Securimed derde betaler
  • Eerste tariferingsdienst van derde-betaler voor geneesheer-specialisten en tandartsen
  • Nazicht van de verzekerbaarheid van patiënten
  • Juridische bijstand in geval van vervolging door de DGEC (Dienst voor Geneeskundige Controle van het RIZIV)
  • Opvolging van betalingen door de VI

Tandheelkundige reclame : Het Europese Gerechtshof bevestigt het verbod vervat in het Belgisch recht

20/09/2008 by admin

Artikel 3 van de Belgische wet van 15 april 1958 met betrekking tot reclame voor tandverzorging sanctioneert (strafrechterlijk) de handelingen die overtredingen begaan ten aanzien van artikel 1er van de genoemde wet, die als volgt luidt :

Niemand mag voor het verzorgen of voor het doen verzorgen door een al dan niet bevoegd persoon, in België of in het buitenland, van aandoeningen, letsels of afwijkingen van de mond en van de tanden rechtstreeks of indirect enige reclame maken, zoals door uitstallingen of uithangborden, door opschriften of platen die kunnen misleiden omtrent de wettelijke aard van de opgegeven activiteit, door prospectussen, circulaires, brochures, strooibiljetten, langs de pers, de ether of de bioscoop, door de belofte of het verlenen van allerhande voordelen, zoals kortingen, kosteloos vervoer van patiënten, of door optreden van ronselaars of klantenjagers.

Onder reclame, zoals in dit artikel omschreven, is niet begrepen het feit voor de mutualistische klinieken en poliklinieken ter kennis van hun leden te brengen de zitdagen en ‑uren, de naam van hun titularissen en de wijzigingen die ermede verband houden.”

Echter, een tandtechnieker, eigenaar van tezelfdertijd en van een tandheelkundig laboratorium en van een praktijk maakte reclame in een telefoongids. Dit beviel natuurlijk niet aan de « Union de Dentistes et Stomatologistes de Belgique » (UPR), dewelke klacht indiende.

Hij heeft dus moeten terechtstaan voor de correctionele rechtbank van Brussel en verdedigde zich door te argumenteren dat het verbod op tandheelkundige reclame vervat in de Belgische wet in strijd is met bepaalde artikels van het EC Verdrag met betrekking tot de vrije mededinging tussen ondernemingen.

De rechtbank heeft dus in december 2005 een prejudiciële vraag gesteld aan het Hof van Justitie  van de Europese Gemeenschappen (HJEG), dat in zijn arrest van 13 maart als volgt antwoordde :

Artikel 81 EG, gelezen in samenhang met de artikelen 3, lid 1, sub g, EG en 10, tweede alinea, EG, staat niet in de weg aan een nationale wettelijke regeling die eenieder en tandverzorgers verbiedt, in het kader van een vrij beroep of een praktijk voor tandverzorging op welke wijze ook reclame inzake tandverzorging te maken.

Referenties : HJEG, 13 maart 2008, in zaak C-446/05, Ioannis Doulamis – consulteerbaar op de site http://curia.europa.eu/ – kies « Rechtspraak » vervolgens numerieke toegang tot de zaken.

No Comments »

Wanneer de DGEC de beslissingen van de technische Raden niet eerbiedigt

02/09/2008 by admin

In antwoord op de parlementaire vraag nr. 179 van Mevrouw Sonja BECQ, volksvertegenwoordiger, van 26 mei 2008, had de minister van Sociale zaken het volgdende te zeggen :

1. In het verleden [sic] heeft men soms verschillende interpretaties vastgesteld betreffende de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen of andere toepassingsregels binnen de verzekering voor de geneeskundige verzorging. Om dergelijke moeilijkheden te voorkomen zetelt de Dienst voor geneeskundige evaluatie en controle sinds 2003 met raadgevende stem in 33 technische raden en overeenkomstencommissies die zich toeleggen op de voorbereiding van de projecten van wijziging van de nomenclatuur en andere reglementaire teksten betreffende de verzekering voor geneeskundige verzorging.

2. De wet van 21 december 2006 heeft in de schoot van de Dienst voor geneeskundige evaluatie en controle twee administratieve rechtscolleges opgericht die worden voorgezeten door een magistraat, met name een Kamer van eerste aanleg en een Kamer van beroep, met als opdracht de betwistingen tussen de zorgverstrekkers en de Dienst voor geneeskundige evaluatie en controle te beslechten. Deze wet, die op 15 mei 2007 in werking is getreden, voorzag in de noodzaak om bij koninklijk besluit een procedurereglement aan te nemen, wat geregeld werd bij koninklijk besluit van 9 mei 2008, gepubliceerd in het Belgisch staatsblad van 10 juni 2008. Voor het overige dient gesteld dat de procedure om deze magistraten en leden van deze rechtscolleges te benoemen werd afgerond met de publicatie van het koninklijk besluit van 18 mei 2008, gepubliceerd in het Belgisch staatsblad van 9 en 10 juni 2008.

3. Indien door administratieve rechtscolleges zou worden geoordeeld, dat de interpretatie zoals vooropgesteld door de Dienst voor geneeskundige evaluatie en controle niet correct zou zijn, dan respecteert de Dienst uiteraard, nadat alle rechtsmiddelen zijn uitgeput, de definitieve rechterlijke beslissing en herziet zijn standpunt.

Commentaar van de Redactie :

Dit antwoord van de minister is – gewild ? – « naast de kwestie ».

De vraag – oorspronkelijk in het Nederlands gesteld – is de volgende : « De vastgestelde inbreuken zijn echter niet altijd correct. Zo wordt tandartsen verweten overtredingen te begaan, terwijl volgens de Gezondheidsdienst van het RIZIV zulks wel is toegelaten.

1. Hoe worden dergelijke foute vaststellingen door inspecteurs geconstateerd ?

2. Is het mogelijk om voor de jaren 2005, 2006 en 2007 aan te geven voor hoeveel klachten (per jaar en per regio) er dergelijke vaststellingen gedaan werden ?

3. Welke opvolging wordt daaraan gegeven ?”

De vraag van Mevrouw Sonja BECQ gaat dus duidelijk over de fouten gemaakt door de inspecteurs van de DGEC, meer bepaald als ze ten onrechte verbaliseren op feiten (bijv. cumul van verstrekkingen) die eerder reeds toegelaten werden door de Technische raden (bijv. GTR en TTR).

Echter, deze Technische raden, afhankelijk van de Gezondheidsdienst van het RIZIV zijn wettelijk gevolmachtigd om de Nomenclatuur te interpreteren (art. 27 van de ZIV-wet).

Maar de minister antwoordt alsof enkel de administratieve rechtscolleges van het RIZIV de Nomenclatuur mogen interpreteren…

Bovendien beweert ze dat de wet van 21 december 2006 de Kamers van eerste aanleg heeft gecreëerd alsook de Kamers van beroep, daar waar in werkelijkheid deze wet de leidend ambtenaar van de DGEC als zijnde een rechtscollege en enkel de Kamers van eerste aanleg heeft opgericht (en niet de Kamers van beroep, daar deze reeds bestonden !).

Waarom heeft ONKELINX, nadat ze de taak van de Tecnhische raden heeft weggevaagd, de sinds 15 mei 2007 rechtsprekende rol van de leidend ambtenaar van de DGEC ontkend ?

Voor de goede reden dat indien ze dit nieuw rechtscollege geïntegreerd zou hebben in punt 3 van haar antwoord, deze absurd was geworden (de interpretatie van de Nomencaltuur van de DGEC zou… niet correct geacht worden door de baas van dezelfde DGEC !) en haar stratageem te evident zou worden.

Wij noteren tenslotte dat de minister niet het aantal foutieve vaststellingen van inbreuken wenst prijs te geven, en noch minder het gevolg dat eraan gegeven wordt…

Zie met betrekking hierop de News : « een onschuldige veroordeeld… »(20/7/2008), « Cumul intrabuccale en panoramische radiografieën »(20/7/2008), Schriftelijke vraag van Dhr Georges GILKINET aan L. ONKELINX » (20/08/2008) en « De leidend-ambtenaar van de DGEC herziet een van zijn eigen beslissingen ! » (20/8/2008).

No Comments »

Recente statistieken…

02/09/2008 by admin

In antwoord op de parlementaire vraag nr. 180 van Mevrouw Sonja BECQ, volksvertegenwoordiger, van 26 mei 2008 had de minister van Sociale zaken hetvolgende te zeggen :

1. De Dienst voor evaluatie en medische controle beschikt over 108 geneesheer-inspecteurs verdeeld als volgt :

– in de Vlaamse regio : 52

– in de Waalse regio : 35

– in de regio Brussel-hoofdstad : 12

– centrale dienst : 9

2. Het aantal onderzoeken [uitsluitend betreffende tandartsen] :

– in de Vlaamse regio : 30 in 2005, 39 in 2006, 13 in 2007

– in de Waalse regio : 14 in 2005, 16 in 2006, 20 in 2007

– in de regio Brussel-hoofdstad : 5 in 2005, 8 in 2006, 21 in 2007

In totaal : 166 onderzoeken

3. Het aantal processen-verbaal [uitsluitend betreffende tandartsen] :

– in de Vlaamse regio : 31 in 2005, 41 in 2006, 8 in 2007

– in de Waalse regio : 9 in 2005, 16 in 2006, 11 in 2007

– in de regio Brussel-hoofdstad : 2 in 2005, 4 in 2006, 0 [nul !] in 2007

A ces chiffres devra s’ajouter le nombre de procès-verbaux rédigés dans les 55 enquêtes en voie d’achèvement.

Bij deze cijfers moet nog het aantal processen-verbaal geteld worden betreffende de 55 onderzoeken in afhandelingsfase.

4. Op de 166 onderzoeksdossiers geopend ten laste van tandartsen werden er 20 betwist zonder dat kan verondersteld worden of de tandartsen nu de feiten betwisten of een effectieve administratieve of jurisdictionele beslissing afwachten eer de ten onrechte aangerekende verstrekkingen terug te betalen.

Ze verdelen zich als volgt :

– in de Vlaamse regio : in 2005, 7 dossiers en 20 processen-verbaal ; in 2006, 6 dossiers en 10 processen-verbaal ; in 2007, 0 dossiers.

– in de Waalse regio : in 2005, 1 dossier en 2 processen-verbaal ; in 2006, 4 dossiers en 6 processen-verbaal ; in 2007, 1 dossier en 1 proces-verbaal.

– in de regio Brussel-hoofdstad : in 2005, 1 dossier en 2 processen-verbaal ; in 2006 0 dossiers ; in 2007, 0 dossiers.

5. Deze 20 betwiste dossiers werden nog niet voorgelegd noch aan de appreciatie van de leidend ambtenaar van de Dienst voor evaluatie en controle, noch aan het oordeel van de Kamer van eerste aanleg. Het is dus tot op heden onmogelijk te bepalen in hoeveel gevallen of voor hoeveel processen-verbaal de argumentatie van de tandartsen pertinent werd geacht.

No Comments »

Tarieven voor tandverzorging te rekenen vanaf 1 juli 2008

02/09/2008 by admin

De eerste leeftijdsschijf die in aanmerking komt voor de tarifering verschuift van voor de leeftijd van 12 jaar naar voor de leeftijd van 15 jaar. Er zijn ook enkele nieuwe codes (305933, enz.). Aandachtig te lezen !

Download : dent20080701fr.pdf

No Comments »