Verzekerbaarheid
Sinds 2006 worden de patiënten niet meer geïdentificeerd aan de hand van hun inschrijvingsnummer bij de ziekenkas, eigen aan elke VI, maar door een uniek nummer toegekend « voor het leven » : het INSZ* of « identificatienummer van de sociale zekerheid ». Eigenlijk verbergt deze benaming gewoon het nationaal nummer (NN)!
Te rekenen vanaf 1 januari 2008, zijn de zelfstandige werkers van ambtswege verzekerd voor de « kleine risico’s » (KR), dermate dat de CG2 geen enkele rol meer speelt in de tarifering, en dat het opsommen van een lijst van KR geen zin meer heeft.
We maken dus een onderscheid, naargelang het inkomen van de titularis (en het aantal personen te zijner laste) :
a) de gewone rechthebbenden (GR) : deze groep bestaat hoofdzakelijk uit loontrekkende werknemers en zelfstandigen, maar ze vervat ook de « PNB » (personen niet beschermd door de verplichte verzekering) ;
b) de rechthebbenden op voorkeurstarief : RVV (ex-voorkeur WIGW) en OMNIO ; deze groep bestaat uit WIGW wiens inkomen lager is dan 13.543,71 euro per jaar (verhoogd met 2.507,30 euro per persoon ten laste), en zelfs – sinds 1 april 2007 – alle rechthebbenden wiens inkomen dit plafond niet overstijgt (geïndexeerd).
De rechthebbenden op voorkeurstarief beschikken over een CG1 eindigend op het cijfer « 1 », terwijl deze van gewone rechthebbenden eindigt op een « 0 », aldus betekent « 110/110 » een loontrekkend GR, maar « 131/131 » een RVV (in dit geval een « gepensioneerde »).
Men dient te begrijpen dat een persoon die verklaart zich in een « individuele financiële noodsituatie » (FNS) te bevinden niet noodzakelijkerwijs een RVV-OMNIO is (en andersom) : het criterium van de FNS ligt in de punctuele moeilijkheid om de zorgverstrekker contant te verlonen, terwijl het statuut RVV-OMNIO toegekend wordt op basis van het jaarlijks inkomen.
Tevens dient men te weten dat België een veelvoud aan internationale conventies heeft afgesloten met betrekking tot de ziekteverzekering die zich allemaal vertalen in specifieke codes van verzekerbaarheid.
SECURIMED kan, op eenvoudige vraag, via zijn systeem « BCVP », de verzekerbaarheid controleren van bepaalde patiënten. Daarvoor dienen wij op zijn minst te weten bij welke Landsbond Uw patiënt aangesloten is :
100 LANDSBOND DER CHRISTELIJKE MUTUALITEITEN (gele kleefbriefjes)
200 LANDSBOND VAN DE NEUTRALE ZIEKENFONDSEN (groene kleefbriefjes)
300 NATIONAAL VERBOND VAN SOCIALISTISCHE MUTUALITEITEN (roze kleefbriefjes)
400 LANDSBOND VAN DE LIBERALE MUTUALITEITEN (blauwe kleefbriefjes)
500 LANDSBOND VAN DE ONAFHANKELIJKE ZIEKENFONDSEN (witte kleefbriefjes)
600 HULPKAS VOOR ZIEKETE- EN INVALIDITEITSVERZEKERING (oranje kleefbriefjes)
900 KAS DER GENEESKUNDIGE VERZORGING VAN DE NMBS HOLDING (beige kleefbriefjes)
De organisaties zoals DOSZ, NIOOO, FEDASIL, MARITIEM HUIS en de diverse OCMW worden niet geïdentificeerd door een nummer bestaande uit drie cijfers toegewezen door het RIZIV omdat ze er niet van afhangen, ook al hanteren ze voor hun gemak de NGV codes en hun tarieven.
__________
* Dit INSZ staat duidelijk vermeld op de SIS kaart, bovenaan rechts (niet te verwarren met het kaartnummer links onder !) ; dit nummer is gestructureerd als volgt : het geboortedatum in zes cijfers achterstevoren – drie cijfers (dagteller van de geboortes) – twee cijfers (check digit)