Profiteer van de laatste dagen van financiële vrijheid!
De regering van Charles Michel vervolgt het zelfde doel als die van Elio Di Rupo : onder het mom van « verdediging van het financieel belang van de patiënt » gaat het in werkelijkheid om de bevordering van het financieel belang van de Overheid !
Want de opeenvolgende regeringen zijn zich ervan bewust dat de « medische financiën » alles behalve doorzichtig zijn.
Net zoals de strijd tegen het witwassen van geld als alibi gediend heeft voor de opheffing van het bankgeheim zal het belang van de patiënt — of de toegankelijkheid tot de gezondheidszorgen* — dienen als het paard van Troje om de verdoken inkomsten van geneesheren en tandartsen te belasten.
Hoe zal dit ambitieus project, gericht tegen een van de laatste bastions van de financiële vrijheid — medisch geheim maakt schuld — in zijn werk gaan ?
Ziehier de grote lijnen :
a) een algemene verplichting van « financiële doorzichtigheid » wordt ingevoerd op straffe van sancties : begrijp hieronder dat de patiënt over alle informatie moet beschikken voor wat een geneesheer of tandarts hem geld vraagt (dienaangaande zal de minister unilateraal bepaalde erelonen kunnen bepalen) ;
b) de verzekeringsinstellingen zijn wettelijk gemachtigd om te controleren dat de zorgverleners hun verplichtingen hebben vervuld, wat betekent dat ze een kopie zullen krijgen van de financiële gegevens (terloops controleren de VI vanzelfsprekend de naleving van de « officiële tarieven »…) ;
c) op termijn, zal de inlichtingenflux zijn weg maken via elektronische platformen van het type e-Health ;
d) de geanonimiseerde gegevens (met betrekking tot de identiteit van de patiënten…) worden vervolgens doorgespeeld naar de fiscus die aldus, op weinig na, zal kunnen bepalen wat elke zorgverlener werkelijk verdiend heeft…
Dit is wat de christelijke ziekenfondsen erop te zeggen hebben (lees vooral de derde paragraaf) :
In een CM-bevraging wordt in 23 procent van de consultaties bij geconventioneerde specialisten meer aangerekend dan het afgesproken tarief. CM wil deze praktijken aanpakken en de doktersrekening transparant maken door de invoering van een volwaardige doktersfactuur.
Elke twee jaar sluiten de ziekenfondsen en artsenvertegenwoordigers een akkoord over de dokterstarieven. Artsen die zich aansluiten bij de conventie, de zogenaamde geconventioneerde artsen, moeten de afgesproken tarieven volgen. Niet-geconventioneerde dokters mogen vrij hun tarieven bepalen en kunnen dus supplementen vragen.
Maar hoeveel betaalt de patiënt nu werkelijk? Respecteren de geconventioneerde specialisten de conventie en hoeveel betaalt de patiënt aan een niet-geconventioneerde specialist? Dat is een moeilijke vraag, want in tegenstelling tot bij de meeste andere vrije beroepen en zelfstandigen, krijg je van de dokter niet altijd een duidelijke afrekening. Tal van CM-leden klaagden dit al aan bij het ziekenfonds.
Het is ook, volgens het akkoord artsen-ziekenfondsen, de taak van beide partijen om de conventie te doen naleven. Daarom heeft CM aan haar leden gevraagd om haar het betaalde bedrag mee te delen, kort na het bezoek aan de specialist. Voor het eerst krijgen we in ons land een zicht op wat een (niet-gehospitaliseerde) patiënt in ons land werkelijk betaalt aan een specialist. 106.000 CM-leden deden mee aan het tariefonderzoek. Velen reageerden erg enthousiast op het initiatief.
Engagement
Uit de studie blijkt dat bij 23 procent van de consultaties (11.600 van de 50.000 antwoorden) bij volledig geconventioneerde specialisten meer aangerekend wordt dan het afgesproken tarief (een afrondingsmarge tot op een halve euro niet meegerekend, zie tabel 2 in bijlage). Vermoedelijk zal het werkelijke percentage lager zijn omdat vooral mensen die het gevoel hebben dat ze teveel hebben betaald, geneigd zijn om de enquête in te vullen. Vooral bij de geconventioneerde gynaecologen (49 procent van de consultaties), de cardiologen (35 procent) en de neus-, keel- en oorartsen (32 procent) loopt de patiënt het risico meer te moeten betalen (zie tabel 7).
Voor CM zijn dit opmerkelijke cijfers. Voorzitter Marc Justaert: “De geconventioneerde specialisten hebben zich geëngageerd om enkel de afgesproken tarieven aan te rekenen. Ze ontvangen daar ook sociale voordelen voor. Wij verwachten dus niet meer of minder dan dat ze zich hier aan houden”. Dat de grote meerderheid van de geconventioneerde specialisten zich aan de afgesproken tarieven houdt, is volgens CM wel een belangrijk gegeven voor de instandhouding van het conventiesysteem tussen artsen en ziekenfondsen.
Supplementen variëren
Bij geconventioneerde specialisten die supplementen vragen, betaalt een patiënt gemiddeld 9 euro meer dan het afgesproken tarief. En voor een vierde van deze doktersbezoeken is het supplement zelfs hoger dan 11,3 euro (zie tabel 6).
Niet-geconventioneerde specialisten moeten zich niet aan de afgesproken tarieven houden. In 44 procent van de consultaties vragen zij toch geen supplementen (zie tabel 3). Wanneer ze wel een supplement vragen, bedraagt dat gemiddeld 13,5 euro (zie tabel 6 in bijlage), met ook hier verschillen tussen de specialismen.
Doktersfactuur
Om de toegankelijkheid van de gezondheidszorg te vergroten en het probleem van de supplementen aan te pakken, formuleert CM drie voorstellen.
Ten eerste wil CM het probleem van de geconventioneerde specialisten die supplementen vragen voorleggen aan de artsenverenigingen en een aanpak afspreken in het overleg tussen artsen en ziekenfondsen. Een conventiesysteem staat of valt volgens CM met het respecteren ervan.
Ten tweede wil het ziekenfonds meer transparantie. “De patiënt heeft niet altijd het bewijs van wat hij betaald heeft. Hij kan ook niet nagaan of het bedrag juist is”, zegt Marc Justaert. CM pleit dan ook voor een duidelijke doktersfactuur voor de patiënt. Die factuur zou, net zoals bij de ziekenhuisfactuur, dan vermelden welke prestaties werden verricht aan welke prijs. Ook het ziekenfonds zou deze factuur moeten ontvangen, zodat het beter zijn rol zou kunnen spelen als verdediger van de betaalbaarheid van de gezondheidszorg. Deze transparantie kan volgens het ziekenfonds ook vergroot worden door een betere bekendmaking van de conventiestatus en de tarieven door de specialisten zelf.
Ten derde wil CM specialisten meer aanmoedigen om toe te treden tot de conventie. Vooral bij dermatologen, oogartsen en gynaecologen is er een lage conventiegraad (minder dan de helft geconventioneerd). Zo is het voor de patiënt erg moeilijk om een geconventioneerde arts te vinden.
Het exacte model GVVH, ontvangstbewijs of « factuur » heeft voorlopig niet veel belang : wat telt is het principe van de verplichting om schriftelijk te informeren**, alsook de eindbestemming van deze informatie (de patiënt EN zijn ziekenfonds), vervolgens de fiscus.
Het ziekenfonds handelend als verdediger van haar leden zal de RG controleren, de supplementen, de niet terugbetaalde verstrekkingen, enz. ten aanzien van de officiële tarieven – die waarschijnlijk door de minister vastgelegd zullen worden, behalve in bepaalde specifieke gevallen.
Als grote helper van de Overheid zal het zelfde ziekenfonds – na controle ervan – de verkregen informatie doorspelen naar de fiscus.
_______________
* Het financieel belang van de patiënt en de toegankelijkheid tot de gezondheidszorg zijn twee verschillende begrippen ! Het eerste valt eigenlijk onder de koopkracht (en dus tot de prijsindex), het tweede hoort tot de volksgezondheid. Het is duidelijk dat de regering Michel meer bezorgd is met de eerste notie…
** Schriftelijk betekend niet meer : « op papier » !