Securimed derde betaler
  • Eerste tariferingsdienst van derde-betaler voor geneesheer-specialisten en tandartsen
  • Nazicht van de verzekerbaarheid van patiënten
  • Juridische bijstand in geval van vervolging door de DGEC (Dienst voor Geneeskundige Controle van het RIZIV)
  • Opvolging van betalingen door de VI

Herschikkingen aan het hoofd van « Artsenkrant »

31/01/2012 by Dr R. BOURGUIGNON

We zagen in ons News van 9 januari 2012 getiteld « Artsenkrant » en « De Huisarts » bedreigd alsook in dat van 15 januari 2012 met de titel « De Huisarts » uitgerangeerd… dat « Artsenkrant » en « De Huisarts » moeilijkheden ondervonden die hen ertoe genoopt hebben om te fusioneren in een zelfde uitgave.

We wisten dat er koppen zouden rollen, maar welke ?

Ben Houdmont redt met zekerheid zijn hoofd, Peter Backx, Nicolas de Pape en Johanne Mathy lijken het hunne te redden… maar de kop van Vincent Claes is gerold.

Volgens zijn publiek profiel LinkedIn, is Vincent Claes afgestudeerd als licentiaat in sociale communicatie (journalisme) aan het ULB in 1990.

Van januari 1997 tot september 2005 heeft hij de functies van adjunct hoofdredacteur van « Artsenkrant » vervuld.

In september 2005 heeft hij Maurice E. vervangen als hoofdredacteur van « Artsenkrant » (Franstalige uitgave) toen deze laatste ontslagen werd ; en dat tot januari 2012…

Het is waar dat België een zeer eigenaardig land is vanuit het oogpunt van uitgave van periodieke tijdschriften : niet alleen zijn er twee talen, maar er zijn vooral twee – misschien zelfs drie – publieke opinies, met het gevolg dat – behoudens te beschikken over een puur technische of wetenschappelijke inhoud – een tijdschrift zich niet kan tevredenstellen met het louter « vertalen » van artikels.

Het gevolg is een ontdubbelde redactie en dus overmaats ten aanzien van de kleine omvang van het land.Enkel de publicitaire manna van Big Pharma kon een dergelijk leger van redacteurs onderhouden.

Echter, deze manna is geleidelijk aan uitgedroogd…

No Comments »

Werden de rechtscolleges van het RIZIV uit hun bevoegdheden ontzet door het Sociaal Strafwetboek ?

27/01/2012 by Dr R. BOURGUIGNON

Het is geweten dat het Sociaal Strafwetboek in voege getreden is op 1 juli 2011… vermits de wet die haar ontworpen heeft deze laatste voorzien heeft bij gebrek aan een eerdere datum zoals bepaald door de regering. Echter, België had destijds geen volwaardige regering !

Maar dat is niet de kwestie : het Sociaal Strafwetboek bevat het geheel van strafrechtelijke verplichtingen met betrekking tot het sociaal recht. En het sociaal recht omvat het arbeidsrecht, het recht op sociale zekerheid – waaronder de GVU wet -, enz.

En net daar ligt het probleem : artikels 170 tot 173 van de GVU wet worden tenietgedaan door het Sociaal Strafwetboek, artikel 163 is gewijzigd en vooral artikel 169 werd vervangen als volgt :

Art. 169. [W – Wet 24-12-99 – B.S. 31-12 – ed. 3; W – Wet 19-12-08 – B.S. 31-12 – ed. 3 – art. 44; W – Wet(div)(1) 19-5-10 – B.S. 2-6 – ed. 2 – art. 22; V – Wet 6-6-10 – B.S. 1-7 – ed. 1 – art. 79](°)

[De inbreuken op de bepalingen van deze wet en van de uitvoeringsbesluiten ervan worden opgespoord, vastgesteld en bestraft overeenkomstig het Sociaal Strafwetboek.

De sociaal inspecteurs beschikken over de in de artikelen 23 tot 39 van het Sociaal Strafwetboek bedoelde bevoegdheden wanneer zij, ambtshalve of op verzoek, optreden in het kader van hun opdracht tot informatie, bemiddeling en toezicht inzake de naleving van de bepalingen van deze wet en de uitvoeringsbesluiten ervan.]

Echter, het Sociaal strafwetboek bepaalt in artikel 225, toepasbaar op « beoefenaars van de geneeskunst » :

Art. 225. Verplichtingen van de beoefenaars van de geneeskunst

Met een sanctie van niveau 2 worden bestraft :

1° de beoefenaars van de geneeskunst, de kinesitherapeuten, de verpleegkundigen, de paramedische medewerkers, de beheerders van rustoorden voor bejaarden en de beheerders van de verzorgingsinrichtingen die weigeren aan de rechthebbenden de bescheiden uit te reiken die zijn voorgeschreven door de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 en de uitvoeringsbesluiten en -verordeningen ervan;

2° de geneesheren, de tandheelkundigen, de vroedvrouwen, de kinesitherapeuten, de verpleegkundigen, de paramedische medewerkers en de beheerders van verzorgingsinrichtingen die de honoraria en prijzen niet in acht nemen die zijn vastgesteld met toepassing van artikel 52 van de wet van 14 februari 1961 voor economische expansie, sociale vooruitgang en financieel herstel;

3° de beoefenaars van de geneeskunst, de kinesitherapeuten, de verpleegkundigen en de paramedische medewerkers die een getuigschrift voor verstrekte hulp uitreiken terwijl niet is voldaan aan de bepalingen van de voormelde wet van 14 juli 1994 en de uitvoeringsbesluiten en -verordeningen ervan.

Een sanctie van niveau 2 wordt omschreven in artikel 101 van het Sociaal Strafwetboek :

Art. 101. Sanctieniveaus

De inbreuken bedoeld in Boek 2 worden bestraft met een sanctie van niveau 1, niveau 2, niveau 3 of niveau 4.

De sanctie van niveau 1 bestaat uit een administratieve geldboete van 10 tot 100 euro.

De sanctie van niveau 2 bestaat uit hetzij een strafrechtelijke geldboete van 50 tot 500 euro, hetzij een administratieve geldboete van 25 tot 250 euro.

En als de strafrechtelijke boetes opgelegd worden door de repressieve rechtscolleges, dan is het het Arbeidsauditoraat – en niet de rechtscolleges van het RIZIV – degene die de transactionele administratieve boetes oplegt.

Wat betreft de terugvordering van de ten onrechte betaalde prestaties, dat bestaat gewoonweg niet in het Sociaal strafwetboek…

We zullen trachten om deze problematiek die omstaan is door deze « flater van de wetgever » te omvatten – want hij is omvangrijk – met behulp van : A. een parlementaire vraag, B. een wetsvoorstel tot herstelling (en geen wetsprojekt, omdat de regering toen er een van lopende zaken was) en C. een recente beslissing van de Kamer van beroep van het RIZIV.

A. PARLEMENTAIRE VRAAG*

Op 1 juli 2010 werd het Sociaal Strafwetboek in het Staatsblad gepubliceerd, een jaar later, op 1 juli 2011 trad het in werking.

Vanaf de inwerkingtreding van het wetboek kunnen zorgverleners (en hun gelijkgestelden) die een inbreuk begingen in het kader van de verplichte ziekteverzekering niet meer bestraft worden met de specifieke sancties uit de wet van het Rijksinstituut voor Ziekte en Invaliditeitsverzekering (RIZIV). Ze kunnen enkel nog bestraft worden met de sanctie die bepaald is in het Sociaal Strafwetboek, t.t.z. een boete van maximaal 500 euro (sanctie niveau 4).

De regering in lopende zaken tracht deze vergissing recht te zetten via het wetsontwerp tot wijziging van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, en van het Sociaal Strafwetboek. Helaas wordt het RIZIV ondertussen geconfronteerd met het algemeen rechtsbeginsel dat zwaardere straffen niet met terugwerkende kracht kunnen opgelegd worden.

Mijn vragen aan de geachte minister:

1. Hoeveel dossiers lastens zorgverstrekkers (en gelijkgestelden) zijn er momenteel hangend (onderzoek is afgerond maar er is nog geen sanctie uitgesproken) bij de diensten van het RIZIV (ter herinnering het gaat om de dossiers in het kader van de artikelen 73, 73bis, 138 tot 140, 142 tot 146bis, 150, 156, 157, 164 en 174 van de wet van 14 juli 1994) ?

2. Spreekt het RIZIV momenteel nog sancties uit lastens zorgverstrekkers (en gelijkgestelden) ?

3. Werden de hangende dossiers doorgestuurd door het RIZIV naar de bevoegde arbeidsauditeurs met het oog op de toepassing van de sanctie van niveau 4 uit het Sociaal Strafwetboek ?

4. Komen ook de terugvorderingen ten aanzien van de betrokken zorgverleners (en gelijkgestelden) in het gedrang ?

4. Kan u een raming maken van de minderinkomsten voor de staat ten gevolge van deze legislatieve vergissing ?

B. WETSVOORSTEL TER HERSTELLING**

TOELICHTING

DAMES EN HEREN,

Dit wetsvoorstel strekt ertoe een gedeeltelijke overlapping op het niveau van de inbreuken en de beoogde personen zoals bepaald in artikel 225,3 ° van het Sociaal Strafwetboek en artikel 169 van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen van 14 juli 1994 weg te werken. Door de gezondheidswetten van 2006 en 2008 werd een specifiek systeem inzake geschillenregeling ingevoerd tussen de zorgverleners en de Dienst voor geneeskundige evaluatie en controle (DGEC) van het RIZIV. Dit systeem werd impliciet, zonder dat de wetgever de bedoeling had, opgeheven bij de invoering van het Sociaal Strafwetboek. Hieraan wensen de indieners tegemoet te komen.

ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING

Art. 2

De wet van 6 juni 2010 tot invoering van het Sociaal Strafwetboek (BS, 1 juli 2010), is in werking getreden op 1 juli 2011.

Deze wet heeft evenwel totaal onverwachte gevolgen, zonder enige twijfel niet gewild door de wetgever.

Door de Gezondheidswetten van 2006 en 2008, die de gecoördineerde wet van 14 juli 1994 wijzigen, heeft de wetgever een nieuw specifi ek systeem inzake geschillenregeling ingevoerd tussen de zorgverleners en de Dienst voor geneeskundige evaluatie en controle (DGEC) van het RIZIV.

Artikel 79 van de wijzigende bepalingen van de wet van 6 juni 2010 tot invoering van het Sociaal Strafwetboek (BS, 1 juli 2010, in het bijzonder blz. 43786), heeft artikel 169 van de op 14 juli 1994 gecoördineerde VGVU-wet gewijzigd.

Volgens dit artikel 169 van de op 14 juli 1994 gecoordineerde VGVU-wet zoals gewijzigd door voornoemd artikel 79, worden de inbreuken op de VGVU-wet en zijn uitvoeringsbesluiten, opgespoord en vastgesteld door de inspecteurs van de DGEC lastens zorgverleners, waardoor de daaruit voortvloeiende geschillen met de voornoemde zorgverleners, de weg zouden volgen van de inbreuken opgenomen in het Sociaal Strafwetboek.

Het systeem dat werd ingesteld door de Gezondheidswetten van 2006 en 2008 dat in specifieke maatregelen en procedures voorzag die het recht op een eerlijk proces waarborgen voor de instanties en administratieve rechtscolleges die daarvoor speciaal werden ingesteld (Leidend ambtenaar, Kamer van eerste aanleg, Kamer van beroep en administratief cassatieberoep bij de Raad van State) en waarbinnen de beoordeling van de medische aspecten essentieel is, zou daardoor meteen worden opgeheven.

Dit is overduidelijk nooit de bedoeling geweest van de wetgever.

Enkel het opsporen en de vaststelling van inbreuken zou voortaan moeten onderworpen worden aan de bepalingen van het Sociaal Strafwetboek, in die mate dat dit laatste de wet van 16 november 1972 houdende de arbeidsinspectie opheft, die als wettelijke basis gold voor de opdrachten van de inspecteurs van de DGEC.

Een andere regeling moet getroffen worden voor wat de toepasselijke sancties betreft.

De specifieke inbreuken waarin de Gezondheidswetten van 2006 en 2008 voorzien kunnen niet tegelijkertijd beteugeld worden door de in die wetten bepaalde maatregelen (terugbetaling van het onverschuldigde en administratieve geldboetes) én door de sancties (strafrechtelijke en administratieve geldboetes) bepaald in het Sociaal Strafwetboek.

Mocht dit wel het geval zijn, zou dit een miskenning inhouden van de rechtspraak, in het bijzonder die van het Europees Hof voor de rechten van de Mens, dat het principe “non bis in idem” huldigt.

Bovendien biedt het ingevoerde systeem door de Gezondheidswetten van 2006 en 2008 een aanzienlijk voordeel met betrekking tot de vereenvoudiging en de centralisatie, doordat het luik “terugvordering van het onverschuldigde” en het aspect “administratieve geldboete” gelijktijdig kunnen behandeld worden voor dezelfde instantie.

Art. 3

Het is aangewezen artikel 225, 3°, van het Sociaal Strafwetboek op te heffen.

Wat de verplichtingen van de zorgverleners betreft, bepaalt deze tekst dat de beoefenaars van de geneeskunst, de kinesitherapeuten, de verpleegkundigen en de paramedische medewerkers, die een getuigschrift voor verstrekte hulp uitreiken, terwijl niet is voldaan aan de hen opgelegde bepalingen door de genoemde gecoördineerde wet van 14 juli 1994 en haar uitvoeringsbesluiten en verordeningen, bestraft worden met een sanctie van niveau 2.

Er bestaat een gedeeltelijke overlapping op het niveau van de bedoelde inbreuken en de beoogde personen met het systeem ingevoerd door de Gezondheidswetten van 2006 en 2008 tot wijziging van de gecoördineerde wet van 14 juli 1994.

Enerzijds wordt dit soort van inbreuken reeds geviseerd en beteugeld volgens de bepalingen en procedures van de gecoördineerde wet van 14 juli 1994, als gewijzigd door de Gezondheidswetten van 2006 en 2008 (Cfr. artikel 73bis, eerste lid, 2° en artikel 142, § 1, 2°).

Anderzijds beoogt artikel 225, 3°, van het Sociaal Strafwetboek enkel het afl everen van niet conform de reglementering opgestelde getuigschriften voor verstrekte hulp en heeft bijgevolg een ratione materiae beperkter toepassingsgebied dan de op 14 juli 1994 gecoördineerde VGVU-wet in artikel 73bis.

Tenslotte beoogt voornoemd artikel 225, 3°, van het Sociaal Strafwetboek slechts een deel van de zorgverleners (in de zin van artikel 2 van de gecoördineerde wet van 14 juli 1994) en betreft niet de ziekenhuizen, de revalidatiecentra, en de andere diensten en instellingen en de “geassimileerde” zorgverleners in de zin van artikel 2, n, van de gecoördineerde wet van 14 juli 1994.

Dit zou leiden tot een ongelijke behandeling tussen bepaalde categorieën van zorgverleners, waarbij de ene zou kunnen worden gesanctioneerd overeenkomstig voornoemd artikel 225, 3°, van het Sociaal Strafwetboek en de andere op basis van de bepalingen van de gecoördineerde wet van 14 juli 1994.

De opheffing van artikel 225, 3°, van het Sociaal Strafwetboek heeft dus niet tot gevolg dat deze inbreuk niet langer beteugeld wordt. Na de opheffing van dat artikel zal dat gebeuren via artikel 73bis, eerste lid, 2°, en artikel 142, § 1, 2°, van de gecoördineerde wet van 14 juli 1994, wat het opleggen van adequatere maatregelen toelaat.

C. BESLISSING VAN DE KAMER VAN BEROEP (vertaling)***

Het sociaal strafwetboek is in voege getreden op 1 juli 2011. Krachtens haar artikel 225, betreffende de verplichtingen van zorgverleners worden bestraft met een sanctie van niveau 2, … 3° de beoefenaars van de geneeskunst … die een getuigschrift voor verstrekte hulp uitreiken terwijl niet voldaan is aan de hen opgelegde bepalingen betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 en haar uitvoeringsbesluiten en verordeningen. Betreffende het invoegetreden rijzen er vragen : Is het strafwetboek van toepassing in dit gegeven geval ? Indien ja, zijn de feiten verjaard ? En desgevallend kan het RIZIV nog de ten onrechte betaalde prestaties terugvorderen ? Er dient een heropening van de debatten verordend te worden om de partijen de mogelijkheid te geven zich ter zake uit te spreken.
________________
* Schriftelijke vraag n°5-3867 van 1 december 2011 van Inge Faes (N-VA) aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke Integratie, heringevoerd als : schriftelijke vraag 5-4147 (Vraag gesteld in het Nederlands)
** Wetsvoorstel tot wijziging van het Sociaal Strafwetboek en van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 ingediend door Servais Verherstraeten c.s.
*** Beslissing van 19 januari 2012 van de Voorzitter van de (Franstalige) Kamer van beroep Philippe Laurent

No Comments »

Waar zijn GVVH in RDB deponeren ?

27/01/2012 by admin

A. BRIEFWISSELING

Gezien het groeiend volume van postbestellingen die onze Tariferingsdienst ontvangt, en de hervorming bij De Post – thans bpost -, hebben wij een specifiek Receptiecentrum van GVVH op poten gezet voor alle verzendingen die geen handtekening noch een persoonlijk contact vereisen : het gaat dus in essentie om gewone brieven die aan bpost toevertrouwd werden, alsook van de normale Taxipost (niet « Secur ») en van de Postpac (gestoffeerde enveloppen en kartonnen dozen).

Deze briefwisseling wordt als volgt geadresseerd :  :

SECURIMED NV – CRC
Maarschalklaan, 5
1180   BRUSSEL

Anderzijds dienen alle zendingen die een handtekening of een persoonlijk contact vereisen naar onze maatschappelijke zetel verzonden te worden : het gaat om aangetekende zendingen, Taxipost Secur, enz.

Deze briefwisseling wordt als volgt geadresseerd :

SECURIMED NV
Zuidlaan, 25 bus 1
1000   BRUSSEL

Opgelet : gelieve wel degelijk « laan » te schrijven en niet « straat », want er bestaat ook een « Zuidstraat » in 1000 BRUSSEL, en geen aangetekende zendingen of dergelijke te sturen naar de CRC te Ukkel.

B. DEPONERING

Voor de rechtstreekse deponeringen door de zorgverstrekker of een familielid mogen de brievenbussen van beide adressen gebruikt worden.

In geval van onze maatschappelijke zetel gelegen in de Zuidlaan is het te verkiezen om aan te bellen op de 8ste verdieping (openingsuren : van 9 tot 16uur zonder onderbreking).

C. RAADGEVINGEN

Samengevat, u hoeft uw gewoonten niet te veranderen inzake verzending van GVVH, tenzij u gewone post en soortgelijke naar de Zuidlaan stuurt.

Het volstaat om te onthouden :

– gewone brievenpost –-> Securimed CRC Maarschalklaan – 1180 BRUSSEL

– aangetekende zendingen en soortgelijke –-> Securimed Zuidlaan – 1000 BRUSSEL

De CRC is trouwens zeer goed gesitueerd en misschien zelfs praktischer voor u om er uw GVVH te deponeren dan ze met de post op te sturen.

In het algemeen raden wij u aan om uw stempel te zetten op uw enveloppe : deze eenvoudige handeling laat ons toe om uw zending onmiddellijk in onze boeken in te schrijven, zonder hem eerst te moeten openen alvorens hem te verwerken ; daarenboven, voor de aangetekende zendingen is het een verplichting vanwege bpost dat de verzender zich kenbaar maakt.

Vermijdt in het mate van het mogelijke talrijke omslagen, of het nu gaat om deponering of – en vooral – gewone post : spreiding van GVVH over zes of zeven kleine enveloppen is uiteindelijk contraproductief.

Tenslotte kan U gemakshalve voor al Uw briefwisseling met SECURIMED de downloadbare adresklevers gebruiken (zie hieronder). Indien U deze afdrukt of fotokopieert op zelfklevend papier dient U het formaat A4 met 16 etiketten per blad – 2 kolommen van 8 – te gebruiken, zoals bijvoorbeeld de referentie MONTI A4-LABELS 167158 (16 etiketten van 105 x 36 mm) of 167138 (16 etiketten van 99,1 x 34 mm).

Mocht u meer inlichtingen wensen over de hierboven beschreven modaliteiten, dan kan u ons contacteren via het GSM nummer 0477 534 777 of via ons Email adres info@securimed.eu

Download : Securimed Zuidlaan Etiketten.pdf

__________Securimed CRC Maarschalklaan Etiketten.pdf

No Comments »

Securimed biedt u een bijkomend Email adres aan

22/01/2012 by admin

Eens te meer hebben de informatici van Securimed goed werk geleverd…

Tot hiertoe kon elke ontvangende partij de verscheidene door ons opgemaakte documenten (listing, kopie factuur VI, lijst Remgeld) in pdf formaat ontvangen op het Emailadres van haar keuze; dit adres was echter uniek.

Echter, steeds meer is de behoefte ontstaan om te kunnen beschikken over een tweede Emailadres-ontvanger.

– de verstrekker beschikt over twee Emailadressen (bijv. één privé en een ander van het ziekenhuis) ;

– in het kader van een structuur, dienen de documenten zowel aan de zaakvoerder als aan de practicus te worden bezorgd ;

– de zorgverstrekker wenst dat bepaalde documenten (listing en lijst Remgeld) ineens ook aan zijn boekhouder* worden verzonden ;

Vanaf heden 23 januari 2012, is het met Securimed mogelijk om alle documenten op een tweede Emailadres te ontvangen.

Gelieve ons dus onverwijld het gewenste tweede Emailadres mee te delen, zodat we het kunnen integreren aan uw klantenkaart.
__________________
* Opgelet : in dit laatste geval dient men te weten dat het medisch geheim in principe niet toelaat om kopies in extenso van facturen bestemd voor de ziekenfondsen (met de naam van patiënten en de vertstrekkingscodes) aan derden.te bezorgen.

No Comments »

« De Huisarts » wordt uitgerangeerd…

16/01/2012 by Dr R. BOURGUIGNON

In ons News van 25 februari 2011 met de titel « De neerwaartse spiraal van de « medische pers »« , stelden we de alarmerende toestand vast waarin zich de Belgische « medische pers »  bevindt – spreek, de bladen die gratis aan geneesheren verdeeld worden, want gefinancierd door de advertenties van farmaceutische bedrijven : « Artsenkrant » en « De Huisarts ».

Als typisch voorbeeld van het fenomeen van concentratie in de geschreven pers hebben UBM Medica (« Artsenkrant ») en Roularta Medica (« De Huisarts ») een nieuwe vennootschap opgericht aan 50/50, ActuaMedica NV.

ActuaMedica NV zal maar één enkel blad uitgeven in plaats van de voormalige twee, en zal als een onafhankelijke entiteit geleid worden, los van de twee aandeelhoudende groepen. De nieuwe vennootschap zal echter genieten van de gunsttarieven van de drukker van Roularta.

Het overlevende blad zal « Artsenkrant » zijn, wat logisch is vanuit het oecumenisch standpunt van het lectoraat.

Het nieuwe uitgevershuis zal gevestigd zijn in de lokalen van Roularta te Evere en zal geleid worden door Ben HOUDMONT, de CEO van UBM Medica België tot hiertoe.

De administratieve ondersteuning zal tevens door Roularta Medica Group verzorgd worden in het kader van een dienstencontract. Anderzijds zal ActuaMedica verder de belangrijkste troeven van de elektronische producten van « Artsenkrant » mogen blijven ontwikkelen.

Men weet dat in zake geschreven pers, de « prijs » van het eerste exemplaar* behoorlijk hoog ligt :  men dient tenslotte elke maand een omvangrijke redactionele ploeg bezoldigen, wat de oplage ook moge zijn…

De operatie uitgevoerd door UBM en Roularta Medica laat zich dus eerst en vooral als de versmelting van twee redactionele ploegen analyseren – met zijn onafwendbaar sociale nasleep, met name de afvloeiing van sommige redacteurs.

En deze afvloeiing zal merkbaar zijn : het nieuwe tijdschrift zal in principe werken met telkens twee keer minder hoofdredacteurs, adjunct hoofdredacteurs en gewone redacteurs dan vroeger.

Men zal nog zien wie deel gaat uitmaken van het team, maar we willen erop wedden dat Johanne MATHY, ex hoofdredacteur van « De Huisarts » zal blijven… bij « Artsenkrant ».

Officieel zal het opdoeken van één van beide tittels van de Belgische « medische pers » geweten worden aan de daling van de reclamebudgetten van de farmaceutische bedrijven : men kan dienaangaande de reactie lezen van dhr. Peter BACKX op ons News van 10/01/2012 «  »Artsenkrant » en « De Huisarts » bedreigd ».

Maar in werkelijkheid zijn de redenen tot deze versmelting elders te zoeken. Ongetwijfeld kunnen als argument worden aangevoerd : de verstrooiing van de aandacht van de geneesheer naar tientallen andere de facto « concurrerende » websites, het gebrek aan intrinsiek belang van de artikels van beide bladen*, de persoonlijkheid van een in 2005 ontslagen oud hoofdredacteur, de generische geneesmiddelen, de reglementering, enz.

De fundamentele reden is echter nog een andere : het is de aanhoudende vergissing – wellicht de fout – om informatie te verspreiden die zich wetenschappelijk wenst te bestempelen en bestemd is voor geneesheren, maar die zich in een positie van afhankelijkheid ten aanzien van de farmaceutische industrie gemanoeuvreerd heeft. Dit was natuurlijk zeer fout..

Deze media, ten dienste van Big Pharma waren dus gebiaseerd, en het is het internet dat, vanaf het einde van de jaren negentig, de mogelijkheid gegeven heeft aan geneesheren om alternatieve informatiebronnen op te zoeken – en te ontdekken -, wat terloops ook het monopolie en de geloofwaardigheid van deze « medische pers » gekraakt heeft.

En de onafhankelijke revue « Prescrire » dan, stopt zij soms met haar publicatie ? Nee, in tegendeel, het ging nog nooit zo goed met haar… meer dan ooit wil de lezer-geneesheer in 2012 de waarheid lezen en geen propaganda**.
__________________
* Twee keer per week een tijdschrift uitgeven met enkel medische of Belgische medico-sociale informatie is inderdaad wat hoog gegrepen… vooral als men weet dat België – hoe klein ook – ten minste twee publieke opinies rijk is !
** Een van de meest geperverteerde effecten van deze « medische pers » was het opzetten van geneesheren tegen alles wat de Belgische Overheid vertegenwoordigde : regering, ministers, RIZIV, ziekenfondsen, CRM, enz. om ze samen te drijven met de farmaceutische bedrijven. Het doel was een soort alliantie te scheppen met de farmaceutische bedrijven : Big Pharma – medisch corps, een zelfde strijd

No Comments »

« Artsenkrant » en « De Huisarts » bedreigd

10/01/2012 by Dr R. BOURGUIGNON

« De Huisarts » en « Artsenkrant » fusioneren : deze samensmelting van twee geneeskundige bladen zal aanleiding geven tot een vijftiental naakte ontslagen.

De uitgeverijen van de groep Roularta Medica (waaronder « De Huisarts ») en UBM Medica (« Artsenkrant ») zullen een joint-venture vormen.

Het personeel van beide ondernemingen heeft deze beslissing donderdag 5 januari vernomen en de informatie werd door verscheidene bronnen bij het persagentschap Belga bevestigd. Een persmededeling wordt in de loop van maandag 9 januari verwacht.

Een vijftiental banen zouden sneuvelen ; er is sprake van acht a negen ontslagen bij Roularta Medica en zes bij UBM Medica.

Roularta Medica geeft ook « De Specialist », « De Tandarts » en « De Apotheker » uit. UBM Medica heeft ook andere bladen in portefeuille waaronder « Belgian Oncology News »

Nadat ze tot midden de jaren negentig het mooie weer uitmaakten op gebied van geneeskundige actualiteit, hebben deze twee bladen een lange neerwaartse spiraal gekend door een gebrek aan kunde om geneesheren van objectieve en neutrale informatie te voorzien.

1 Comment »

Een schrijven gericht aan twee Voorzitters van het RIZIV !

04/01/2012 by Lth. D. HATZKEVICH

Aansluitend op de recente disfuncties van de Kamer van eerste aanleg (KEA) van het RIZIV (zie ons News van 25/11/2011 VVT rechters spreken beroerde beslissing uit en ons News van 22/12/2011 KEA : VVT bijzitter komt uit de kast en maakt sociale tandarts uit voor “dierenarts” !) hebben wij een schrijven gericht aan de Voorzitter van het Comité* van de DGEC met kopie aan de Voorzitter van de Technische Tandheelkundige Raad (TTR), de heer Marc SEIJNHAEVE.

In dit schrijven uiten we kritiek op een foute beslissing van de Kamer van eerste aanleg – zetelend in graad van beroep – met betrekking tot een zaak waar een niet geconventioneerde tandarts veroordeeld werd tot het terugbetalen van een aantal kroonopbouwen als gevolg van een foute interpretatie van de Nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen.

Wat deze « vergissing » zo bijzonder maakt is het feit dat de kwestie van de kroonopbouwen niet zo lang geleden nog het onderwerp heeft uitgemaakt van een vraag aan de TTR en het antwoord dat onder de vorm van een bindend advies komt was positief voor de tandarts in kwestie (zie News van 21/2/2009 : Kroonopbouw gevolgd door plaatsing van prothetische kroon: eindelijk een antwoord van de TTR !)

Maar nog merkwaardiger dan de miskenning van het hierboven genoemd advies is de motivering aangehaald door de tandartsen-bijzitters van de KEA – vooralsnog beiden mandatarissen van het VVT – om in één bepaald geval de betwiste kroonopbouw te weerhouden wegens het niet respecteren van de « anatomie ».

De « anatomie », of beter gezegd de « morfologie » van de tand was hun inziens niet gerespecteerd omdat deze niet in occlusie stond met zijn antagonist ! Nu vraagt men zich als tandarts natuurlijk af sinds wanneer de morfologie van een tand beoordeeld kan worden louter aan de manier waarop hij in contact komt met andere gebitselementen… ?

In een andere zaak dan weer stelde een andere VVT bijzitter van de KEA tijdens de hoorzitting dat tandzorgen enkel geattesteerd mogen worden aan de ZIV mits voorafgaand informed consent.

Anderzijds lezen we in praktisch alle beslissingen van eender welke rechtscolleges van het RIZIV het volgende principe dat laconiek en tot vervelens toe gecopy-paste wordt :

« De nomenclatuur van geneeskundige verstrekkingen, als onderdeel van de ZIV-wetgeving, waarin de voorwaarden voor een tegemoetkoming van de verzekering voor geneeskundige verzorging wordt vastgelegd en een limitatieve opsomming wordt gegeven van de geneeskundige verstrekkingen waarvoor tussenkomst in de kosten is voorzien, is van openbare orde en moet dus eveneens strikt worden geïnterpreteerd. « Men kan dus geen uitspraak « naar billijkheid » doen (AH Antw. 28.2.2006, Soc Kron. 2006, 476; Antw.22.2.2005, Soc; Kron. 2006, 473; AH Bsl, 10.4.2003, B.I. Riziv 200″: 3; zie ook: Cass. 18.9.1995, Soc. Kron. 1996, 12 m.b.t. de ZIV-wet in het algemeen).

De terugvordering heeft als restitutio ad integrum een louter burgerlijk karakter en is een herstelmaatregel, waar geen opportuniteits-of redelijkheidsbeoordeling aan te pas komt: ofwel werd de nomenclatuurregeling gerespecteerd en is de terugvordering ongegrond, ofwel werd die regelgeving (deels) niet gerespecteerd en is de vordering (in die mate) ongegrond. »

Het spreekt voor zich dat deze regels zich tot de veroordeelde zorgverlener richten en ertoe dienen om onder andere de strafmaat – dwz, de administratieve geldboete – te onderbouwen. Een boete die kan oplopen tot maar liefst 200%.

Langs een andere kant mag men natuurlijk verwachten dat de bijzitters van de KEA en de KB zich aan hetzelfde basisprincipe houden en zich niet laten verleiden tot het opnemen van redelijkheidsbeoordelingen in hun beslissingen.

Het is trouwens al voorgevallen dat een jurisdictie van het RIZIV een foute beslissing maakt. Zo werd er in 2008 een tandarts veroordeeld voor het cumuleren van een heelkundige extractie met de curettage van een osteïtishaard.

Toen ook hebben we het probleem gesignaleerd en hoewel de beslissing definitief was en reeds gepubliceerd stond op de website van het RIZIV heeft de Leidend ambtenaar, Dr HEPP, deze foute beslissing vernietigd en vervangen door een juiste (zie website RIZIV « overzicht van de anonieme beslissingen » halverwege de pagina).
___________________
* Het Comité van de DGEC is een college dat gelast is met het toezicht op de werking van de controledienst. Het wordt voorgezeten door een magistraat die telkens voor vier jaar benoemd wordt ; merkwaardig genoeg wordt zijn naam niet vrijgegeven door de DGEC

No Comments »