Securimed derde betaler
  • Eerste tariferingsdienst van derde-betaler voor geneesheer-specialisten en tandartsen
  • Nazicht van de verzekerbaarheid van patiënten
  • Juridische bijstand in geval van vervolging door de DGEC (Dienst voor Geneeskundige Controle van het RIZIV)
  • Opvolging van betalingen door de VI

Groepspraktijken



Vanuit financieel oogpunt kunnen de groepspraktijken of de poliklinieken volgens drie criteria functioneren :

a) Het geheel van honoraria wordt door de VI op een enkele rekening betaald, de verdeling gebeurt stroomafwaarts door de zaakvoerder : men spreekt dan van een « pool van erelonen ». In dit geval stelt SECURIMED een globale nota (een enkele factuur bestemd voor de VI) met vermelding van één enkele bankrekening.

De zaakvoerder van de pool krijgt dan een verzamelstaat voor het geheel der erelonen, dewelke per VI het nummer van de factuur vermeldt alsook het zelfde aantal afschriften als dat er zorgverstrekkers zijn.

b) De erelonen van elke zorgverstrekker – al dan niet in vennootschap  – maken het voorwerp van een individuele factuur en worden door de VI op zijn persoonlijke rekening gestort (of die van zijn eigen vennootschap). Anders gezegd, de verdeling wordt stroomopwaarts door de VI uitgevoerd en elke rekening is exact tot op de eurocent.

c) Derde mogelijkheid : de honoraria van de verschillende zorgverstrekkers behorende tot een groepspraktijk worden gestort op verschillende rekeningen maar allen op naam van de groepspraktijk.

Deze oplossing combineert de voordelen van de eerste optie (de gelden worden door de VI gestort op bankrekeningen gecontroleerd door de enige zaakvoerder) en de tweede (de verdeling gebeurt stroomopwaarts, bij de VI, en behoeft dus geen boekhoudkundige vereffeningsoperaties, bijv. indien een patiënt niet in regels is met zijn verzekerbaarheid).

Niettemin, deze derde oplossing impliceert dat elke VI, in plaats van één « groot » bedrag evenveel bedragen zal storten als dat er zorgverleners zijn en dus het nazicht van de overeenstemming van de gevraagde en de aanvaarde bedragen zal bemoeilijken.

De eerste oplossing is ideaal voor structuren waar de verdeling volgens een arbitraire sleutel gebeurt (bijv. : elk van de drie zorgverstrekkers krijgt een derde van het geheel aan erelonen, onafhankelijk van zijn eigen activiteitenvolume).

Het is tevens ideaal voor de structuren waar de verdeling van de erelonen gebeurt op basis van de ingevoerde bedragen en niet op basis van de aanvaarde bedragen door de VI, dwz dat de zaakvoerder borg staat voor de mankementen in verzekerbaarheid of andere problemen van periodiciteit (zwangerschapsechografieën of tandprothesen, bijv.).