Securimed derde betaler
  • Eerste tariferingsdienst van derde-betaler voor geneesheer-specialisten en tandartsen
  • Nazicht van de verzekerbaarheid van patiënten
  • Juridische bijstand in geval van vervolging door de DGEC (Dienst voor Geneeskundige Controle van het RIZIV)
  • Opvolging van betalingen door de VI

Tandheelkundige verkiezingen 2011 : analyse van de resultaten

30/06/2011 by Dr R. BOURGUIGNON

RIZIV is zo vriendelijk geweest ons de tabellen te bezorgen (zie hieronder) met de telling van de stemmen van de tandheelkundige verkiezingen 2003, 2007 en 2011, uitgedrukt in aantal en in percentage van het totaal aantal stemmen.

Het dient onmiddellijk gezegd te worden, dat gezien de stemming anoniem gebeurt het onmogelijk is om statistieken te bekomen per taalrol, per regio, enz.

A. PARTICIPATIE

De deelname aan de stemming heeft er altijd baat bij om geanalyseerd te worden volgens zijn percentage, vermits het aantal tandartsen varieert om de vier jaar : momenteel is de trend (lichtjes) stijgend : er waren 8.516 tandartsen in 2003, 8.715 in 2007 en 8.797 in 2011.

In 2003, het jaar van de eerste tandheelkundige verkiezingen, namen 65,45% van de tandartsen eraan deel.

Dit percentage is teruggevallen tot 59,82% in 2007, wat een zeker desinteresse uitdrukt.

Echter, in 2011 – en dat is naar alle waarschijnlijkheid het gevolg van de aanwezigheid van de nieuwkomer VBT, alsook van het gramschap van de sociale tandartsen – was de deelname hoger : 66,10%.

B. FRANSTALIGE SYNDICATEN

Men stelt een constante erosie vast van CSD (-17,10%) ten gunste van SMD (+27,06%) : beider evoluties zijn symmetrisch, CSD had in 2011 een praktisch identiek aantal stemmen aan dat van SMD in 2003…

Het lijkt wel of SMD aanzien wordt als « dynamischer », meer bepaald op gebied van diverse « dienstverlening » ; de Brusselse verankering speelt ook in haar voordeel : CSD is hierbij vergeleken waarschijnlijk te discreet…

Ander fenomeen : het totaal aantal tandartsen dat voor een Franstalige formatie kiest gaat achteruit : ze waren met 2.374 in 2003, en nog maar met 2.281 in 2011.

Percentueel vertegenwoordigden ze 43,34% van de kiezers in 2007 tegen 39,23% in 2011.

Diverse factoren kunnen deze achteruitgang verklaren : het aantal onthoudingen ligt hoger bij de Franstaligen (geen fascinerend « duel » zoals tussen VVT-VBT…), « tweetalige » Brusselaars die resoluut uitgesproken Nederlandstalig worden, stem van bepaalde Franstalige tandartsen* voor VBT, enz.

Anderzijds zou de uitwijking naar Frankrijk geen significante rol spelen gezien dat Nederlandstalige tandartsen naar Nederland immigreren.

C. NEDERLANDSTALIGE SYNDICATEN

De grote nieuwigheid is hier natuurlijk de opkomst van een tweede Nederlandstalige formatie : de VBT.

VVT valt terug van 56,09% van de stemmen uitgebracht in 2007 naar 44,49% in 2011 (-9,70%) ten gunste van VBT, die van bij de eerste keer een zeer eerbare 15,84% binnenrijft op nationaal vlak – hetzij bijna dezelfde score als CSD !

Het totaal van de behaalde stemmen door de Nederlandstalige formaties ligt bij 60,33% in 2011 (VVT + VBT) tegen 56,09% in 2007 (VVT alleen) : in dat opzicht kan men dezelfde opmerkingen maken als onder punt B aangaande de evolutie van het totaal percentage aan stemmen volgens taalrol.

Het is te danken aan artikel 4 van het KB van 6 februari 2003 dat VBT zijn tweede zetel behaalt :

Art. 4. De verdeling van de mandaten onder de beroepsorganisaties van de tandartsen die krachtens artikel 1 als representatief worden erkend, geschiedt volgens het kiessysteem van evenredige vertegenwoordiging. Per mandaat dat in een bepaald orgaan moet worden toegewezen, is een aantal stemmen vereist dat gelijk is aan het resultaat van de deling van het totale aantal uitgebrachte stemmen door het aantal toe te wijzen mandaten; van de resterende mandaten wordt het eerste toegewezen aan de organisatie die na de voormelde bewerking de grootste rest aan stemmen heeft, het tweede aan de organisatie die de tweede grootste rest aan stemmen heeft, enz.. Bij gelijkheid van het aantal overblijvende stemmen wordt het mandaat toegewezen aan de representatieve organisatie die het kleinste aantal stemmen heeft behaald.

Inderdaad, met 44,49% van de stemmen wijst VVT zich van ambtswege vier zetels toe, net als SMD zich met 22,05% van de stemmen er twee toewijst. Idem voor CSD (17,18%) en VBT (15,84%) die zich van ambtswege elk een zetel vergewissen.

Op een totaal van tien zetels, blijven er dus twee zetels over die toegewezen moeten worden : de eerste gaat naar CSD en de tweede naar VBT. Het spel is gespeeld met 5,84 – 4,49 = 1,35% verschil, hetzij 71 stemmen !

Er dient te worden opgemerkt dat geen enkele zetelgroep gereserveerd is voor Nederlandstalige verenigingen – noch a contrario voor Franstalige verenigingen – en dat de toewijzing van de tien zetels gebeurt op zuiver Nationale basis.

D. CONCLUSIES

Eens geslaagd voet te vatten wordt VBT quasi onontwortelbaar en zal hij – in een eerste tijd tenminste – gestaag sterker worden : officiële financiering, verhoogde zichtbaarheid en geloofwaardigheid, aura van zegevierder, enz.

VVT zal zich moeten herpakken** en zich vooral herpositioneren : ipv het statuut van Staat binnen de Staat te cultiveren, zal VVT zich thans moeten genoegen met een bescheidener*** rol van partner en zich concentreren op « dienstverlening ».

Men kan stellen, dat indien een dezer twee formaties het geniaal idee zou hebben om uit te breken uit zijn linguïstieke humus en zich zou openen – al was het maar een weinig – ten aanzien van Franstalige of Engelstalige (begrijp hieronder : de niet Belgische…) tandartsen, dit in een klap een fantastische syndicale en morele doorbraak zou zijn.

Want men moet de zaken zien zoals ze zijn : CSD – nochtans « sociaal » geïnspireerd – gaat ongenadig achteruit als gevolg van haar discretie en SMD is op haar beurt niet in staat om een antwoord te bieden aan de verzuchtingen van alle Franstalige tandartsen, ook al worden haar diensten als « positief » ervaren.

Maar, de relatieve opgang van SMD behelst de kiem van zijn toekomstige terugval : door zich te goed te doen aan een schaamteloze klopjacht op sociale tandartsen heeft haar voorzitter, Michel DEVRIESE, menigeen « geantagoniseerd »…

Mogelijkerwijs ten onrechte rekenen we sterk op Guido LYSENS om een nieuwe – en ietwat wereldlijker – blik te werpen op de integratie van tandverzorging in deze moderne en complexe samenleving en, vermits het zich over België handelt, op een die diep verdeelde op de koop toe…

Men zou de wens kunnen uiten dat de tijden van onbezonnenheid – en dat is nog voorzichtig uitgedrukt – zoals de opleg van « maximale quota van kansarmen » gevolgd door een niet te beschrijven pseudo-judiciële episode bij de NCTZ in juli 2010 achterhaald zijn, en dat mensen van de slag van Guido LYSENS in staat zijn om een beetje meer inbeelding en overleg aan de dag te brengen met de actoren vanop het terrein.
_____________
* Deze stemming van Franstalige sociale tandartsen – of tenminste ingeschreven in de Franse taalrol – ten gunste van VBT is ver van een chimaera : los van de oproep gelanceerd door ASBL Dentisterie sociale, hebben we kennis genomen van bestuurders van belangrijke tandheelkundige sociale centra die grote enveloppen droegen met daarin blanco stembiljetten ; als men weet dat VVT zijn 5de zetel maar nipt verloren heeft, met een tekort van slechts 342 – 271 = 71 stemmen…
** Een regelrechte paranoia heeft zich de laatste tijd meester gemaakt van de opperhoofden van het VVT…
*** Dat is namelijk de boodschap van de kiezer : hij wil een « bescheidener » VVT in de volste betekenis van het woord !

Download :

Tabel RIZIV 1.xlsx

Tabel RIZIV 2.xlsx

No Comments »

Flash info: VBT behaalt twee zetels bij de Dentomut !

29/06/2011 by Dr R. BOURGUIGNON

Inzake tandheelkundige verkiezingen 2011 was 21 juni de einddatum om zijn stem uit te brengen, en de telling van de stemmen heeft gisteren 28 juni plaatsgevonden, in de kantoren van het RIZIV.

Onze pronostiek heeft zich als bijzonder accuraat uitgewezen (zie ons News van 11 mei 2011 met als titel Tandheelkundige verkiezingen van juni 2011 : VBT zou wel eens 40% van de stemmen kunnen behalen !), vermits VBT inderdaad twee zetels heeft kunnen bemachtigen in de Nationale commissie tandheelkundigen-ziekenfondsen, ten koste van VVT dat van zes naar vier zetels terugvalt op een totaal van tien*.

Dit betekent dat VBT – de nieuwkomer – iets meer dan een derde van de Vlaamse stemmen achter zich heeft**, precies wat wij in mei voorspelden***.

De gevolgen zijn talrijk : VVT verliest haar monopolie in Vlaanderen en haar hegemonie op nationaal vlak ; VBT zal zich langdurig bij RIZIV vestigen en een officiële financiering krijgen, een bijzitter op twee bij de administratieve rechtscolleges van het RIZIV van de Nederlandse taalrol zal uit de rangen van VBT komen…

Fundamenteler nog zal een pluralistisch systeem een ideeëndebat en vernieuwing op gang brengen.

In een zeer hoffelijk gebaar heeft Guido LYSENS, voorzitter van VBT, zijn hand uitgestoken naar alle andere formaties : wij feliciteren hem van harte met zijn grote overwinning !
______________
* De vier andere zetels worden bekleed door Franstalige tandartsen.
** Het is niet onmogelijk dat Franstaligen ten gunste van VBT hebben gestemd om VVT van de troon te stoten : de VZW Sociale Tandheelkunde (ASBL Dentisterie Sociale) heeft een dergelijke oproep gelanceerd op 12 juni « pour ouvrir le jeu et les récompenser de leurs efforts » – vrij vertaald « om het spel open te trekken en ze te belonen voor hun inspanning ».
*** Het lijkt wel of de tweede zetel van VBT maar nipt behaald werd, wat toelaat om het percentage aan stemmen ten gunste van VBT rond 35-40% te situeren – precies zoals we hebben voorzien !

Download : Tabel 2011 van de mandaten.pdf

No Comments »

Vlaamse patiënten in Brussel kunnen taalklachten indienen bij centraal meldpunt

23/06/2011 by admin

(Belga) Vlamingen kunnen voortaan bij het Vlaams Meldpunt Taalklachten klacht indienen als een ziekenhuis of de dienst 100 hen in Brussel niet afdoende in het Nederlands helpt. Dat deelt het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid donderdag mee.

De Vlaamse overheid wil patiënten zo helpen om gezondheidszorg in het Nederlands te krijgen. In 2005 inventariseerde het Steunpunt Taalwetwijzer, een informatiepunt dat gespecialiseerd is in de taalwetgeving, al eens de taalklachten in de Brusselse ziekenhuizen. Het verzamelde toen 169 klachten op 2 weken tijd. Op advies van de Raad van Europa nam Vlaanderen een aantal maatregelen, maar die bleken onvoldoende. « Met het meldpunt krijgt de patiënt nu één duidelijk aanspreekpunt dat hem zal verder helpen met de behandeling van zijn klacht en de verdediging van zijn recht als patiënt », zegt Ria Vandenreyt, de woordvoerster van Zorg en Gezondheid. Daarnaast zal het centrale meldpunt de taalproblemen in de ziekenhuizen inventariseren, zodat de omvang van de taalproblemen in kaart gebracht wordt. Zorg en Gezondheid werkt voor het meldpunt samen met het Steunpunt Taalwetwijzer, dat instaat voor onderzoek, advies en de eventuele behandeling van de klachten. Burgers kunnen problemen melden op internetadres www.zorg-en-gezondheid.be/meldpunt-taalklachten of via de gratis Vlaamse infolijn 1700.

No Comments »

Minder werk voor huisartsen in 2010

21/06/2011 by admin

(Belga) De Belgische huisartsen legden in 2010 614.000 huisbezoeken minder af dan in 2009, een daling met 6,2 procent. Deze dalende trend houdt al jaren aan, maar voor het eerst in tien jaar nam ook het aantal raadplegingen bij de huisarts flink af: in 2010 waren er 1,3 miljoen consultaties minder dan in 2009 (min 4 pct). Dit schrijft de Artsenkrant dinsdag.

Huisartsen leverden vorig jaar 4,5 procent minder prestaties (bijna 2 miljoen consultaties en visites minder dan in 2009) en hun totale budget kromp voor het eerst, met 1,8 procent tot 1,090 miljard euro, zo blijkt uit een verslag van het Riziv (Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering) dat het medische vakblad kon inkijken. De trendbreuk in raadplegingen is algemeen en doet zich over het hele land in gelijke mate voor. De enige aanwijsbare verklaring is volgens Artsenkrant de vaccinatiecampagne tegen de Mexicaanse griep, die in 2009 nog resulteerde in meer dan 700.000 huisartsencontacten, tegenover afgerond 270.000 contacten in 2010. Zonder de vaccinatiecampagne blijft de daling van het aantal huisartsenprestaties beperkt tot 3,6 procent (in plaats van 4,5 pct). Het aantal raadplegingen bij specialisten bleef vorig jaar stabiel op 25,2 miljoen, « al noteren we wel grote verschillen tussen de specialismen onderling ». De uitgaven stegen met 3,3 procent tot 471 miljoen euro.

No Comments »

Een corporatistische kijk op de Dr Philippe MULLLIER affaire

20/06/2011 by Dr R. BOURGUIGNON

De feiten – de officiële tenminste – zijn welbekend, want deze zaak heeft een enorme « buzz » op het net teweeg gebracht.

Op 31 mei 2011 vervangt dokter Philippe MULLIER, een huisarts uit Estampuis – een kleine gemeente nabij Moeskroen – één zijner collega’s met verlof als hij ‘s avonds een telefonische oproep krijgt van Noëmie, een patiënte die hij niet kent.

De zwangere patiënte klaagt over lagerugpijn : Dr MULLIER begeeft zich naar haar woonst en « gelast » een dame die hijzelf zijn « vriendin » noemt met het onderzoek en met het toedienen van een IM injectie van antalgetica en myorelaxanten.

De « vriendin » – een zekere Ingrid – die over geen enkel medisch diploma beschikt, neemt de bloeddruk en ausculteert hart en longen – voor de vorm, want Dr MULLIER heeft reeds vanop afstand zijn diagnose gesteld, en de behandeling voorgeschreven -, vervolgens gaat ze over tot de IM injectie.

Gedurende al die tijd blijft Dr MULLIER uitgeput in zijn vlakbij geparkeerde auto zitten : « burn out » zullen zijn vrienden zeggen, « alcoholisme » volgens zijn criticasters… feit is echter, dat op 56 jarige leeftijd de geneesheer reeds een drievoudige coronaire overbrugging heeft ondergaan.

Inmiddels laat de pijn niet af en de « vriendin » oordeelt dat een tweede IM injectie aangewezen is : nu gebeurt iets wat moeilijk lovenswaardig genoemd kan worden : Ingrid, die maar over een enkele spuit beschikt ziet zich genoodzaakt om deze uit de vuilnisbak terug op te vissen… eenmaal « gedesinfecteerd » en voorzien van een nieuwe naald, kan de spuit hergebruikt worden voor een tweede injectie….

Tot slot biedt de « vriendin » van Dr MULLIER  de zwangere patiënte een sigaret aan « om te ontspannen » vooraleer ze haar verlaat : Noëmie begeeft zich dan naar de spoedafdeling van het ziekenhuis van Moeskroen en alarmeert er op een of andere wijze « de media ».

Hierop volgen interviews die het gezegde bevestigen dat zwijgen goud is : Dr MULLIER wiens « naïeve eerlijkheid » door de media opgepikt wordt, rammelt klunzig zijn verhaal af, verklaart dat huisbezoeken sowieso nutteloos zijn, en hangt voor de rest de lomperik uit.

Het interview wordt in prime time uitgezonden tijdens het televisiejournaal van RTBF waar de bekende presentator François de BRIGODE zijn lach niet kan inhouden na de vertoning van de betroffen passage, met de aankondiging, dat de Orde van geneesheren geen enkel onderzoek heeft opgestart… omdat geen enkele klacht haar bereikt heeft (sic) : nog een onbeholpen boodschap !

Enkele dagen later interpelleert ontslagnemend minister ONKELINX de Kamer van volksafgevaardigden waar ze het verhaal « hallucinant » noemt, waardig van de film « Bienvenue chez lez Ch’tis », wat een nieuwe verontwaardigingsgolf doet rijzen : wat hebben de Ch’tis in hemelsnaam met deze zaak te maken ? De Belgen uit het grensgebied van Moeskroen voelen zich beledigd…

Wat er ook van zij, de minister draagt haar administratie op om een strafklacht in te dienen tegen Dr MULLIER en zijn « vriendin » – ze riskeren een celstraf of tenminste een boete – alsook om de Orde van geneesheren te « sommeren ».

Op internationaal vlak worden al deze televisiefragmenten en andere interviews onder de vorm van videoclips op sites gepost, op blogs, op Facebook pagina’s… soms met moordende titels zoals « Philippe Mullier : Werelds slechtste Geneesheer » : België wordt eens te meer onnozel voorgesteld…

Een huisarts die zich van de realiteit « afsluit », een « vriendin » die wil helpen zonder enig rekenschap af te leggen, een patiënte die zich laat doen, de Orde van geneesheren die niet reageert en de minister die ongepaste uitlatingen maakt : dat is het feitenrelaas waarvan men weet niet of men lachen moet of huilen…

Op strikt menselijk en persoonlijk vlak valt vooral één zaak op : de liefde die Philippe MULLIER koestert voor de vrouw die hij « mijn vriendin » noemt – in werkelijkheid zijn levensgezel sinds nauwelijks een jaar op het ogenblik van de feiten* – en wie hij meent zeer dankbaar te moeten zijn en die hij boven alles wenst te beschermen.

De eerlijkheid van de geneesheer is evenwel opmerkelijk : in een wereld waar gewiekstheid en hypocrisie de norm zijn, is het verfrissend een man te zien die eerlijk genoeg is om zelf zijn fouten aan te stippen, zonder zijn opvattingen te verdraaien… men komt dat niet vaak tegen.

Als men weet dat velen een menselijkere en toegankelijkere geneeskunde wensen, neemt het avontuur van Dr MULLIER en zijn « vriendin » niettegenstaande haar ontegensprekelijk foutief karakter, een sympathiekere wending : twee mensen die hun medemens hebben willen helpen…

Wat echter onthutst is niet de intentie – er lijkt geen boosaardigheid aanwezig te zijn bij Philippe MULLLIER -, maar de quasi karikaturale minachting van de regels : de apathie van de huisarts die op raadpleging geroepen werd, de diagnose en het voorschrift vanop afstand, de moedwillige afvaardiging van een persoon zonder de minste medische vorming die voor « dokter speelt » door injecties toe te dienen aan een zwangere patiëtnte, de gerecycleerde spuit uit de vuilnisbak.

In het medisch milieu heeft men de mond vol van de fameuze « burn out » of het professioneel uitputtingssyndroom, dat inderdaad vaker voorkomt bij huisartsen dan bij specialisten.

Maar dat is al te gemakkelijk : de huisarts is soms verschrikkelijk individualistisch en ongedisciplineerd. Alleen op zichzelf, in zijn solopraktijk, verwerpt hij vaak de samenwerking met zijn collega’s, vooral met de specialisten die hoger gekwalificeerd zijn (de verwerping van TDS diabetes door sommige Waalse HA – en meer bepaald de Luikse – illustreert goed deze trend om zich in te kapselen met zijn patiênten).

Deze relationele moeilijkheden kunnen, zoals  Dr MULLIER’s verhaal ons leert, zich vertalen in een verlies van normbesef : daar waar Dr MULLIER toegeeft een fout te hebben begaan op juridisch vlak, blijft hij volkomen overtuigd van zijn gelijk op medisch vlak !

Van het deontoligsche aspect maakt Philippe MULLIER geen gewag, behalve als het is om te zeggen dat indien hij gesanctioneerd wordt door de Orde van geneesheren hij zijn praktijk zal stopzetten.

Burn out, alcohol**, coronaire pathologie, professionele inkapseling, vermoeidheid… en een (zogezegd) naïeve « vriendin » : dit zijn de oorzaken van deze ongelukkige affaire, zelfs al is het onvermogen van Dr MULLIER om te communiceren – en vooral om de regels opgesteld door de maatschappij anders te aanschouwen dan vanuit zijn eigen perspectief – wat hem zo eminent « mediatiek » gemaakt heeft.

Maar al bij al is Philippe MULLIER geen slechte geneesheer, noch een verachtelijk man…

Doch, er bestaat nog een andere verklaring : trachtte Dr MULLIER niet – uit liefde – zijn « vriendin » te « beschermen » door de verantwoordelijkheid voor de diagnose en van de behandeling op zich te nemen, en nadien door de medische handelingen die ze uitgevoerd heeft te bekrachtigen (« J’pouvais rien faire de mieux ») ?

Inderdaad, als men aandachtig luistert naar de verklaringen van Ingrid, realiseert men zich dat zij – en niet Dr MULLIER – antwoordde op de oproep van Noëmie… en heeft men ooit een geneesheer genoegen zien nemen met te parkeren bij de huisdeur van zijn patiënten om er een tukje te doen ? En sinds wanneer schrijft een huisarts een voorschrift voor een antalgeticum dat zich in zijn dokterstas bevindt ?

Aldus zou heel het verhaal over « burn out » uiteindelijk maar een tussenkomst zijn van Dr MULLIER met de bedoeling om Ingrid, zijn zo geliefde « vriendin », voor zover mogelijk van alle blaam te zuiveren ? Zou zijn « naïeve oprechtheid », zijn bijna ontroerende schuldbekentenis, enkel ertoe dienen om Ingrid’s fout te verzachten door haar profane medische handeling te « omkaderen » ?

Als dit het geval is dan heeft de leugen van het koppel een banaal fait divers omgevormd in een mediatieke gebeurtenis van formaat – een vrouw die zich de rol van verpleegster aanmeet omdat ze met een geneesheer leeft – duizend keer meer « hallucinant » dan die welke hij poogde te verdoezelen… maar waarin Dr MULLILER, als heuse « besproeide sproeier », zich deze keer ten persoonlijke titel, in de hoedanigheid van geneesheer, belast heeft.

Wat betreft « dokters voor dokters », met name personen of instellingen in staat om naar geneesheren met « burn out » te luisteren en ze te motiveren, deze zijn talrijk voorhanden : echter, bepaalde HA hebben zich nooit de moeite getroost om hun hulp in te roepen !
_______________
* Op 19 juni 2011, op de set van de uitzending Controverse, brengt de fameuze Ingrid – die volgens sommige bronnen een gewezen prostituee is (sic) – een diametraal tegenovergestelde versie aan die van haar eerste verklaringen en beweert ze zowaar dat Noëmie niet zwanger was, dat ze elkaar goed kennen, dat haar relatie met Dr MULLIER afgelopen is… sinds eind februari, maar dat ze toch met hem blijft samenwonen !
** Er bestaat een gepubliceerde getuigenis van een verpleegster over dit onderwerp… de alcoholconsumptie zou al bij al een uitstekende indicator zijn voor de maat aan burn out van de geneesheer.

No Comments »