Securimed derde betaler
  • Eerste tariferingsdienst van derde-betaler voor geneesheer-specialisten en tandartsen
  • Nazicht van de verzekerbaarheid van patiënten
  • Juridische bijstand in geval van vervolging door de DGEC (Dienst voor Geneeskundige Controle van het RIZIV)
  • Opvolging van betalingen door de VI

Fax van Securimed weer operationeel : +32 2 513 54 21

31/12/2010 by admin

Sinds september 2010 hebben we het gebruik van ons faxtoestel stopgezet, maar we hebben moeten vaststellen dat niet alle practici reeds toegang hadden tot het internet en/of een scanner.

Bijgevolg hebben we onze oude installatie vervangen door een volledig numerieke versie (modem USB Robotics 56K met PageSender 4.6 software) en ons faxnummer weer in dienst genomen, met name + 32 2 513 54 21

Met ingang van 1 januari 2011 kan elk document ons via fax toegezonden worden op dit nummer.

No Comments »

Geëvokeerde potentialen : Dr Hepp richt een schrijven aan sommige neurologen…

29/12/2010 by Dr R. BOURGUIGNON

Sommige neurologen hebben een schrijven* d.d.10 december 2010 ontvangen van Dr HEPP, hoofd van de DGEC, met betrekking tot de « correcte toepassing van geëvokeerde potentialen (GP) ».

Deze brief kan in pdf formaat gedownload worden : zie onderaan dit News

Deze brief beroept zich op een advies uit 2009 van het KCE dat als volgt getitteld is « De waarde van EEG en geëvokeerde potentialen in de klinische praktijk« .

Dit verslag, tevens beschikbaar aan het einde van dit News, « stelt vast dat er onvoldoende bewijzen zijn voor de bruikbaarheid » van bepaalde praktijken : met name de combinatie van verschillende GP (motorisch, visueel, auditief of somatosensorisch), de combinatie EEG-GP en het herhaaldelijk uitvoeren van de GP.

Het schrijven van Dr HEPP verduidelijkt op bladzijde 2 de selectiecriteria** van de neurologen die weerhouden werden in de « mailing » ; het bevat in bijlage een reeks grafieken en tabellen verondersteld om de neuroloog onder dit specifiek aspect van zijn profiel door te lichten.

We zullen geen wetenschappelijke discussie voeren over de relevantie of de onbruikbaarheid van de betroffen ingrepen : een groep experts heeft zich ermee belast om Dr HEPP te antwoorden.

Ons doel bestaat eruit de lezer voor te lichten over de juridische keuzes die hij heeft : zich erbij neerleggen, het hoofd bieden of moduleren.

Onder de titel « Plichten van de zorgverleners », bepaalt artikel 73 van de ZIV wet onder § 1 :

De geneesheer en de tandheelkundige oordelen in geweten en in volle vrijheid over de aan de patiënten te verlenen verzorging. Zij zullen erop toezien dat ze toegewijde en bekwame verzorging verstrekken in het belang van de patiënt en rekening houdend met de door de gemeenschap ter beschikking gestelde globale middelen.

Ze onthouden zich van overbodige of onnodig dure verstrekkingen voor te schrijven, uit te voeren of te laten uitvoeren ten laste van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen.

Het onnodig dure of overbodige karakter van deze verstrekkingen wordt geëvalueerd, volgens de procedure bepaald in artikel 146bis, § 1, op basis van één of meerdere indicatoren van manifeste afwijking, vastgesteld door de Nationale Raad voor Kwaliteitspromotie ten opzichte van aanbevelingen van goede praktijk.

En onder § 4 :

Bij gebrek aan de in § 2 bedoelde indicatoren van manifeste afwijking wordt de praktijk vergeleken volgens de procedure bepaald in artikel 146bis, § 2, met de praktijk van normaal voorzichtige en toegewijde zorgverleners in gelijkaardige omstandigheden. Hierbij wordt onder andere rekening gehouden met wetenschappelijke informatie aanvaard door wetenschappelijke verenigingen en/of instellingen die een algemene bekendheid genieten.

De tekst van de artikels 73bis, 142 en 146bis, § 1 is hieronder weergegeven***.

In de praktijk worden deze – oeverloos ingewikkelde teksten – als volgt toegepast : de DGEC kan proces-verbaal opstellen voor « overconsumptie » of « overvoorschrijven » : het dossier komt vervolgens bij het Comité van de DGEC dat beslist of er voldoende reden is om over te gaan tot vervolging van de zorgverstrekker… voor de Kamer van eerste aanleg (KEI), welteverstaan kan de leidend-ambtenaar van de DGEC de beslissing tot het afzien van vervolging betwisten bij de KEI.

De DGEC kan dus, los van de afloop van de procedure bij het Comité, de KEI aanstellen…

De referentie van « een of meer indicatoren van manifeste afwijking vastgesteld door de Nationale raad van kwaliteitspromotie ten opzichte van aanbevelingen van goede medische praktijk (NRKP) » is, krachtens art. 73, § 4 , het vaakst vervangen door adviezen van experts en/of een tijdschrift uit de literatuur.

In de dossiers betreffende « overconsumptie », kan de zorgverstrekker ertoe genoopt worden om de verstrekkingen terug te betalen voor welke men van oordeel is dat ze overbodig of onnodig duur zijn en die hij zelf heeft uitgevoerd.

Anderzijds, in de dossiers van « overvoorschrijven », voorziet de wet enkel een boete voor inbreuken begaan na 15 mei 2007 : voordien mondde de terugbetaling (van voorgeschreven geneesmiddelen, onderzoeken, enz.) soms uit in veroordelingen tot estreem hoge bedragen (zie bijvoorbeeld de zaak van Dr Francis COUCKE****).

Om terug te komen op de geëvokeerde potentialen, meestal handelt het zich om door de neuroloog voorgeschreven en door hemzelf uitgevoerde ingrepen : in toepassing van art. 142 § 1, 4°, is een terugbetaling van hun waarde mogelijk, met daarbovenop een administratieve geldboete gaande van 5 tot 100 percent van het ten onrechte vergoed bedrag.

Men kan aannemen dat het rapport van het KCE voldoende zal zijn om het Comité van de DGEC of de KEI ervan te overtuigen, tenzij dat de neuroloog kan aantonen dat het zich om een uitzonderlijk geval handelt : het is dus aanbevolen om wat gas terug te nemen… waarbij de DGEC geen lange onderzoeken hoeft te voeren : de door de VI ingevoerde gegevens volstaan !
__________________
* Terwijl de briefwisseling omtrent de onderzoeken de referentie « E » (« enquête ») draagt, heeft deze de referentie « D »  (« dissuasion ») – voor afschrikking ?
** De aangeschreven neurologen zijn niet talrijk, vermits Dr HEPP alle brieven met de hand – en met deze karakteristieke turquoise inkt – ondertekend heeft.
*** Art. 73bis. Onverminderd eventuele straf- en/of tuchtrechtelijke vervolging, en onafgezien van de bepalingen uit de overeenkomsten of verbintenissen bedoeld in Titel III, is het de zorgverleners en gelijkgestelden verboden, op straffe van de maatregelen voorzien in artikel 142, § 1:

1° reglementaire documenten voorzien in deze wet of de uitvoeringsbesluiten ervan op te stellen, te laten opstellen, af te leveren of te laten afleveren wanneer de verstrekkingen niet werden verleend of afgeleverd;

2° hogervermelde reglementaire documenten op te stellen, te laten opstellen, af te leveren of te laten afleveren wanneer de verstrekkingen niet voldoen aan de voorwaarden bepaald in deze wet, zijn uitvoeringsbesluiten of de krachtens deze wet afgesloten overeenkomsten en akkoorden;

3° hogervermelde reglementaire documenten op te stellen, te laten opstellen, af te leveren of te laten afleveren wanneer de uitgevoerde verstrekkingen noch preventief, noch curatief zijn in de zin van artikel 34;

4° verstrekkingen bedoeld in artikel 34 uit te voeren die overbodig of onnodig duur zijn in de zin van artikel 73;

5° verstrekkingen bedoeld in artikel 34 voor te schrijven die overbodig of onnodig duur zijn in de zin van artikel 73;

6° farmaceutische specialiteiten bedoeld in artikel 35bis, § 10, tweede lid, voor te schrijven boven de drempels bepaald door de indicatoren, zonder voldoende de aanbevelingen na te leven zoals bepaald in artikel 73, § 2, tweede lid;

7° na schriftelijke verwittiging door een van de ambtenaren bedoeld in artikel 146, tekortkomingen te begaan die betrekking hebben op louter administratieve formaliteiten die de essentiële vergoedingsvoorwaarden voor deze verstrekkingen niet in het gedrang brengen;

8° de zorgverleners aan te zetten tot het voorschrijven of uitvoeren van overbodige of onnodig dure verstrekkingen.

Art. 142. § 1. Onverminderd eventuele strafrechtelijke- en/of tuchtrechtelijke sancties, worden de zorgverleners en gelijkgestelden die zich niet schikken naar de bepalingen van artikel 73bis de hiernavolgende maatregelen opgelegd:

1° de terugbetaling van de waarde van de verstrekkingen die ten onrechte aan de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging werden ten laste gelegd en een administratieve geldboete van 50 pct. tot 200 pct. van de waarde van de terugbetaling, bij een inbreuk op de bepalingen van artikel 73bis, 1°;

2° de terugbetaling van de waarde van de verstrekkingen die ten onrechte aan de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging werden ten laste gelegd en/of een administratieve geldboete van 5 pct. tot 150 pct. van de waarde van dezelfde verstrekkingen, bij een inbreuk op de bepalingen van artikel 73bis, 2°;

3° de terugbetaling van de waarde van de verstrekkingen die ten onrechte aan de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging werden ten laste gelegd en een administratieve geldboete van 5 pct. tot 100 pct. van de waarde van de terugbetaling, bij een inbreuk op de bepalingen van artikel 73bis, 3°;

4° de terugbetaling van de waarde van de verstrekkingen die ten onrechte aan de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging werden aangerekend gelegd en een administratieve geldboete van 5 pct. tot 100 pct. van de waarde van de terugbetaling, bij een inbreuk op de bepalingen van artikel 73bis, 4°;

5° een administratieve geldboete van 500 EUR tot 50.000 EUR bij een inbreuk op de bepalingen van artikel 73bis, 5°;

6° een administratieve geldboete van 500 EUR tot 20.000 EUR bij een inbreuk op de bepalingen van artikel 73bis, 6°;

7° een administratieve geldboete van 50 EUR tot 500 EUR bij een inbreuk op de bepalingen van artikel 73bis, 7°;

8° een administratieve geldboete van 1.000 EUR tot 250.000 EUR bij een inbreuk op de bepalingen van artikel 73bis, 8°.

Bij een inbreuk op de bepaling van artikel 73bis, 1° en 3°, slaat de terugbetaling op de volledige waarde van de verstrekkingen die ten onrechte aan de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging werden ten laste gelegd. In de gevallen voorzien in 2° en 4° van artikel 73bis komt de waarde van de terugbetaling overeen met de door de verzekering voor geneeskundige verzorging geleden financiële schade, zoals geraamd door de Dienst voor geneeskundige evaluatie en controle, op voorwaarde dat de schade nog niet werd vergoed op basis van een andere bepaling van deze wet.

Art. 146bis. § 1. Na melding door de verzekeringsinstellingen, de profielencommissies of op eigen initiatief verzamelt de Dienst voor geneeskundige evaluatie en controle de gegevens over de verstrekkingen bedoeld door de indicatoren, vermeld in artikel 73, § 2.

De door de profielencommissies overgezonden vaststellingen gelden tot bewijs van het tegendeel. Zij worden als dusdanig door de inspecteurs van de Dienst voor geneeskundige evaluatie en controle gebruikt om de inbreuken zoals beschreven in artikel 73bis, 4°, 5° en 6°, vast te stellen.

Na analyse van de ingewonnen gegevens informeert de Dienst desgevallend de zorgverlener van het overschrijden van de indicatoren van manifeste afwijking en nodigt hem uit binnen de maand zijn schriftelijke verweermiddelen te bezorgen.

Na onderzoek van deze verweermiddelen kan de Leidend ambtenaar van de Dienst voor geneeskundige evaluatie en controle hetzij het dossier afsluiten zonder gevolg, hetzij de praktijk van de zorgverlener onder monitoring plaatsen voor de betrokken verstrekkingen.
De plaatsing onder monitoring bestaat uit een evaluatie van het voorschrijfgedrag en de uitvoeringswijze van een zorgverlener op basis van de indicatoren bedoeld in artikel 73, § 2.

Voor de toepassing van leden 8 en 9 alsook van de artikelen 73bis, 6°, en 142, § 1, 6°, betreft de controle van de elementen, bedoeld in artikel 73, § 3, derde lid, enkel de voorschriften afgeleverd vanaf de begindatum van de monitoring.

De plaatsing onder monitoring duurt minimum zes maanden. Deze onderzoeksmaatregel moet ter kennis gebracht worden van de zorgverlener, waarbij de begindatum van de maatregel, de aanbevelingen die van toepassing zijn op zijn praktijkgedrag, alsook de maatregelen die genomen kunnen worden in geval van inbreuken [op artikel 73bis, 4°, 5° en 6°], worden meegedeeld. Tegen deze maatregel staat geen beroep open.

De profielencommissies hebben de bevoegdheid om de Dienst voor geneeskundige evaluatie en controle uit te nodigen zorgverleners onder monitoring te zetten op basis van een gemotiveerd dossier. De Leidend ambtenaar brengt verslag uit van het gevolg gegeven aan de aanvragen van de profielencommissies.

Wanneer na afloop van de monitoring blijkt dat de zorgverlener zich niet of onvoldoende heeft aangepast in de zin van een goede medische praktijkvoering, verzoekt de Dienst de betrokken zorgverlener zijn verklaringen binnen de termijn van één maand na de datum van het verzoek schriftelijk te bezorgen.

De verklaringen worden voorgelegd aan het Comité dat:

1° het dossier kan afsluiten zonder gevolg;
2° het dossier kan afsluiten met een waarschuwing;
3° de leidend ambtenaar kan opdragen de zaak aanhangig te maken bij de Kamer van eerste aanleg.

Bevat het dossier echter een inbreuk op artikel 73bis, 6°, moet het Comité, wanneer niet onmiddellijk maatregelen kunnen genomen worden als bedoeld onder 1° en 2°, het Nationaal college van adviserend geneesheren de opdracht geven, op basis van een steekproef, de navolging van de aanbevelingen, bedoeld onder artikel 73, § 2, tweede lid, te evalueren. Wanneer het College, op basis van deze evaluatie, vaststelt dat de aanbevelingen in minstens 20 pct. van de gevallen onvoldoende nagevolgd worden, wordt de Dienst voor geneeskundige evaluatie en controle hiervan verwittigd, die vervolgens het dossier aan het Comité voorlegt. De vaststellingen, meegedeeld door het Nationaal college van adviserend geneesheren, zijn bewijskrachtig tot bewijs van het tegendeel.

Zij worden als dusdanig gehanteerd door de geneesheren-inspecteurs van de Dienst voor geneeskundige evaluatie en controle, om inbreuken vast te stellen als bedoeld onder artikel 73bis, 6°. Het Comité neemt vervolgens één van de maatregelen, vermeld onder 1° tot 3°.
**** In de zeer gemediatiseerde zaak MASSAUT – in naam van deze huisarts uit Lierneux die in 2005 abusievelijk Spiriva® had voorgeschreven – beschouwde de DGEC de waarde van het geneesmiddel als het ten onrechte uitbetaalde bedrag.

Report KCE.pdf

Lettre Dr HEPP.pdf

No Comments »

Risc Group eist meer dan 8.000,00 euro van een Ardense HA !

23/12/2010 by Dr R. BOURGUIGNON

Reeds meerdere keren hebben we in onze News de agressieve commerciële technieken van de Franse maatschappij Risc Group aangekaart, alsook de juridico-deontologische waas die het product omringt.

Artsenkrant heeft er trouwens een uitgebreid artikel aan geweid in zijn editie van 28 mei 2010, maar ons is deze eindejaarsperiode een nieuwe getuigenis toegekomen.

Op 12 mei, na een wervingssoperatie gevoerd in ware « huzarenstijl » en te midden van een raadpleging, heeft een bouillonese HA een contract voor « geïnformatiseerde beveiliging » ondertekend met het Belgisch filiaal van Risc Group.

In ruil voor gegevensopslag via het internet*, verbond zich onze HA ertoe om 450 euro per maand excl. btw te betalen gedurende een vaste looptijd van 60 maanden (sic), en daar nog bovenop 851 euro excl. btw voor « installatiekosten ».

De totale kostprijs van de operatie bedraagt dus 27.000,00 euro waarbij nog de 851 euro en de btw van 21% moeten worden toegevoegd, en zo komt men tot een totaal van… 33.699,71 euro btw incl. !

Het behoeft geen betoog dat een min of meer identiek resultaat gemakkelijk bereikt had kunnen worden met een externe harde schijf of een copie op CD, USB sleutel, enz, bewaard op een veilige plek ; kostprijs : een honderdtal euro.

Natuurlijk heeft de verkoper van Risc Group, zoals de collega ons uitlegt « druk uitgeoefend met te zeggen dat het schandalig, gevaarlijk is om geen backup van medische gegevens te hebben ».

In de waan dat in zijn geval de bedenktijd van toepassing is, richt de HA op 14 mei een aangetekend schrijven aan Risc Group om van de koop af te zien.

Hierop roept Risc Group artikel 5.5 in van het contract dat stipuleert dat een forfaitaire schadevergoeding van toepassing is gelijk aan 18 maandpremies, hetzij 8.100,00 euro.

Onze HA krijgt dus een eerste aangetekend schrijven van Risc Group gedateerd op 19 mei en getekend door Sonia Torkhani, nadien een ingebrekestelling getekend op 31 mei… en tenslotte een ingebrekestelling van de advocaat van Risc Group.

Tevens bevestigt onze Bouillonese correspondent dat een van de meest ergerlijke aspecten van de commerciële benadering van Risc Group zich uit in de instrumentalisatie van geabonneerde geneesheren – echte of fictieve – om het medisch milieu te infiltreren.

Artikel 9 van het contract legt Risc Group een vertrouwensclausule op, maar deze maatschappij aarzelt noch om zich te beroepen op de een of andere geneesheer met iets of wat naambekendheid, noch om een lijst van zogenaamde cliënten onder ogen van de lead te leggen  – echter zonder dat deze laatste er een fotokopie van mag bijhouden.

Op de beurs van Parijs heeft het aandeel van Risc Group vandaag op 22 december nog in waarde verloren  : ze is nog maar 0,23 euro waard !

Wat doen de Orde van geneesheren, de medische syndicaten… en zelfs het RIZIV of de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer (CBPL) ten aanzien van commerciële en vooral dan de geïnformatiseerde praktijken van Risc Group ?

Is het deontologisch – en zelfs wettelijk – om op dergelijke wijze medische gegevens te versturen en op te slaan bij een derde die aan geen enkele vorm van controle onderhevig is ?
__________________
* De medische gegevens worden via het internet doorgestuurd en opgeslagen  nabij Orleans, in een « Risc Box » van 10 Go, wat niet bepaald veel is getoetst aan de criteria van 2010 : harde schijven van 1 of 2 tera – 100 à 200 keer meer – zijn beschikbaar op de markt…

Download :

Brief Risc Group.pdf

Brief advocaat Risc Group.pdf

No Comments »

Apothekers zijn geen postbodes !

22/12/2010 by admin

De Orde der Apothekers heeft eind november 2010 beslist dat apothekers in geen geval als postbode mochten dienen voor documenten bestemd voor de ziekenfondsen.

De economische crisis heeft sommige patiënten aangezet tot het pogen van hun frankeerkosten te beperken door hun getuigschriften voor verstrekte hulp af te leveren… bij hun apothekers, die zich vervolgens zouden gelasten met de doorsluizing ervan naar de VI.

Deze handelswijze werd ten strengste veroordeeld door de Orde vermits hij de waardigheid van het beroep aantast : de apotheker mag geen commerciële diensten bewijzen – a fortiori geen verband houdend met de levering van geneesmiddelen – om aan klantenbinding te doen !

No Comments »

NAGZ : HA zijn woedend !

15/12/2010 by admin

Volgens onze bronnen zouden de vertegenwoordigers van de geneesheren – ABSyM en het kartel GBO-VAS – gisteren 13 december 2010 gezwicht zijn voor de druk uitgeoefend door Marc JUSTAERT, het hoofd van de christelijke mutualiteiten.

Aldus zou het nationaal akkoord geneesheren-ziekenfondsen 2011 aan huisartsen de verplichting opleggen om de regeling derde betaler toe te passen bij RVV-OMNIO patiënten ; of ten minste bij hen die erom zouden vragen, wat vaak een bron zou kunnen vormen voor koehandel tijdens het « colloque singulier »…

Daarenboven zou het remgeld dalen naar 1 euro voor de huisbezoeken ‘s nachts en tijdens het week-end.

Op het RIZIV kan dit op papier allemaal logisch lijken, maar veel actoren op het terrein vrezen dat deze nieuwe bepalingen aanleiding zullen geven tot averechtse effecten : volgens de SVH – die niet vertegenwoordigd is in de NCGZ-, gaat het in werkelijkheid om een aanmoediging tot het uitstellen van de zorgen en zich te wenden tot een – anonieme – wachtdienst !

De HA hebben werkelijk geen zin om talrijke nacht- of weekendoproepen te ondergaan met het motief dat het « goedkoper » zou zijn : het merendeel van arme patiënten redeneren inderdaad dusdanig en vullen reeds geruime tijd de spoeddiensten van de ziekenhuizen*.

De SVH lanceert dus een oproep om het nationaal akkoord geneesheren-ziekenfondsen (NAGZ) te verwerpen en klaagt aan dat 10.000 geneesheren zonder geneeskundige praktijk – en dus niet gemotiveerd om het NAGZ te verwerpen – gerekend zouden worden tot de « huisartsen ».

Ter herinnering, de SVH – nochtans meerderheidssyndicaat van de Nederlandstalige HA – werd geweigerd om deel te nemen aan de medische verkiezingen begin dit jaar als gevolg van administratieve tekortkomingen van zijn Franstalige partner, het micro-syndicaat DOMINO VAN Jean-Claude HARIGA.
________________
* De verlaging van het remgeld voor de verstrekkingen op zon-en feestdagen dient er juist toe om de spoeddiensten van de ziekenhuizen te ontlasten

No Comments »

Opgelet voor het OCMW van Sint-Jans-Molenbeek !

13/12/2010 by admin

Gezien de geblokkeerde politieke situatie, de economische crisis en de toevloed van immigranten zien sommige OCMW’s zich ertoe genoopt de spelregels te herzien.

Aldus, betaalt het OCMW van Sint-Jans-Molenbeek (gemeente van Brussel) de dringende medische zorgen verstrekt door een geneesheer specialist of tandarts niet meer terug… tenzij een door het OCMW erkende HA deze heeft voorgeschreven middels een tenlasteneming !

Volgens de brief van het OCMW dateert de beslissing van 17 juni 2010.

Deze weigering is in tegenstrijd met de door het OCMW aangegane conventie ; een HA is niet bekwaam om te oordelen over de noodzakelijkheid van tandverzorging ; daarenboven gebeurt de weigering van GVVH laattijdig.

Ons advies : elke samenwerking met een OCMW dat zich op dergelijke wijze gedraagt stopzetten !

Download : Brief OCMW.pdf

No Comments »

FEDASIL doet zaken met huisjesmelkers in Brussel !

11/12/2010 by admin

(Belga) Terwijl er voor een kleine 7.000 asielzoekers koortsachtig naar opvang wordt gezocht, worden twee Pakistaanse familieclans in Brussel slapend rijk met het verhuren van kamers aan Fedasil. Asielzoekers worden in hun hotels gestapeld als haringen in een ton. In totaal zitten 1.190 asielzoekers op hotels, tegen 900 euro per maand. Achthonderd van hen slapen bij dezelfde familie.

Al deze hotels zitten volgestouwd met asielzoekers tegen het vaste tarief van 30 euro per volwassene en 15 euro per kind.

Een gezin met twee kinderen brengt de huisjesmelkers een slordige 2.700 euro per maand op : in ruil beschikt het gezin al bij al over een kleine – slecht onderhouden – kamer met vier bedden !

Als men weet dat een opbrengsteigendom tien kamers kan bevatten zal men kunnen begrijpen dat de huisjesmelkers aanzienlijke fortuinen vergaren… zonder zich te hoeven moe maken, vermits de vraag enorm is.

Inderdaad, heel de zone Zuid van Brussel is thans omgevormd tot een groot onthaalkamp voor immigranten afkomstig uit de hele wereld ; hieraan dient men nog de landlopers toe te voegen die op de esplanade van  het Zuid kamperen.

No Comments »

600 asielzoekers eisen dwangsommen van staat

11/12/2010 by admin

(Belga) Zo’n 600 asielzoekers hebben bij de Belgische arbeidsrechtbanken in totaal zo’n 420 dossiers ingediend om een dwangsom te bekomen van de Belgische staat omdat die faalt hen op te vangen. Dat melden De Morgen en Het Belang van Limburg zaterdag.

De cijfers werden door Fedasil bekendgemaakt tijdens een bezoek van parlementsleden uit de commissie Binnenlandse Zaken aan de dienst die instaat voor de opvang van asielzoekers. De Morgen schat de kostprijs van die geschillen op minstens 730.000 euro: de afgelopen maanden kregen 82 asielzoekers al zo’n 330.000 euro uitbetaald en Fedasil heeft volgens CD&V-Kamerlid Nahima Lanjri een provisie van 400.000 euro opzijgezet voor dergelijke geschillen. Volgens Het Belang van Limburg lopen de kosten mogelijk zelfs op tot 3 miljoen euro. Dat cijfer lieten Fedasil-verantwoordelijken weten aan Filip De Man van Vlaams Belang.

No Comments »

Meervoudige bezoeken en afschaffing van de codes 103935 en 103950

10/12/2010 by Dr R. BOURGUIGNON

Op 1 november 2010 werden de codes 103935 en 103950 afgeschaft :

103913 Bezoek door de erkende huisarts bij één rechthebbende in instellingen met gemeenschappelijke verblijven
N 5,6 +
D 4 +
E 1
103935 Geschrapt door K.B. 26.8.2010 (in werking 1.11.2010)
103950 Geschrapt door K.B. 26.8.2010 (in werking 1.11.2010)

Betekent dit dat een geaccrediteerd AG de prestatie 103913 (34;03 euro) zoveel keer mag attesteren als het aantal keer dat hij – tijdens een zelfde verplaatsing – bezoeken heeft afgelegd aan gepensioneerden van een RVT ?

Neen, het zijn de codes 103412 en 103434 die geattesteerd dienen te worden, omdat hun libellé thans universeel is : er is geen sprake meer van domicilie of instelling…

103132 Bezoek, bij de zieke thuis, door de erkende huisarts
N 5,6 +
D 4 +
E 1
« K.B. 19.12.1991 » (in werking 1.1.1992) + « K.B. 1.6.2001 » (in werking 1.7.2001) + « K.B. 26.8.2010 » (in werking 1.11.2010)
« Bezoek door de erkende huisarts, bij verscheidene rechthebbenden, naar aanleiding van een zelfde reis:
103412 twee rechthebbenden, per rechthebbende
N 5,6 +
D 4 +
E 0,5
103434 drie rechthebbenden of meer, per rechthebbende

N 5,6 +
D 4 +
E 0,33

No Comments »

Tandheelkundige verkiezingen juni 2011 : met drie spelers of met vier ?

10/12/2010 by Dr R. BOURGUIGNON

Het is het koninklijk besluit van 6 februari 2003*** dat de voorwaarden bepaalt waaraan de beroepsorganisaties van tandartsen moeten voldoen om als representatief te worden erkend, evenals de nadere regelen betreffende de verkiezingen van vertegenwoordigers van de tandartsen in sommige beheersorganen van het RIZIV.

Wat dient onthouden te worden is dat de professionele organisaties ten minste 400 leden moet tellen die een bijdrage betaald hebben van minstens 90 euro, dat zij zich moeten richten tot tandartsen van ten minste twee regio’s, dat verschillende organisaties zich mogen groeperen in een « kartel » en dat de verkiezingen « nationaal » zijn : anders gezegd, theoretisch mag een tandarts uit Lommel stemmen voor de CSD.

De Brusselse regio is nogal bekoorlijk : vermits officieel tweetalig, is een eentalig Frans- of Nederlandstalige organisatie verkiesbaar, wat niet het geval is bij de geneesheren.

De kartels naar het model van GBO-VAS zijn mogelijk, maar komen niet voor in de praktijk**.

Krachtens art. 1 § 3, worden meervoudige aansluitingen geannuleerd : een tandarts die een lidgeld betaalt aan VVT en VBT wordt niet weerhouden in de telling ! Het schijnt trouwens dat het VVT zich van deze juridische kunstgreep bediend zou hebben in 2007 : het volstond haar om ambtshalve een aantal VBT leden in te schrijven om deze laatste eraan te hinderen de noodlottige drempel te behalen*.

De mandaten in de verschillende commissies of comités van het RIZIV worden voor vier jaar toegekend volgens het principe van de evenredige vertegenwoordiging ; echter, krachtens art. 4, wordt een zetel gegarandeerd aan de organisatie die het minste stemmen heeft behaald.

Samengevat, hoewel het vrij moeilijk is voor een nieuwkomer om door te dringen – er is sowieso een wachttijd van twee jaar (art. 1, § 1, 3°) -, heeft hij de zekerheid, eens de kaap van 400 betalende leden bereikt – ten titel van de pluraliteit en wat zijn electorale score ook moge wezen – om te mogen zetelen in bijna alle comités of commissies van het RIZIV, en ook in de prestigieuze Nationale Commissie Tandheelkundigen-Ziekenfondsen.

Tot hiertoe werd het spel gespeeld met z’n drieën : tijdens de verkiezingen van juni 2003 en juni 2007 waren enkel drie organisaties aanwezig op het strijdtoneel.

Het aantal mandaten dat hieronder wordt weergegeven is dat van de dento-mut, maar men kan in fine de verdeling van alle mandaten terugvinden (zie downloadbare pdf) :

– Société de Médecine dentaire (SMD) : 2 mandaten in 2003 en evenveel in 2007 (=)

– Chambres Syndicales dentaires (CSD) : 3 mandaten in 2003 tegen 2 in 2007 (-1)

– Verbond der Vlaamse Tandartsen (VVT) : 5 mandaten in 2003, vervolgens 6 in 2007 (+1)

Men ziet dat de evolutie van de stemmen de politieke ontwikkeling van het land volgt : de Vlaamse en/of tweetalige tandartsen uit Brussel stemmen ogenschijnlijk niet meer voor Franstalige organisaties…

Maar er is een nieuwkomer op het toneel verschenen : de Vlaamse Beroepsvereniging Tandartsen (VBT), die niet aan de verkiezingen van 2007 heeft kunnen deelnemen, omdat hij enkel… 375 « zuivere » bijdragende leden telde – mogelijks ten gevolge van bepaalde oneerlijke manoeuvres.

In 2011 zal de situatie waarschijnlijk sterk verschillen, vermits de VBT thans zowat 800 leden telt (het VVT van haar kant, beweert er 3.480 te hebben) !

De deelname van de VBT aan de syndicale verkiezingen van juni 2011 zou dus rampzalige gevolgen kunnen hebben voor het VVT, dat zijn monopolie zou verliezen in Vlaanderen en tenminste één mandaat in het merendeel van de RIZIV organen.

Het VVT zou zelfs zijn overwicht op nationaal vlak verliezen : met zes mandaten op tien heeft ze momenteel de meerderheid op de bank van de tandartsen.

Dit verklaart waarom haar leiderschap momenteel zo prikkelbaar is : de verkiezingen 2011 zullen niet enkel het lot bepalen van de verenigingen, maar ook dat van hun personeelsleden : eens dat men als effectief of plaatsvervangend lid gezeteld heeft om dan van de ene dag op de andere een has been te worden is niet bepaald een verheugend vooruitzicht !

Maar de VBT zou wel eens meer dan één mandaat bij het VVT kunnen afsnoepen : de talrijke Vlaamse tandartsen die al wat verveeld zitten met het monopolie van het VVT – en dus met haar arrogantie – zouden weleens een gunstig onthaal kunnen geven aan de inrichting van een duopolie VVT-VBT, naar analogie van het BBC-ITV koppel dat erop gericht is om uitmuntendheid te verzekeren aan de hand van concurrentie (« excellence in competition »)…

Download :

Tabel 2003 van de mandaten.pdf
—————-
Tabel 2007 van de mandaten.pdf
______________
* Een lid van de VBT heeft ons toevertrouwd dat zijn echtgenote aldus van ambtswege werd « aangesloten » bij het VVT : merkwaardig genoeg is het feit dat ze geen lidgeld betaalt van geen belang krachtens art. 1 § 1, 5° : of waarvan het totaal jaarlijks bijdragebedrag gelijk is aan minstens 400 maal de in 3° bepaalde bijdrage » ; we herinneren eraan dat de ledenlijst van een vzw neergelegd moet worden : het is dus gemakkelijk te weten wie de leden zijn van de concurrerende organisaties…
** Deze kartels zijn enkel verantwoord indien geen enkele van hun constituenten de verkiezingsdrempel haalt, die bij de tandartsen voelbaar lager ligt dan bij de geneesheren (400 betalende leden tegenover 1.500).
*** Tekst van KB van 6.2.2003 :
Artikel 1. § 1. Om als representatief te worden erkend zoals bedoeld in artikelen 211, § 2, en 212 van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, moeten de beroepsorganisaties van de tandartsen voldoen aan de volgende voorwaarden :
A. 1° statutair de verdediging van de beroepsbelangen van tandartsen tot hoofddoel hebben;
2° zich statutair richten tot de tandartsen van ten minste twee gewesten, bedoeld in artikel 3 van de Grondwet;
3° statutair van de aangesloten tandartsen jaarbijdragen innen gelijk aan minimaal het bedrag van wat wordt toegekend aan de ambtenaren van de federale overheid ingevolge de wet van 1 september 1980 betreffende de toekenning en de uitbetaling van een vakbondspremie aan sommige personeelsleden van de overheidssector onverminderd de statutaire bepalingen die gelden voor tandartsen die minder dan vijf jaar gerepertorieerd zijn bij het RIZIV;
4° aantonen dat reeds gedurende 2 jaar wordt beantwoord aan de vorengenoemde bepalingen op de door Ons vastgestelde datum waarop de kiezerslijst wordt opgesteld;
5° uiterlijk op de datum van de zending bedoeld in § 4 minstens 400 individueel aangesloten leden-tandartsen, gerepertorieerd bij het RIZIV, tellen die de in 3° bepaalde bijdrage betalen of waarvan het totaal jaarlijks bijdragebedrag gelijk is aan minstens 400 maal de in 3° bepaalde bijdrage.
B. aan de voorwaarden bedoeld in A , 3° en 5°, moet worden voldaan hetzij door de beroepsorganisatie hetzij door het geheel van de verenigingen waaruit de beroepsorganisatie is samengesteld.
§ 2. Een groepering van beroepsorganisaties van tandartsen die een onderlinge overeenkomst sluiten met het oog op een gemeenschappelijke vertegenwoordiging in de organen van het RIZIV kan als representatief worden erkend indien voldaan is aan de volgende voorwaarden :
A. 1° één van de beroepsorganisaties voldoet aan de voorwaarden bedoeld in § 1, A , 1°, 2°, 3° en 4° en één of meerdere andere beroepsorganisaties voldoen aan de voorwaarde bedoeld in § 1, A , 3°, en tonen aan dat ze reeds gedurende twee jaar de beroepsbelangen van tandartsen vertegenwoordigen, waarbij aan de voorwaarde bedoeld in § 1, A , 3°, moet worden voldaan hetzij door de laatste beroepsorganisaties hetzij door het geheel van de verenigingen waaruit de beroepsorganisaties zijn samengesteld;
2° de onderlinge overeenkomst vermeldt de onderlinge verdeling van de mandaten behaald bij de verkiezingen.
B. de beroepsorganisaties samen of de verenigingen waaruit ze zijn samengesteld moeten uiterlijk op de datum van de zending bedoeld in § 4 minstens 400 individueel aangesloten leden-tandartsen, gerepertorieerd bij het RIZIV, tellen die de in § 1, A , 3°, bepaalde bijdrage betalen of waarvan het totaal jaarlijks bijdragebedrag gelijk is aan minstens 400 maal de in 3° bepaalde bijdrage.
§ 3. Voor de toepassing van § 1, A , 5°, en § 2, B , kan per tandarts slechts één lidmaatschap van één beroepsorganisatie of één vereniging in aanmerking genomen worden.
§ 4. De beroepsorganisaties die als representatief willen erkend worden, zenden daartoe de gegevens betreffende de voorwaarden vermeld in § 1, A , 1° tot en met 4°, of § 2, A , samen met een verklaring op eer betreffende de voorwaarden vermeld in § 1, A , 5°, of § 2, B , aan de leidend ambtenaar van de Dienst voor geneeskundige verzorging van het RIZIV samen met de naam waaronder ze aan de verkiezingen willen deelnemen, en, wat betreft de beroepsorganisaties bedoeld in § 2, een voor eensluidend verklaarde copie van de overeenkomst. De gegevens betreffende de verklaringen op eer worden gecontroleerd op de administratieve zetel van de beroepsorganisaties. Deze controle wordt verricht door de Voorzitter van het Comité van de Dienst voor geneeskundige controle bijgestaan door twee inspecteurs van verschillende taalrol aangeduid door de leidend ambtenaar van de Dienst voor administratieve controle van het RIZIV en in het bijzijn van een gerechtsdeurwaarder aangeduid door de beroepsorganisatie, of, door gerechtsdeurwaarders aangeduid door de beroepsorganisaties die een groepering vormen. De gegevens met betrekking tot de toepassing van artikel 1, § 3, worden gecontroleerd op de administratieve zetel van de beroepsorganisaties door deurwaarders aangeduid door de leidend ambtenaar van de Dienst voor geneeskundige verzorging. De processen-verbaal van al deze controles worden overgemaakt aan de leidend ambtenaar van de Dienst voor geneeskundige verzorging. De leidend ambtenaar van de Dienst voor geneeskundige verzorging stelt voor elke beroepsorganisatie vast of zij al dan niet aan de voorwaarden voldoet en geeft aan elke beroepsorganisatie kennis van zijn beslissing. Tegen deze beslissing kan beroep worden ingesteld bij de Minister van Sociale Zaken binnen een termijn van vijftien dagen te rekenen vanaf de betekening ervan.
§ 5. Opdat de continuïteit van de werking van de in artikel 6 van dit besluit bedoelde organen wordt gewaarborgd, behouden de op grond van een verkiezing als representatief erkende beroepsorganisaties hun erkenning totdat de nieuwe mandaten op grond van de volgende verkiezing worden toegekend.
§ 6. De praktische organisatie met betrekking tot de uitvoering van dit artikel wordt bepaald door de Minister van Sociale Zaken.
Art. 2. § 1. Het RIZIV stelt de kiezerslijst op op de door Ons vastgestelde datum.
De beroepsorganisaties die de in artikel 1, § 4, bedoelde aanvraag tot erkenning hebben ingediend, kunnen beschikken over deze kiezerslijst, in de mate dat ze voldoen aan de in artikel 1, § 1, A , 1° tot en met 3°, vermelde statutaire voorwaarden.
De kiezerslijst ligt ter inzage van de kiezers in de lokalen van de hoofdzetel van de provinciale diensten van de Dienst voor geneeskundige controle van het RIZIV.
§ 2. Vanaf de datum waarop de kiezerslijst ter inzage ligt, mag elke tandarts die, ten onrechte, is ingeschreven of niet ingeschreven op de kiezerslijst, een bezwaarschrift indienen bij het RIZIV. De leidend ambtenaar van de Dienst voor geneeskundige verzorging van het RIZIV moet zich uitspreken binnen 15 dagen na de indiening van het bezwaarschrift.
§ 3. De praktische organisatie met betrekking tot de uitvoering van dit artikel worden vastgesteld door de Minister van Sociale Zaken.
Art. 3. § 1. De stemming is geheim. De stem wordt uitgebracht voor een erkende beroepsorganisatie van de tandartsen; de stemming is facultatief en geschiedt per brief. Het stembiljet wordt onder gesloten en ter post aangetekende omslag aan het RIZIV bezorgd.
§ 2. In aanwezigheid van de getuigen, wordt de hoedanigheid van kiezer nagegaan van elke tandarts die aan de stemming heeft deelgenomen en wordt zijn naam aangestipt op een lijst om dubbel stemmen uit te sluiten. Deze lijst is geheim.
§ 3. De stembiljetten worden geteld op het RIZIV in aanwezigheid van getuigen die zijn aangewezen door de organisaties die hebben deelgenomen aan de verkiezingen. Daartoe worden telbureaus en een hoofdtelbureau samengesteld. Het hoofdtelbureau bestaat uit :
– de leidend ambtenaar van de Dienst voor geneeskundige verzorging van het RIZIV;
– de twee ambtenaren van rang 15, aangewezen voor de Dienst voor geneeskundige verzorging van het RIZIV, met de grootste graadanciënniteit.
Indien één of meerdere leden van het hoofdtelbureau om welke reden ook verhinderd zijn er deel van uit te maken, of bij afwezigheid van een titularis voor één of meerdere functies voorzien om lid te zijn, worden zij vervangen, in de eerste plaats door een ambtenaar-generaal van de Dienst voor geneeskundige verzorging, te beginnen met diegene met de grootste graadanciënniteit, en subsidiair, door een ambtenaar van rang 13 van de Dienst voor geneeskundige verzorging, te beginnen met diegene met de grootste graadanciënniteit.
§ 4. In de processen-verbaal die na de tellingsprocedure staande de vergadering worden opgemaakt door de telbureaus en het hoofdtelbureau, worden inzonderheid de eventuele opmerkingen van de getuigen vermeld alsmede het aantal stemmen voor elke organisatie en het aantal blanco of ongeldige stembiljetten.
§ 5. De telbureaus worden samengesteld door het hoofdtelbureau en bestaan uit drie ambtenaren van het RIZIV waarvan minstens één tot niveau 1 behoort.
§ 6. De organisatie met betrekking tot de uitvoering van dit artikel wordt vastgesteld door de Minister van Sociale Zaken.
Art. 4. De verdeling van de mandaten onder de beroepsorganisaties van de tandartsen die krachtens artikel 1 als representatief worden erkend, geschiedt volgens het kiessysteem van evenredige vertegenwoordiging. Per mandaat dat in een bepaald orgaan moet worden toegewezen, is een aantal stemmen vereist dat gelijk is aan het resultaat van de deling van het totale aantal uitgebrachte stemmen door het aantal toe te wijzen mandaten; van de resterende mandaten wordt het eerste toegewezen aan de organisatie die na de voormelde bewerking de grootste rest aan stemmen heeft, het tweede aan de organisatie die de tweede grootste rest aan stemmen heeft, enz.. Bij gelijkheid van het aantal overblijvende stemmen wordt het mandaat toegewezen aan de representatieve organisatie die het kleinste aantal stemmen heeft behaald.
Art. 5. De mandaten van de leden die vóór de inwerkingtreding van dit besluit benoemd zijn in de organen waarop de bepalingen van dit besluit van toepassing zijn, nemen een einde op het ogenblik dat de mandaten ingaan van de leden, benoemd op voordracht van de erkende beroepsverenigingen op basis van de uitslag van de voornoemde verkiezingen.
Art. 6. De bepalingen van dit besluit zijn van toepassing op de mandaten van de vertegenwoordigers van de beroepsorganisaties van tandartsen in :
A . Wat betreft de Dienst voor geneeskundige verzorging :
1° de Algemene raad, de Commissie voor begrotingscontrole, het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging en de Technische tandheelkundige raad bedoeld in respectievelijk de artikelen 15, 17, 21 en 27 van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994;
2° de Nationale commissie tandheelkundigen-ziekenfondsen bedoeld in artikel 50, § 2, van de voornoemde gecoördineerde wet;
3° het Comité voor de evaluatie van de medische praktijk inzake geneesmiddelen en het Comité voor advies inzake de zorgverlening ten aanzien van de chronische ziekten en specifieke aandoeningen bedoeld in respectievelijk de artikelen 10bis , 1°, en 10bis, 2°, van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de voornoemde gecoördineerde wet;
4° de profielencommissie voor de verstrekkingen van de tandheelkundigen bedoeld in artikel 64, 3°, van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de voornoemde gecoördineerde wet.
B . Wat betreft de Dienst voor geneeskundige controle, het Comité en de Commissies van beroep, bedoeld in de artikelen 140 en 155 van de voornoemde gecoördineerde wet.
Art. 7. De termijnen waarbinnen uitvoering wordt gegeven aan de bepalingen van dit besluit worden vastgesteld door de Minister van Sociale Zaken. Tussen de datum bedoeld in artikel 2, § 1, eerste lid, en het beëindigen van de telling bedoeld in artikel 3, § 3, mag evenwel niet meer dan vijf maanden liggen. Bij deze termijnen en in deze periode van vijf maanden wordt geen rekening gehouden met de periode vanaf 1 juli tot en met 31 augustus en met de periode vanaf 25 december tot en met 1 januari.
Art. 8. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 9. Onze Minister van Sociale Zaken en Pensioenen is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 6 februari 2003.

No Comments »

« Previous Entries