakt van een wettelijke bepaling – met name art. 153 van de GVU wet -, en het is evenzo verbazend, dat de wet het de DGEC niet toelaat om de minste conserverende maatregel te nemen bij confrontatie met zware aanwijzingen op fraude ten nadele van de ZIV.…

Men betreure vooral dat de GVU wet gecoördineerd op 14 juli 1994 een vreselijk gedrocht geworden is, een onverteerbare polymorfe tekst zonder globale conceptie…

De brief van Dr VRANCKX aan de VI kan hieronder gedownload worden.
_______________
* Art. 167. Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van artikel 52, § 3, behoren de betwistingen in verband met de rechten en plichten voortvloeiend uit de wetgeving en reglementering betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen tot de bevoegdheid van de arbeidsrechtbank.

De bestreden administratieve rechtshandelingen moeten, op straffe van verval, binnen een
maand na de kennisgeving ervan aan de bevoegde arbeidsrechtbank voorgelegd worden.

De vordering ingeleid voor de arbeidsrechtbank werkt niet schorsend.

In de zaken waarin een medisch expert wordt aangewezen, worden de voorschotten, de erelonen en de kosten van deze expert die vervat zijn in de nota die hij opstelt overeenkomstig de bepalingen van het Gerechtelijk Wetboek, aangeduid met toepassing van het door de Koning vastgestelde tarief.
** men wist niet bij het horen van een dergelijke surrealistische argumentatie, ontwikkeld voor de Raad van State, of men moest lachen of wenen over de dwaasheid van de DGEC of in tegendeel geterroriseerd moest zijn door de intellectuele oneerlijkheid vanwege een publiek organisme…

Download : Brief van Dr VRANCKX.pdf

No Comments »

Door Dr VRANCKX « geschorste » tandarts haalt gelijk voor de Raad van State

05/05/2010 by Dr R. BOURGUIGNON

Net zoals wij het hadden voorspeld, heeft de Raad van State*, heden op 5 mei, de beslissing geschorst van Dr Charles VRANCKX (DGEC) om een jonge Brusselse tandarts te schorsen (sic) voor een periode van drie maand.

Het arrest geeft de correspondentie weer die uitgewisseld werd door de zorgverstrekker en de DGEC, en erkent de hoogdringendheid en baseert zich hoofdzakelijk op de afwezigheid van het RIZIV tijdens de zitting van dinsdag 4 maart 2010.

Een nieuwe zitting is binnenkort voorzien…
__________________
*Wat ons verbaasd heeft tijdens deze zaak is dat de magistraten van de Raad van State zeer onvertrouwd leken met de GVU wet – waaronder het fameus artikel 153 -, alsook met de wereld van de ziekteverzekering en zijn specifieke woordenschat ; aldus zocht de auditeur van de Raad van State werkelijk naar zijn woorden om de ontvangst van erelonen in kontanten uit te drukken, en de voorzitter leek niet vertrouwd te zijn met de werking van de RIZIV nummers ; dit allemaal wijst er op dat er een vervreemding is ontstaan tussen het recht op verdediging van zorgverstrekkers die een wet – in deze de GVU wet – met zich meebrengt die in danig « technische » termen is opgesteld, dat ze zo goed als onbegrijpelijk is geworden, behalve misschien voor enkele ingewijden… de discussie met betrekking tot de mogelijkheid voor een niet geconventioneerde tandats om in RDB getuigschriften voor verstrekte hulp af te rekenen bij een RVV-OMNIO patiënt (zie betrekkelijk News) zou een aanwijzing zijn dat zelfs ingewijden moeilijkheden beginnen te ondervinden om deze wet te interpreteren !

No Comments »

Tandarts voor de Raad van State : de auditeur spreekt zich uit voor de opheffing… van de acte van het RIZIV

05/05/2010 by Dr R. BOURGUIGNON

Heden, op 4 mei 2010, werd voor de VIde Kamer van kort geding bij uiterst dringende noodzakelijkheid de zaak gepleit van een jonge Brusselse tandarts tegen het RIZIV, aangaande een mysterieuze « schorsing » door de DGEC voor een periode van drie maand met ingang van 23 maart 2010 (zie onze vorige News van 19 en 30 april 2010).

Hoewel opgeroepen volgens de regels, is het RIZIV niet verschenen.

Tijdens de zitting was er veel sprake over art. 153 van de GVU wet aangaande de geneesheren-adviseurs, niemand kon inzien hoe die het RIZIV toeliet om de terugbetaling van verstrekkingen van een zorgverstrekker te schorsen.

Auditeur DELVAX heeft erkend, dat in een systeem waarin de gezondheidsverstrekkingen het voorwerp uitmaken van terugbetaling door het RIZIV via derdebetalers of in contanten, de schorsing van dat recht een zware afbreuk deed aan de zorgverstrekker, evenwaardig aan een « professionele terdoodveroordeling » gezien zijn patiënten zich dan naar andere zorgverstrekkers oriënteren.

Hij heeft tevens erkend dat er hoogdringendheid was, gezien het risico op faillissement van de burgerlijke vennootschap van de tandarts, die hierdoor beroofd was van financiële inkomsten.

Tenslotte heeft hij voorgesteld om de hoofdakte te schorsen omdat de afwezigheid van het RIZIV de Raad van State niet toeliet om op ernstige wijze de motieven van zijn beslissing te beoordelen.

Alvorens de beslissing in beraad te nemen heeft de voorzitter HOYET zich afgevraagd wat precies de aard van de schorsing inhield : handelde het zich om een « schorsing van de RIZIV erkenning » ?

Het is dus waarschijnlijk dat de beslissing van het RIZIV opgeheven zal worden binnen enkele dagen.

Dit gezegd zijnde, na dit eerste arrest dat zal volgen – en in de veronderstelling dat het in het voordeel van de zorgverstrekker uitvalt -, zal er een nieuwe zitting plaatsvinden in aanwezigheid van een vertegenwoordiger van het RIZIV : de eventuele schorsing van de akte zal dan omgekeerd kunnen worden.

Er dient te worden opgemerkt dat het zwaartepunt van deze zaak oscilleert rond de beslissing van het RIZIV – met name, de schorsing van de schorsing (sic) – en niet rond zijn opheffing…

No Comments »

Nieuwe unieke code voor de echografie van het kleine bekken gerealiseerd door een gynecoloog

04/05/2010 by admin

Vanaf 1 juni 2010 zal een nieuwe unieke NGV code, voorbehouden voor gynecologen, het geheel aan codes vervangen die tot hiertoe geattesteerd werden* in het kader van een echografisch onderzoek van het kleine bekken van de vrouw buiten het toezicht op zwangerschap.

Koninklijk besluit van 6 april 2010 (BS van 24.4.2010) :

Artikel 1. In artikel 17bis, § 8, van de bijlage bij het koninklijk besluit van 14 september 1984 tot vaststelling van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 26 maart 2003 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 22 april 2003, worden de rangnummers « 469291-469302 » tussen de rangnummers « 469490 – 469501 » en « 469571 – 469582 » ingevoegd.
Art. 2. In artikel 17quater, van dezelfde bijlage, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 26 maart 2003 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 17 december 2009, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in § 1,
a) punt 1 wordt aangevuld als volgt :
« 469291-469302
Echografie van het kleine bekken, ongeacht de toegangsweg, ongeacht de sonde, met of zonder kleurenduplexonderzoek van de pelvische bloedvaten, voorbehouden voor de gynaecologen . . . . . N 40
De verstrekkingen 469490-469501, 469556-469560, 469571-469582, 469593-469604 en 469615-469626 mogen niet vergoed worden indien zij door een gynaecoloog uitgevoerd worden. »;
b) in punt 2, wordt de volgende toepassingsregel na de verstrekking 469755-469766 ingevoegd :
« De verstrekking 469755-469766 mag niet vergoed worden indien zij door een gynaecoloog uitgevoerd werd. »;
2° in § 8 worden de rangnummers « 469291-469302 » tussen de rangnummers « 469490 – 469501 » en « 469571 – 469582 » ingevoegd.
Art. 3. Dit besluit treedt in werking op de eerste dag van de tweede maand na die waarin het is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.

Merkwaardig genoeg, behelzen punt 1 van § 1 van art.17quater de echografieën buiten het toezicht op zwangerschap, terwijl § 8 het zwangerschap beoogt :

§ 8. In het kader van eenzelfde zwangerschap zonder ongewoon risico, mogen maximum drie van de verstrekkingen voorzien onder de nrs. 460515 – 460526, 460250 – 460261, 460493 – 460504, 469895 – 469906, 469490 – 469501 of 469571 – 469582 in rekening gebracht worden.

Betekent dit dat indien een gynecoloog 469291 attesteert op 1 januari bij een niet zwangere patiënte, hij wachten moet tot 1 april van het volgend jaar voor een zwangerschaps-echo 469895 (terwijl de zwangerschap kon aangevangen zijn op 10 januari) ?

Waarschijnlijk niet**, maar een 469291 geattesteerd volgend op een 469895 zal met zekerheid opgenomen worden in de berekening van het aantal echografieën tijdens een « zelfde zwangerschap », vermits code 469895 de graviditeit aantoont.
_____________
* 469490-469501 – echo van het vrouwelijk bekken – N 50 (29,93 % van de gevallen), 469556-469560 – volledig urinaire echo – N 60 (0,08 % van de gevallen), 469615-469626 – endoluminale echo (andere dan transrectale of transvaginale) – N 40 (0,04 % van de gevallen), 469755-469766 (duplex onderzoek van de diepe bloedvaten – N 94 (3,15 % van de gevallen)
** de VI hebben geen enkele mogelijkheid om het begin van een zwangerschap te kennen…

No Comments »

De balans van Dr HEPP

03/05/2010 by Dr R. BOURGUIGNON

Een medisch blad publiceerde in zijn uitgave van 30 april 2010 een uitgebreid interview met Dr Bernard HEPP, die in 1999 tot directeur generaal van de DGEC benoemd werd, en te dezen titel sinds 15 mei 2007 tevens optreedt als eerstegraads rechtscollege met betrekking tot bepaalde inbreuken.

Rekening houdende met zijn vertrek op pensioen, heeft dit interview van Dr HEPP de waarde van een balans, zeg maar testament, en is het niet vrij van eigen lof…

Allereerst, laat ons erkennen dat Dr HEPP een waar democraat is, perfect tweetalig, een betrouwbaar en voorzichtig man, een goede leider : dit is natuurlijk essentieel op menselijk vlak en dwingt respect af.

Anderzijds, niettegenstaande zijn zeer reële kwaliteiten, heeft Dr HEPP een vreselijk gebrek aan visie aan de dag gelegd ; hij heeft zijn Dienst, gedurende jaren, in een paperassen- en politieachtige werking laten nestelen, totaal voorbijgestreefd door de technische evoluties van moderne wetenschappelijke technieken – waarop nochtans diegenen terugvallen van wie verondersteld wordt dat hij ze zal controleren, tenzij misschien de huisartsen.

Hij heeft vooral – en dat is veruit het ergste wat men hem kan verwijten – zijn Dienst volledig geïsoleerd van de zorgverstrekkers op het terrein, en heeft het onnodig geacht om op het niveau van medische controle het equivalent te scheppen van « wijkinspecteur ».

Deze buurtwerkers zouden zich op regelmatige tijdstippen bij de zorgverstrekkers kunnen aanbieden ten titel van « goede relaties », vervolgens zouden ze gemakkelijk te contacteren zijn, bepaalde diensten verlenen, onder meer inzake het begrip van de Nomenclatuur, en anderzijds hun hiërarchie inlichten over de moeilijkheden die zich op het terrein voordoen.

Dit verzuim is zeer betreurenswaardig vermits de DGEC zelf zijn « vormende » rol beklemtoont.

Het volstaat om te praten met geneesheer-inspecteurs om zich ervan bewust te worden hoezeer zij « gedisconnecteerd » zijn van de dagelijkse realiteit van de zorgverstrekkers*, en het zijn niet de enkele conferenties of interviews zo nu en dan, die daar iets aan zullen veranderen.

Het « Comité van de DGEC » is evenzeer bekritiseerbaar, vermits een « brug » bouwen tussen de DGEC enerzijds, en de wereld van de zorgverstrekkers anderzijds, één van diens voornaamste opdrachten had moeten zijn.

Technische onbekwaamheid in combinatie met afzondering hebben geleid tot een vreselijke inefficiëntie van de DGEC – en dus tot een regelrechte explosie van niet of laattijdig** ontdekte fraudegevallen, tot op het punt dat – in 1993 en in 2007 – men bijna genoodzaakt was, om in de tandheelkunde een deel van de toegang tot RDB te verbieden, zozeer dat de DGEC onmachtig geworden was om op een correcte manier een min of meer omvangrijk tandheelkundig centrum te controleren…

Het is dus de onbemiddelde patiënt die het prijskaartje betaalt van de slordigheid van de DGEC !

In het voordeel van Dr HEPP kan men met zekerheid stellen, dat het aantal geneesheer-inspecteurs waarover hij beschikt veel te laag is met betrekking tot de onmetelijke omvang van de opdracht : wat kunnen een honderdtal inspecteurs – van soms twijfelachtige kwaliteit – doen, ten aanzien van tientallen duizenden zorgverstrekkers, duizende apothekers, honderde instellingen die steeds meer en steeds verfijnder verstrekkingen attesteren ?

Zodus moest er beroep gedaan worden op procedures die ten allen tijde door controleurs toegepast werden wiens opdracht hen oversteeg : gebruik maken van een zekere « brutaliteit », soms van dubbelhartigheid en… de vogelverschrikker spelen om voorbeelden te stellen !

Deze weinig subtiele methodes hebben de DGEC trouwens een zekere vorm van minachting opgebracht en vooral een bijnaam die niet zeer vleiend is in een democratie…

De zaak MASSAUX die in 2006 losgebarsten is, heeft in een klap al deze tekortkomingen aan het licht gebracht.

Maar, eens te meer heeft de de DGEC gereageerd met de gemakkelijkste weg te kiezen : Drs HEPP en VRANCKX hebben enkele « geruststellende » interviews gegeven aan de pers – men gaf zelfs het woord aan enkele inspecteurs -, en nadien heeft men in zeven haasten in 2006 de ZIV wet aangepast om toekomstige MASSAUX’s in de kiem te smoren door procedures te scheppen die puur epistolair zijn – en dus bijzonder discreet – voor het rechtscollege van… Dr HEPP zelf !

Indien voorafgaand aan haar controle Dr MASSAUX*** een wijkinspecteur had ontmoet – dwz, één die zich niet beperkt tot een puur repressieve rol – had deze laatste zich tussen zijn collega’s en de HA kunnen plaatsen om de « scherpe kanten af te ronden » en aldus het schandaal vermijden dat uiteindelijk eruit gevolgd is.

De daaruit vloeiende gebeurtenis van de quinolonen toont tenslotte hoe, in een poging om zijn imago te herstellen middels een « preventieve » in plaats van « repressieve » rondvraag, de DGEC meer kwaad dan goed gedaan heeft : deze opdracht viel eigenlijk te beurt aan een buurtwerker – onbestaande bij de DGEC – en niet aan onbekenden die bij de HA afkwamen.
_______________
* zo zeer dat het tandheelkundig milieu beter weet dan om het even welke inspecteur van de DGEC welke tandarts fraudeert en welke niet…, en bijgevolg zijn het in het algemeen de correcte tandartsen die een controle ondergaan !
** deze laattijdigheid in de uitvoering van de vervolging is trouwens hetgeen nog het meest de gecontroleerde zorgverstrekkers irriteert
*** een bijna « te eerlijke » practicus – in de zin van bijdehands – ten aanzien van de DGEC…

Fotografie : Dr Bernard HEPP tijdens de jaarlijkse barbecue op 25 juni 2009 die gegeven wordt in de tuinen van het RIZIV  © Securimed – alle rechten voorbehouden

No Comments »

« Previous Entries Next Entries »